Leven in de brouwerij: kunstenaar Frits Jeuris maakt oud industrieel pand toch bewoonbaar

In een voormalige brouwerij bouwde kunstenaar Frits Jeuris een glazen doos: het enige volume dat geïsoleerd en verwarmd is in zijn industrieel pand. De rest beschouwt hij als 'buitenruimte'. © Jan Verlinde

Al improviserend maakte kunstenaar Frits Jeuris een oud industrieel pand in Hoeselt toch bewoonbaar. Zonder de sfeer of architectuur te verpesten. En zonder alles te isoleren. ‘Als je goed luistert, vertelt zo’n gebouw je wat er moet gebeuren.’

Al wie er ooit van droomde om in een verbouwde oude fabriek te wonen, mag zijn hand opsteken. Alleen, vind er maar eens een die nog origineel is. En vind maar eens een manier om zo’n oppervlakte budgetvriendelijk te renoveren, zonder je blauw te betalen aan verwarming. En zonder de authentieke sfeer te bruuskeren. Het lukte Frits Jeuris allemaal, op jaloersmakende wijze. Samen met zijn vrouw Tanja renoveerde hij een voormalige brouwerij op zo’n ontwapenende manier dat het inspirerend kan zijn voor andere soorten erfgoed.

Zicht vanuit de glazen doos: een compacte woonmodule met een zelfgesmede trap en een zelfgemaakt keukeneiland in es: een referentie aan brouwerij De Es waar Frits woont.
Zicht vanuit de glazen doos: een compacte woonmodule met een zelfgesmede trap en een zelfgemaakt keukeneiland in es: een referentie aan brouwerij De Es waar Frits woont.© Jan Verlinde

Eerst het verhaal over zijn vondst. ‘Een jaar of vijf geleden ging ik op een maandag een spaghetti eten met een vriend in C-Mine in Genk. Toen ik vertelde dat ik ooit graag in een industrieel gebouw zou wonen, zei hij dat hij er een wist staan. Op de terugweg naar huis reden we naar Hoeselt en passeerden we de voormalige Brouwerij De Es. Het pand stond al 25 jaar leeg. De familie had het gebouwencomplex mettertijd al verkocht, met uitzondering van het centrale gebouw. Dat was intussen één grote rotzooi geworden, zowel binnen als buiten. Maar het potentieel was enorm’, zegt Frits Jeuris. Dus zochten de vrienden contact met de eigenaar, onderhandelden over de prijs en besloten er een cohousing van te maken voor hun twee gezinnen. ‘We kozen elk een vleugel van het gebouw om in te wonen. En de gelijkvloerse verdieping, de voormalige bottelarij, richtten we heel basic in als feestzaaltje.’

Jeuris brak een bouwvallig stuk van de brouwerij af om een patio te creëren. De zelf gesmede trap leidt naar de masterbedroom. De tuinslang is een gerecupereerde darm van een industriële compressor.
Jeuris brak een bouwvallig stuk van de brouwerij af om een patio te creëren. De zelf gesmede trap leidt naar de masterbedroom. De tuinslang is een gerecupereerde darm van een industriële compressor.© Jan Verlinde

Binnen wordt buiten

Frits Jeuris was niet bepaald van plan om met de botte bijl door het pand te gaan om het lofty te renoveren. Daar had hij geen zin of geld voor. ‘We hebben zo min mogelijk aan het pand geprutst om zo veel mogelijk de eigenheid te behouden’, zegt hij. ‘De elektriciteit is vernieuwd in opbouw omdat ik de muren niet kapot wilde slijpen. Het dakgebinte is nog origineel. Het gebouw zelf is niet verwarmd of geïsoleerd, enkel de glazen doos op de verdieping: de kern waarin we leven. De brouwerij zelf beschouwen we als buitenruimte. In de winter leven we heel compact in de box. In de zomer leven we buiten, maar wel onder een dak.’

Een oud artdecomeubel toverde Jeuris om tot 'buitenkeuken' met een betonnen blad. Het originele dakgebinte liet hij ongeïsoleerd.
Een oud artdecomeubel toverde Jeuris om tot ‘buitenkeuken’ met een betonnen blad. Het originele dakgebinte liet hij ongeïsoleerd.© Jan Verlinde

Ja, dat zijn radicale beslissingen, zeker qua wooncomfort. Maar het zorgde er wel voor dat het gebouw dans son jus bleef. Waar Jeuris toch een aanpassing deed – een deuropening, een binnenraam, een trapleuning, een extra gang – gebeurde dat met respect voor het industriële pand. En met zin voor improvisatie én recuperatie. ‘Ik maakte zelf een bekisting om op de gelijkvloerse verdieping de ontbrekende betonnen traptreden te gieten. Perfect zijn ze niet, maar dat is de brouwerij ook niet. Als je goed luistert, vertelt zo’n gebouw je wat er moet gebeuren. Voor mij is het een sport om te improviseren met wat ik heb. In de beperking zit de magie: het creëert een overvloed aan mogelijkheden.’

In de voormalige koelcel installeerden Jeuris en zijn vrouw de masterbedroom. De houten doos herbergt de trap, die leidt naar de keuken. Het stalen raam ziet uit op de patio.
In de voormalige koelcel installeerden Jeuris en zijn vrouw de masterbedroom. De houten doos herbergt de trap, die leidt naar de keuken. Het stalen raam ziet uit op de patio.© Jan Verlinde

Kijk naar zijn dubbelhoge stellingkast, gemaakt van ruwe legplanken, die hij maakte als ‘surrogaatschouw’. Kijk naar zijn tuinslang: een darm van een industriële compressor. Kijk naar zijn ‘buitenkeuken’, een oude art-decokast waarvan hij een keukenkast met betonnen blad maakte. En kijk naar de verlichting erboven: vertrekkend van een gitaarplug maakte Jeuris richtbare lampjes die je in serie kunt schakelen. ‘Het systeem is modulair. Je kunt er alle mogelijke vormen mee maken, ook bochten. Het Belgische verlichtingslabel Eden Design neemt het ontwerp in productie.’

In Frits' atelier staat een schaalmodel van zijn 'Think A Head': een monumentale sculptuur die hij realiseerde in cortenstaal, beton en hout. In het exemplaar op de universiteitscampus van Diepenbeek kun je zelfs brainstormen onder de hersenpan.
In Frits’ atelier staat een schaalmodel van zijn ‘Think A Head’: een monumentale sculptuur die hij realiseerde in cortenstaal, beton en hout. In het exemplaar op de universiteitscampus van Diepenbeek kun je zelfs brainstormen onder de hersenpan.© Jan Verlinde

Design-MacGyver

Een vriend omschreef Frits Jeuris onlangs als ‘een design-MacGyver’ of ‘de Dieter Rams van de plantrekkerij’. De Limburger heeft inderdaad de doe-het-zelf- en recupmentaliteit van een Piet Hein Eek, Lionel Jadot of Rikkert Paauw. Maar zijn echte helden zijn zelfbouwers op YouTube. Bevriende makers met wie hij samen zijn projecten doet. En Bart Lens natuurlijk, de Hasseltse architect met wie hij weleens freelance samenwerkt als ontwerper.

De zithoek beschouwt Jeuris als een collectie van landschappen: het echte panorama op de dorpskern van Hoeselt en twee geschilderde landschappen. Het meest rechtse is van David Tanghe, een bruikleen van Art & Advice.
De zithoek beschouwt Jeuris als een collectie van landschappen: het echte panorama op de dorpskern van Hoeselt en twee geschilderde landschappen. Het meest rechtse is van David Tanghe, een bruikleen van Art & Advice.© Jan Verlinde

‘Mijn parcours is allesbehalve klassiek. Ik leerde lassen op mijn dertiende. Op mijn negentiende begon ik samen met mijn broer een bedrijfje dat koelwagens, bestelwagens en containersystemen maakte. Ik heb geen opleiding tot productontwerper of interieurarchitect gevolgd. Maar ik heb wel van nature een enorme interesse in architectuur’, zegt hij. ‘In Bokrijk ontdekte ik de vakwerkhuizen. En ik woonde zelf in Wellen in een vakwerkboerderij uit 1903, die ik restaureerde. Toen ik stopte als monteur, begon ik zelf objecten te maken van oude machineonderdelen of industrieel schroot. Mijn Potato Chair is bijvoorbeeld een lounger, gemaakt van transportbanden van een aardappelverwerkingsmachine. Ik laste ook ‘industriële’ tafels, stoelen, lampen en luchters in loftstijl. Eerst verkocht ik die stukken op de antiekmarkt in Waterloo, later via designhandelaars in Keulen, Nijmegen en zelfs Los Angeles. Eén keer ben ik in mijn galerie in L.A. geweest. Uitgerekend die dag kwam Jennifer Aniston er binnen met een vriendin. Ik was te starstruck om haar aan te spreken.’

Brouwerij De Es in Hoeselt was een verlaten pand. Frits Jeuris en een vriend beslisten het industriële gebouw op te splitsen als cohousing.
Brouwerij De Es in Hoeselt was een verlaten pand. Frits Jeuris en een vriend beslisten het industriële gebouw op te splitsen als cohousing.© Jan Verlinde

Iets in zijn hoofd

Dat meubilair in industriële sfeer maakt Jeuris niet meer, al staan er nog wat restanten in zijn fabriek. Hij focust zich nu vooral op autonome sculpturen. Het bekendst is zijn zwevende kapelletje in Sint-Truiden. Al valt zijn Think a Head, een kolossaal beeld van een mensenhoofd, nogal op. Eén versie in cortenstaal staat op de universiteitscampus in Diepenbeek. Onder de hersenpan zit een vergaderruimte, waar studenten kunnen komen nadenken of brainstormen. Een betonnen versie van 4,6 bij 3 meter is sinds oktober 2021 geïnstalleerd in de velden rond Hoeselt, halfweg tussen Tongeren en Hasselt. ‘En de monumentale houten kop, die vroeger in mijn tuin stond, is intussen bij de Verbeke Foundation in Stekene beland.’

Leven in de brouwerij: kunstenaar Frits Jeuris maakt oud industrieel pand toch bewoonbaar
© Jan Verlinde

ID Frits Jeuris (47)

Geboren in Diepenbeek.

Studeerde mechanische vormgevingstechnieken.

Startte op zijn 19de samen met zijn broer een bedrijf voor autoreparatie en verkoop van bestel-, koel- en vrachtwagens.

Kocht in 2000 een vakwerkboerderij in Wellen en renoveerde die eigenhandig.

Begon in 2007 van recuperatiemateriaal interieurobjecten te maken, die hij internationaal verkocht.

Kocht in 2015 samen met zijn echtgenote en een bevriend koppel de voormalige brouwerij De Es in Hoeselt.

Exposeerde zijn Lost Season-installatie in 2019 op de Breughel-expo in Wenen.

Realiseerde in 2019 Helsh(ea)ven, de zwevende kapel in Helshoven, bij Sint-Truiden.

Plaatste in 2021 zijn monumentale sculptuur van een mensenhoofd op de universiteitscampus van Diepenbeek, in de velden rond Hoeselt en bij de Verbeke Foundation in Stekene.

fritsjeuris.be

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content