Schapenhuiden en designmeubelen: binnenkijken in een Engelse cottage
Een Engelse cottage in Deurle, waarin een ongeziene collectie moderne designmeubelen is neergepoot. Welkom ten huize Boxy, waar het woord eigenaardig een nieuwe invulling krijgt.
De woorden Villa Rustoord prijken op de gevel van de Engelse cottage, maar het is eerder een gezellige chaos die ten huize Boxy heerst. Schapenhuiden worden binnengebracht, andere weer ingeladen om een kilometer verderop in het atelier te worden afgezet. Het is druk, want de met de hand genaaide tapijten van Carine Boxy zijn bijzonder in trek.
‘En dat terwijl het allemaal aan het toeval te wijten is. Toen ik zelf op zoek was naar een tapijt voor onze woonkamer, vond ik nergens wat ik zocht. Ik had geen zin om een typische tapijtje-haardje-stoeltje-setting te creëren.’ Ze begon te experimenteren met verschillende schapenhuiden die ze als landschappen aan elkaar naaide, een idee waarin vriendin Bea Mombaers wel potentieel zag.
Tien jaar later worden de creaties van Carine Boxy wereldwijd, van Los Angeles tot Dubai, via architectenbureaus, streng geselecteerde boetieks en galeries verkocht. Ieder tapijt is uniek en draagt een specifieke naam die verwijst naar de oorsprong van de huiden, een momentopname in het creatieproces of een karaktertrek van de opdrachtgever. ‘Velen wonen in strakke, minimalistische interieurs. Het dierlijke van de huiden, de onregelmatigheden en de zachte textuur van de wol creëren een bepaalde ongereptheid, een onbestemd oergevoel. Haal ze weg en de ziel van de ruimte verdwijnt ook.’
Licht en luchtig
Aan ziel anders geen gebrek in de woning die Carine Boxy met haar familie deelt. De villa, die in 1904 werd gebouwd, kocht Carines overgrootvader Pol Gevaert ooit van Jenny Montigny, een schilderes die naast de leerlinge ook de minnares was van Emile Claus (een spilfiguur van het Belgisch luminisme, een variant van het impressionisme, red.).
Sindsdien keerde elke generatie na het uitvliegen terug naar de woning om er een eigen gezin te starten. Telkens met de nodige verbouwingswerken. Zo was de noordgevel van het huis oorspronkelijk volledig in glas. Grootmoeder, die last had van de koude wind die door de vensters blies, liet de grote raampartijen vervangen door bakstenen muren. ‘We wilden de gevel terugbrengen naar zijn originele staat, maar Maarten Van Severen, die achteraf ook het Boxy’s Paviljoen hiernaast bouwde, kon ons overtuigen om het anders aan te pakken.
Hij opende de achtergevel van de woonkamer en de keuken en bracht op die manier licht en luchtigheid in een oorspronkelijk bijzonder gesloten en donkere woning. En van de kleinere vensters restaureerden we de gekleurde glasramen die hier en daar gebroken waren. Ze lijken authentiek, maar zijn eigenlijk nog geen twintig jaar oud.’
De blik van E.T.
De hele woning, van de hal tot de dressing, bulkt van de ontwerpen van Jules Wabbes en Willy Van Der Meeren. In de keuken kreeg het Boch Expo ’58-servies een plaats in een wandkast van Jean Prouvé, boven wordt in een bed van Richard Hutten geslapen en wisselen kasten van Alvar Aalto en Joe Colombo elkaar af. Op de gelijkvloerse verdieping spot je een kruk van Le Corbusier of stoelen van Gerrit Rietveld en Maarten Van Severen naast ontwerpen van Mies van der Rohe, Faye Toogood, Eames, Ron Arad en Eero Aarnio. Allemaal onder het goedkeurend oog met ellenlange wimpers van E.T.
‘Alles wordt hier gewoon neergepoeft. Niks staat hier met een reden, behalve dat we het mooi vinden. We zijn allebei verzamelaars, maar Stefan met voorsprong het meest. Hij is gek op stoelen en lampen.’ Die passie kwam er tijdens het inrichten van hun eerste woning in Kortrijk. ‘We hadden nog helemaal geen inboedel en gingen daarom snuisteren op de Zavel in Brussel.
Op een dag kwamen we thuis met een kapstok in massief hout. Van een ontwerper van wie we nog nooit hadden gehoord: Wabbes. In de jaren 80 was er geen vraag naar zijn werk, maar Stefan was er meteen weg van. We hadden geen eettafel, stoelen of zetel, maar onze jassen hingen wel prachtig’, lacht Carine. ‘Ieder zijn smaak. We hebben de dingen altijd een beetje anders gezien.’ Na de kapstok volgden een tafel, een paar wandlampen en een kroonluchter van ruim een meter diameter, waar maar een paar exemplaren van zouden bestaan.
Toen hun interieur in Kortrijk te uniform werd, besloten ze hun horizon te verruimen, met de huidige eclectische collectie tot gevolg. ‘Een vriend zei me ooit dat Stefan en ik gewoon moesten doorgaan op onze eigenaardige manier. Op elk vlak, trouwens. Pas later besefte ik wat voor een fantastisch woord eigenaardig wel is. Het heeft niks met gek of raar te maken, wel met je eigenaard te volgen, met authentiek blijven.’
Carine Boxy
- Geboren in Deurle in 1961, als telg van de familie Gevaert, die niet alleen een textielfabriek runde in Oudenaarde, maar ook aan de basis lag van de bio-onderneming Lima en bijbehorende commune in Sint-Martens-Latem.
- Ging na het middelbaar aan de slag bij een textielfabrikant die voornamelijk werkzaam was voor Belgische ontwerpers waaronder Dries Van Noten, Sofie D’Hoore en Raf Simons.
- Haar tapijten werden recent voorgesteld op Art Basel, samen met de Divan van OFFICE Kersten Van Severen in een opstelling van Maniera, bij Frederic Hooft samen met re-edities van Jules Wabbes en bij Spazio Nobile. Een van haar creaties maakt sinds de tentoonstelling Het Wilde Ding van Maarten Van Severen & Co ook deel uit van de vaste collectie van het Design Museum Gent.
- Creëert gepersonaliseerde interieurstylings voor toneel-, film- en modeproducties.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier