Interieurarchitect Toon Martens mixt ‘vuil’ met ‘volmaakt’ in geslaagde budgetrenovatie
Het geheim van het interieur van Toon Martens? De schoonheid van ruwe elementen en een mix van ‘vuil’ en volmaakt. Dankzij geslaagde experimenten en betaalbare materiaalkeuzes haalde het ex-model, nu interieurarchitect, het maximum uit zijn budget.
Geboren in Hasselt en ook daar gescout door Marc Dochez, verbleef Toon Martens als model tussen zijn zestiende en zesentwintigste in alle belangrijkste modesteden van de wereld. “Met mijn bleke huid en rosse haardos was ik vooral hot in Japan. Het was een mooie tijd: ik amuseerde me, verdiende centen op jonge leeftijd en hoefde na het middelbaar nog niet meteen een studiekeuze te maken”, vertelt hij. Na een paar jaar fulltime als model te hebben gewerkt, wist Toon dat hij interieurarchitect wilde worden en eens zijn diploma op zak, ontstond het plan om ervaring op te doen bij verschillende kantoren. “Ik kon meteen aan de slag bij Contekst (het kantoor dat onder meer het interieur van Hotel Pilar ontwierp, red.) en vond het er zo graaf dat ik bleef. Anderhalf jaar stond ik dagelijks in de file, vooraleer ik dan toch besloot om Hasselt te verlaten.”
Intussen werd Toon niet alleen Antwerpenaar, maar ook vennoot van oprichter Sam Peeters. Meermaals zal hij benadrukken dat zijn huis goed weergeeft waar Contekst voor staat. “We vertalen de persoonlijkheid van onze klanten naar hun woning, waardoor een gelaagdheid en diepgang in het interieur ontstaat. We geven er ook een zekere funkiness, wat rock-’n-roll aan: het moet niet allemaal perfect en voor de hand liggend zijn.”
Toilet op de koer
Een race tegen een andere kandidaat-koper op Biddit deed Toon drie jaar geleden zijn vooropgesteld budget vergeten. Maar de ligging van de burgerwoning waar hij zijn oog op had laten vallen was goed, het volume gepast en er waren nog genoeg oorspronkelijke elementen die hem charmeerden: de gevel, binnendeuren, trap en schouwmantels. Toen tijdens het afbreken van de valse plafonds ook nog sierlijsten en rozetten tevoorschijn kwamen, bleek pas echt wat voor een pareltje hij had gekocht. Structureel hoefde er niets te veranderen, maar dat het toilet zich nog ‘op de koer’ bevond, zegt al veel natuurlijk. Alle pleister moest van de muren, de technieken vernieuwd, de tegelvloer op de benedenverdieping eruit… Kortom: Toon kwam terecht in een stevig verbouwverhaal, van het soort waaraan hij eerder al beroepsmatig had meegeschreven. Of keuzes voor zijn eigen woning moeilijker te maken zijn? “Integendeel, ik wou dat het vooruitging en hakte snel knopen door.”
Alternatieven binnen budget
Naar eigen zeggen had hij twee linkerhanden voor hij aan de renovatie begon, maar alles wat hij zelf kon, voerde hij ook zelf uit. “Daarnaast had ik een verbouwteam van vrienden en familie en was ik omringd door goede stielmannen die me hielpen het maximum uit mijn budget te halen.” Zo stelde zijn schrijnwerker voor om met fineer van amazakoué te werken, een voordelig alternatief voor notelaar dat zowel voor de keuken-, berging-, boeken- en kleerkasten als voor de kasten rond de convectors werd gebruikt. Op de benedenverdieping kwam polychape; even stoer als polybeton, maar drie keer goedkoper. Het terras is dan weer aangelegd met bakstenen van twintig cent per stuk die op hun zijkant werden gelegd en daardoor een leuk patroon vormen.
Vuile muren
Dat zijn huis veel ruwe elementen bevat die zijn woning een mannelijke uitstraling geven, berust in de meeste gevallen op toeval. Of om het met Toons woord te zeggen: het waren try-outs. “Toen ik het behang verwijderde op de eerste verdieping, was ik instant verliefd op de beige pleister die erachter zat, dus hield ik hier en daar een ‘vuile’ muur over. In de keuken en eetkamer wilde ik de bakstenen helemaal wit verven, maar stopte ik na de primerlaag omdat het resultaat anders te clean was geweest.” Idem dito voor de ‘nasty’ traptreden die hij pas zou schilderen wanneer de rest van de trap klaar was. Ineens bleek de combo met een piekfijne leuning zo geslaagd dat hij de rest van de verfklus voor bekeken hield.
Investeren voor later
Imperfectie gaat hier hand in hand met volmaaktheden en daar zijn de krullen in geborsteld inox die we in bijna elke kamer zien opduiken een mooi voorbeeld van. Als handgrepen, tv-meubel, zeephouder en pootjes laten ze zich zien. “Ik ben geen neuroot, maar in zulke details kan ik me wel maniakaal tonen”, lacht Toon. Ook over zijn inboedel en de kunst aan de muren is goed nagedacht. Dat hij op zijn jonge leeftijd al zo veel designiconen heeft verzameld, dankt hij voor een groot stuk aan zijn ouders. Die gaven niet alleen hun voorliefde voor kwaliteit door, ze schonken hem ook meubelen en lampen, en verplichtten hem om het geld dat hij als jonge snaak voor de lens en op de catwalk verdiende te investeren in waardevolle stuks, zoals de rode Utrecht armchair van Cassina. “Mijn interieur is niet eclectisch, maar de lightversie ervan vind ik wel tof.”
Hotel allures
Vriendin Marte, met wie hij een half jaar samen is, kwam recent bij hem wonen. “We hebben maar één probleem: we zijn allebei grote modefans en ik had mijn eigen garderobe al onderschat bij het tekenen van de dressing.” Die scheidt de masterbedroom van de badkamer en geeft samen met de open douche, volumineuze gerecupereerde spoelbak en spiegeldeur, de tweede verdieping de allure van een hotelsuite. Een grotere dressing maken zit er niet in. Gelukkig biedt de logeerkamer soelaas.
ID Toon Martens
Toon Martens studeerde Interieurarchitectuur aan de Universiteit Hasselt. In 2015 ging hij aan de slag bij Contekst, een Antwerpse interieurstudio die werd opgericht door Sam Peeters in 2014. Sinds een jaar is Toon medevennoot.
De interieurarchitecten van Contekst laten zich leiden door hun nieuwsgierigheid en ontwerpen ruimten die flirten met het verleden, er ongecompliceerd uitzien en hun bewoners weerspiegelen.
1/6
© Jonah Samyn
2/6
© Jonah Samyn
3/6
4/6
5/6
6/6
1/6
© Jonah Samyn
2/6
© Jonah Samyn
3/6
4/6
5/6
6/6
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier