Hedendaags design in het wild: binnenkijken in een Antwerps appartement dat dubbelt als kunstgalerie

Scott Lippens leeft niet alleen van de verkoop van hedendaags collectible design, in zijn appartement slash galerie leeft hij er middenin. ‘Hier bewijs ik dat zulke stukken ook in een klassiek interieur werken.’
Zijn passie voor collectible design wordt al duidelijk vanaf de eerste kop koffie die hij voor me op tafel neerzet. Want zodra Scott Lippens mijn nieuwsgierigheid opmerkt, vertelt hij honderduit over de zware bruine keramiek, met een oor dat op het eerste gezicht aan een boksring doet denken. Dat het object uit het atelier van Fritz Adamski komt, een Duitse maker die hij onlangs ontdekte op een groepsexpo bij Cour. Dat zijn vazen ook fantastisch zijn en dat ik, als ik de kans heb, zeker eens moet binnenspringen bij de Antwerpse galerie, ‘omdat die heel goed bezig zijn’.
Lippens leeft niet alleen van hedendaags collectible design, hij leeft er middenin. Zijn appartement is immers tegelijk de galerieruimte die hij twee jaar geleden als Uppercut boven de doopvont hield. Hier slaapt, doucht en kookt hij, en ontvangt hij zowel zijn vrienden als zijn klanten. ‘In New York bezocht ik een galerie-appartement dat me aan het denken zette. Op dat moment waren er in België wel al designgaleries die naast hun showroom ook hun eigen woning af en toe openstelden. Maar concepten waar fulltime gewerkt en gewoond werd, had ik hier nog niet gezien’, legt hij zijn situatie uit. ‘Het heeft zo zijn voordelen. As beginnende galerie hoef ik me niet te verbinden aan een duur huurcontract voor een expositieruimte. Bovendien leent dit appartement zich er perfect toe om te bewijzen dat zulke hedendaagse stukken ook in een klassiek interieur werken.’
Te uniek voor verkoop
‘De Résidence Léopold op de Antwerpse Van Rijswijcklaan was in 1932 het eerste flatgebouw van de straat’, weet Lippens. Het is door architecten Alfred Portielje en Jan De Braey in een luxueuze beaux-artsstijl ontworpen. Oorspronkelijk nam elk appartement een volledige verdieping in beslag. Aan de straatzijde waren de ruimtes voorzien voor de bewoners, de rest was bestemd als dienstruimte voor het inwonend personeel. Op deze verdieping woonde de dochter van de bouwheer. Na de Tweede Wereldoorlog werden de appartementen echter opgesplitst. De houten lambrisering aan de straatkant bleef bewaard in de woonkamer. In de jaren 30 was die salon misschien ingericht met art-nouveaustoelen of een art-decotafel. Nu prijken er radicale ontwerpen van een resem makers uit de internationale collectible design-scene. Zoals een sm-achtige stoel van het Italiaanse Concorde met een bijbehorende bijzettafel die als een voetboei aan een ketting ligt. ‘In steriele, witte exporuimtes zien zulke stukken er heel radicaal en extreem uit. Maar ze passen heel goed in oudere architectuur.’
Lees ook: Koffietafel wordt kunstobject: wat is collectible design?
Kloosterkeuken
In de voormalige dienstkeuken bewaarde Scott de gekleurde klinkers en vanillegele tegels. De combinatie van kleuren, materialen en objecten geeft de ruimte een vleugje radical design. De Italiaanse beweging die in de jaren 60 en 70 tegen de gevestigde designwaarden en -normen schopte, schreef geschiedenis met onder andere de Cactus-kapstok van Gufram en de immer populaire Ultrafragola, de golvende spiegel van Ettore Sottsass. Voor zijn kasten haalde de galerist inspiratie bij het klooster dat Le Corbusier ontwierp, Couvent Sainte-Marie de La Tourette, ten noorden van Lyon. Daar waren ze kanariegeel, in Antwerpen maakte hij ze lentegrasgroen. In de keuken staan voornamelijk stukken die hij niet verkoopt, wegens te uniek. De aluminium schappen van Arthur Vandergucht, de ronde tafel van Moreno Schweikle en de metalen lampen van Charlotte Bombel die erboven hangen, zijn speciaal voor hem gemaakt.
Designdilemma
Net zoals niet alles in Lippens’ woning te koop is, valt ook niet alles onder de noemer van hedendaags collectible design. Hij heeft evengoed een bijzondere vintage Weltron Space Ball-radio, een Brionvega-platenspeler van Achille Castiglioni en een lamp van Gae Aulenti. ‘Ik was veertien jaar toen ik die lamp in de kringloopwinkel opmerkte. Die doe ik nooit weg,’ lacht hij, ‘want daarmee is het allemaal begonnen.’
Zijn interesse in het werk van de Italiaanse designer-architect groeide eerst uit tot een lightversie van verzamelen. Daarna vormde het een mooie bijverdienste naast zijn eerste job. ‘Een tijdlang heb ik vintage design verhandeld. Tot ik voor een dilemma stond: blijf ik bij vintage of waag ik me aan hedendaags design? Het leek me moeilijker om me te onderscheiden in een verzadigde vintage markt. Daarom besloot ik om mijn volledige stock, op een paar stukken na, van de hand te doen.’
Die keuze legde hem geen windeieren. Verzamelaars van vintage blijken ook interesse te hebben in hedendaags design. En zijn aanpak om beide in zijn appartement te combineren werkt. Naast private collectioneurs vonden ook modewinkels, van Bellerose tot Dries Van Noten, de weg naar Uppercut.
Drukdrukdruk
Niet dat de galeriehouder wil berusten in wat hij tot nu toe heeft bereikt. Het gaat hard voor Lippens en de galerie. Behalve zijn aanwezigheid op Collectible in Brussel (van 13 tot en met 16 maart), zijn er plannen om met de designers naar Milaan te trekken, en daarna naar Parijs. Dan volgt er een bijzondere installatie extra muros tijdens Antwerp Art Weekend (29 mei tot 1 juni). Zijn tweejarig bestaan wil hij vieren met een zomertentoonstelling in zijn ouderlijke huis in Damme. Met zo’n agenda zou je bijna vergeten dat je ook nog bij hem thuis op de koffie kunt om alles te bewonderen.
Lees ook: Gevonden voorwerpen: binnenkijken bij twee designantiquairs
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier