Van schrijnwerkerij naar stilteplek: een blik in de verscholen Parijse designwoonst van schoenenontwerper Joeri Van Yper
Om van een oud schrijnwerkatelier in Parijs een thuis te maken voor schoendesigner Joeri Van Yper en zijn partner Thomas Lambert werd de verbouwing op vijf maanden geschat. Het werden er vijftien. ‘Het was vrij hardcore. Op een gegeven moment leek het wel een archeologisch project.’
Juli is een drukke maand voor wie in de modewereld meedraait. Ook voor Joeri Van Yper, die vijftien jaar geleden België inruilde om voornamelijk vanuit Parijs schoenencollecties te tekenen voor prestigieuze modelabels. Hij is net terug uit New York, waar hij een dertigtal schoenontwerpen finaliseerde voor Alexander Wang. En straks krijgen ook de ateliers waar de schoenen van Ann Demeulemeester en Thierry Mugler worden gemaakt hun richtlijnen van de schoenontwerper. Per modeseizoen ontwikkelt hij een tachtigtal modellen. Hij blijft er bescheiden bij en houdt ervan om in de luwte hard door te werken. Om de modeweken van september te halen, moet alles klaar zijn voor de zomersluitingen ingaan. En ook in Parijs is het druk. Zeker in de buurt van de Place de la République waar hij samen met zijn partner Thomas Lambert woont. Die week werd de tweede ronde van de Franse verkiezingen uitbundig gevierd om vervolgens plaats te maken voor diepe treur over het nationale verlies in het EK. En dan moesten de Olympische Spelen nog starten. Joeri lacht: ‘Als de stemming hevig is, kun je wel eens schrikken van de knallen of kun je de massa tot hier horen roepen.’
Dorp achter een hek
Maar niet vandaag. De hectiek en de levendigheid van de wijk, met haar vele restaurants en bars, verstommen wanneer ze de koer van hun copropriété oplopen. Goed verstopt achter een klassieke gevel en hek, gebruiken sommige buren hun stukje buitenruimte als parkeerplaats. Anderen als voortuin of speelplek voor de kinderen. De appartementen die erop uitgeven zijn als een ingewikkelde puzzel in elkaar geweven. ‘Die ligging sprak ons direct aan, zeker na onze kleine flat waarin we met twee verschillende lockdowns hadden doorstaan. Een kleine idyllische oase. Net een dorp achter een hek.’
Geen sleutel-op-de-deur
Te koop: schrijnwerkatelier. Het was een ouderwetse advertentie die hen hier bracht. De verkoper maakte onder andere decors en podia voor musea. Zijn atelier bestond uit twee delen, waarvan het achterliggende wel zeven meter hoog. ‘Toen we die volumes zagen, dachten we meteen: daar kunnen we wel iets mee aanvangen’, vertelt Joeri. Via Instagram namen ze contact op met architect Chloé Leymarie van Atelier Leymarie Gourdon. ‘Thomas en ik waren enthousiast over de manier waarop ze brute materialen combineert met warmte en elegantie. We wilden geen afgeborsteld sleutel-op-de-deurconcept, maar een goede basis waaraan we op termijn eigen accenten konden toevoegen.’
Extra vierkante meters toevoegen
Het stijlvolle interieur – met een mix van rommelmarktvondsten, een opvallende sofa van Hay, een tapijt van Nordic Knots en Franse klassiekers, waaronder een eettafel van Pierre Chapo, een wandlamp van Serge Mouille en een Togo van Ligne Roset – baadt vandaag in het licht. Maar dat was niet het geval bij de aankoop, bewijst de foto die Joeri me toont op zijn telefoon. ‘Weinig charmant’, lacht hij. Al wisten ze meteen wat ze wilden: de industriële sfeer van de schrijnwerkerij bewaren en eikenhout om wat warmte te brengen. En, met het oog op een eventuele verkoop in de toekomst: extra vierkante meter toevoegen.
‘Op een architectuurwebsite vonden we een beeld van Japanse architecten die heel slim waren omgegaan met een kleine maar hoge ruimte: door twee mezzanines op verschillende hoogte met elkaar te laten communiceren via een trap.’ En zo geschiedde het ook in het tiende arrondissement. In de onderste werd een badkamer en logeerkamer ondergebracht. Boven slapen Joeri en Thomas onder een glazen dak. Met zicht op de sterren in hartje Parijs? ‘Goh,’ nuanceert hij wat het romantische beeld. ‘We zijn omringd door andere huizen. Op een deel van het dakraam hebben we filters voorzien om inkijk tegen te gaan. Automatische shutters voorkomen dat buren ons wakker maken wanneer ze ’s nachts het licht aanknippen. Als we geluk hebben zien we wel eens de maan.’
Straatje zonder eind
Wanneer Joeri uitweidt over de verbouwing, wordt duidelijk hoe intens die periode was. ‘Traumatiserend’, besluit hij. De verwachte vijf maanden werden er vijftien door tal van verdoken en ongekende structurele problemen. Achter de valse muren doken gaten op waardoor je bij de buren kon binnenkijken. Omdat het zinken dak zou vervangen worden door glas en er dus sprake was van een veranderend stadszicht, moesten niet alleen de buren instemmen via een Assemblée Générale – die slechts één keer per jaar wordt gehouden – maar was er ook goedkeuring nodig van de dienst stedenbouw van de stad Parijs. Bij het uitbreken van de vloer bleek er onder het huidige salon ten tijde van Napoleon ooit een straat te hebben gelopen. De eeuwenoude balken in de huidige eetkamer dienden uiteindelijk bewaard en verstevigd te worden in plaats van vervangen. ‘Op een gegeven moment leek het wel een archeologisch project. Het was vrij hardcore.’
Niet meer op restaurant
Anderhalf jaar later geniet het koppel van het goede dat volgde op hun kommer en kwel. ‘Sinds we onze keuken hebben, gaan we nauwelijks meer op restaurant’, bekent Joeri, die dolgraag kookt. Als slagerszoon groeide hij op tussen de kookpotten van zijn moeder die traiteurgerechten maakte en de messen van zijn vader die het vlees aansneed. De ruimte is voornamelijk zijn domein, net als het voortuintje. ‘Ik heb me verdiept in tuinplanten om tot een mix van bladverliezende en winterharde soorten te komen. We hebben ze elkaar afwisselend geplant in oude zinken vaten van verschillende formaten. Zo hebben we een natuurlijke filter gecreëerd waarmee we inkijk kunnen verhinderen’, legt hij uit. ‘Niet dat we hier zoveel passage hebben’, lacht hij. Maar zo zitten ze tenminste helemaal geborgen in hun kleine oase.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier