Doe maar rustig: de schoonheid van soberheid in je interieur
Op straat is het druk, op het werk krijg je zoveel prikkels te verduren. Overal is er ruis. Om daaraan te ontkomen verlangde Shanice Engel naar een plek waar ze zich van alle indrukken kon ontdoen. Letterlijk. ‘Ik heb zelfs lang getwijfeld of ik thuis wel een tafel wilde.’
Shanice Engel is sprankelend en babbelt honderduit. Je ziet haar op de beste feestjes, de spannendste openingen of optredens van the next big thing. Ze reist graag de wereld rond en haar telefoonboek bulkt van de interessante contacten. Hoe ze in Brussel op de rand van Molenbeek woont, lijkt de antithese van haar leven te zijn. Een museale tempel zonder enige afleiding, met uitzondering van een paar knalblauwe Bold-stoelen van Big Game. Behalve een kookeiland, een modulaire zetel en een eettafel zijn er geen meubelen te zien. De muren bleven kaal, geschilderd in grijze mineraalverf. ‘Ik hou wel van dat verrassingseffect’, lacht ze. ‘Een blik op mijn interieur helpt anderen om me beter te begrijpen. Ik heb echt nood aan die visuele rust om mijn focus op de rest niet te verliezen.’ Haar interieur werd een doorgedreven zoektocht naar de balans tussen esthetiek en functionaliteit, een queeste die ze ondernam met architect Arnout De Sutter. ‘Ik wilde me aan het strikt noodzakelijke houden. Als kind hechtte ik me al niet echt aan spullen, vandaag is dat niet anders. Veel meer dan een bed, een bank, een tafel en wat stoelen heb ik niet nodig. En zelfs daarover heb ik even getwijfeld’, gaat ze verder. ‘Ik was eigenlijk niet op zoek naar de huiselijkheid die zo’n tafel met zich meebrengt.’ Dat had ze namelijk achtergelaten in Antwerpen: een oud gerenoveerd herenhuis met bijbehorende versieringen, modern ingericht. ‘Toen zat mijn leven anders in elkaar. Ik ben naar Brussel verhuisd omdat ik op zoek was naar anonimiteit. Zowel buitenshuis als binnen mijn vier muren.’
Het idee dat je je volledig kunt ontdoen van dat materiële, van dat bezit, heb ik altijd interessant gevonden.
Spijt van de stoelen
Die anonimiteit is ook wat ze zo apprecieert aan hotels, wat haar appartement ook absoluut moest uitstralen. Ze haalt het Amangiri Resort in Utah aan, dat een diepe indruk achterliet toen ze er tien jaar geleden verbleef. Het hotel, midden in de woestijn, is opgebouwd uit mineraal gesteente waardoor het helemaal opgaat in het landschap. De inrichting is sober en functioneel. Het werk van drie samenwerkende architecten: Marwan Al-Sayed, Wendell Burnette en Rick Joy. ‘Ook al zijn er geen persoonlijke artefacten te zien, toch is een hotel zo ingericht dat iedereen zich er op de een of andere manier thuis voelt. Als ik hier morgen de deur achter mij zou dichttrekken, kan iemand anders hier meteen intrekken zonder het gevoel te hebben dat het ooit van iemand anders was. Er is niks dat naar mij verwijst. Geen foto’s, geen kunstwerken, geen souvenir. Terwijl alles wel degelijk doorgedreven maatwerk en juist heel persoonlijk is.’
Alles wat er staat verdiende zijn plek na een proces van wikken en wegen, waarop een aanpassingsperiode volgde. ‘Ik heb het altijd wat moeilijk als hier een nieuw object binnenkomt. Ik heb nogal snel het gevoel dat het vol staat’, lacht ze. ‘De blauwe stoelen heb ik uiteindelijk twee keer gekocht. De eerste keer kwamen ze te hard binnen en verkocht ik ze meteen door aan een paar vrienden. Tot ik er spijt van kreeg en ze opnieuw bestelde. Nu staan ze hier én bij mijn maten. Grappig zicht, telkens weer.’
Rave cave
Het appartement maakt deel uit van een oud slachthuis dat door een projectontwikkelaar tot casco units werd verbouwd. Haar verdieping maakte deel uit van de koelruimte, die om onduidelijke redenen volledig asymmetrisch was. Dat er geen enkele hoek van negentig graden te vinden was, werd de grootste uitdaging van de architect. Shanice wilde exacte symmetrie. Om de steunpalen recht te krijgen werden ze bijgekleed, de schuine wanden verdwenen achter wanden van maatkasten die tot aan het plafond reiken. Het afgeronde volume dat de inkom van de woonkamer scheidt moest de aandacht afleiden van de schuine raampartijen. De sereniteit die hij de ruimte daarmee kon geven had natuurlijk een verlies van oppervlakte tot gevolg. ‘Ik ken niemand die het zo ver zou doordrijven’, geeft Arnout toe. ‘Maar Shanice gaf uiteindelijk een dressing op om tot die perfecte symmetrie te komen.’
Omdat de originele kurkisolatie van de koelcel in het grootste deel van het appartement aanwezig bleek – ook in het plafond – waren er ook mogelijkheden om lichtpunten te plaatsen. Daarom werd overal indirecte verlichting geplaatst. Arnout haalde de mosterd bij de film Blade Runner 2049, die een Oscar won voor onder meer het lichtontwerp. ‘Het is een beeld dat al snel naar boven kwam in onze gesprekken.’ In zijn moodboards doken ook projecten op van architecten Arno Brandlhuber en Claudio Silvestrin, die meer dan dertig jaar geleden met John Pawson het lichtroze Neuendorf House ontwierp in Mallorca. ‘Als de ruimte zo minimalistisch is, moet het licht ook perfect zijn. Helaas is dat een uitgave waar te vaak op wordt bespaard. Zonde. Dan heb je een uitgepuurd interieur waar overal peertjes aan het plafond hangen.’
Voor dit project nam hij een oude studiegenoot onder de arm, lichtarchitect Simon Berten (Inti) die ook de neonverlichting aan de inkom bedacht. Samen met de lijnen van de indirecte verlichting creëren ze ’s nachts het gevoel dat je een nachtclub binnenstapt. De postapocalyptische undergroundvibe die je ook in de Blade Runner 2049 herkent. ‘Van een heel licht en sober appartement overdag tuimel je bij valavond in een rave cave‘, lacht Shanice. En zo maakt ze spontaan de synthese van haar twee uitersten.
ID Shanice Engel (29)
– Geboren in Antwerpen.
– Associate partner bij oona, een communicatiebureau met kantoren in Antwerpen en Amsterdam en internationale klanten waaronder Samsung, Zalando, Levi’s, Ikea en Telenet in de portefeuille. Ze is er verantwoordelijk voor het businessdevelopment van het bedrijf in de Benelux. Ze bouwde er de influencermarketingtak van het bureau uit.
ID Arnout De Sutter (35)
– Geboren in Brugge.
– Studeerde architectuur aan Sint-Lucas in Gent, waarna hij aan de slag ging bij Xavier Donck. De architect op rust en kunstverzamelaar bracht hem zijn benadering van materialisatie bij en liet hem kennismaken met een breder inspiratieveld dan architectuur alleen.
– Startte onder eigen naam in 2019.
– Doet voornamelijk residentiële projecten, steeds in nauwe samenwerking met de bouwheer, waarbij een passie voor experiment, brutalisme en ruwe bouwmaterialen primeert.
adsarchitectuur.be
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier