Howqua River Lodge nestelt zich in de Australische Alpen alsof het er altijd al stond. Off-grid, dus van alles onafhankelijk, maar zonder in te boeten aan comfort en stijl.
‘Deze plek is al generaties lang verbonden met mijn familie,’ vertelt architect Rob Mills. Zijn vader werkte ooit als houtinventarist in de bossen van de Howqua-vallei, een streek in Zuidwest-Australië die bekendstaat om haar rivier en haar goudkoortsgeschiedenis. Hij kocht er een stuk grond en bouwde er een eenvoudige vissershut, waar het gezin vanaf dan elke vakantie doorbracht.

‘Mijn vader was verliefd op de stilte van de bergen en de sierlijkheid van de rivier. Alles wat wij vandaag aan deze plek koesteren, koesterde hij als eerste.’

Die jeugdherinneringen werden het vertrekpunt van Mills’ visie voor de lodge: een architectuur die het landschap eert, maar tegelijk een hedendaagse manier van leven in de bergen uitdraagt.

De woning bestaat uit drie lage paviljoenen, discreet ingebed in een open plek tussen de bomen. Samen bieden ze plaats aan vijf slaapkamers en verschillende royale leefruimtes. Mills liet zich inspireren door de eerste berghutten in de Victoriaanse Alpen, die puur als beschutting dienden. Zijn Howqua River Lodge is een herinterpretatie van dat erfgoed: robuust maar verfijnd, eenvoudig maar tijdloos.
Een met de natuur
Duurzaamheid stond centraal bij het ontwerp. Het huis is zo georiënteerd dat het zonnewarmte optimaal benut, terwijl de vallei natuurlijke ventilatie biedt. Regenwater wordt opgevangen om de tuin, het zwembad en de spa van water te voorzien, en zonnepanelen maken de lodge grotendeels onafhankelijk van het elektriciteitsnet.

Binnen weerspiegelt het interieur diezelfde duurzame visie. Kalkpleister, natuursteen en hout van inheemse eucalyptussoorten verbinden binnen met buiten, terwijl grote schuiframen het uitzicht kaderen en de grens tussen beide doen vervagen. Een mix van designklassiekers en erfstukken creëert een sfeer die tijdloos aanvoelt.

‘We hebben dit huis ontworpen om samen het leven te vieren,’ zegt Mills. ‘Het is een plek om te herademen, om na te denken. De ochtenden verlopen in stilte, met wandelingen door de wildernis, de avonden brengen we door rond het vuur. Hier gaat alles trager.’

De lodge biedt precies wat velen vandaag zoeken: ontsnappen aan de hectiek van de stad, zonder comfort of stijl op te geven. Een plek die je mentaal voedt en waar je je diep verbonden voelt met de natuur.
Gebouwd om te blijven
Van idee tot realisatie was het een intens traject. Mills werkte uitsluitend met lokale vakmensen, wier kennis en toewijding voelbaar zijn in elk detail. ‘Hun verbondenheid met deze plek zit in het huis verweven. De lodge is onderhoudsarm, duurzaam en ontworpen om generaties lang mee te gaan.’

Ook de realiteit van bosbranden werd meegenomen. Het huis beschikt over automatische detectiesystemen, een wateropslag en een schuilbunker. De aanplant van inheemse soorten fungeert als natuurlijke brandbuffer

‘Door natuurlijke bronnen te benutten en in verbinding te blijven met de omgeving, hebben we de vrijheid om op onze eigen voorwaarden te leven,’ zegt Mills. ‘We lieten het land het ontwerp sturen. Wat hier staat, hoort hier thuis. Het draagt niet mijn handtekening, maar het is een samenwerking met de omgeving en de mensen.’

Voor Mills is dat de essentie van architectuur: ‘Huizen moeten standhouden, reageren op hun omgeving en gekoesterd worden door generaties. Als dat lukt, wordt een gebouw meer dan gewoon een verblijf. Het wordt dan een deel van wie we zijn.’