De Genkse Véronique Claessens is de eerste vrouwelijke Vlaams Bouwmeester: ‘Impact hebben kan ook zonder groot nieuw gebouw’

Team Vlaams Bouwmeester heeft zijn kantoor in de Ravensteingalerij in Brussel. Claessens overweegt in de hoofdstad te gaan wonen, ‘om volop in het cultuuraanbod daar te kunnen vliegen’. © Titus Simoens
Elke Lahousse
Elke Lahousse Journalist voor Knack Weekend

Meisje van de cité, cultuurbeest, ruimtelijk planner: wie is Véronique Claessens, onze nieuwe Vlaams Bouwmeester, en hoe wil ze de komende vijf jaar haar taak aanpakken?

Sinds deze maand heeft Vlaanderen een nieuwe Bouwmeester. En voor het eerst in zesentwintig jaar is dat een vrouw. Véronique Claessens (52) is er klaar voor, vertelt ze beslist maar bedachtzaam wanneer ze ons thuis in Genk ontvangt, volledig in het zwart gekleed, op de fluogele hakken van haar Raf Simons-laarzen na. ‘Na vijftien jaar als ruimtelijk planner voor Genk heb ik veel zin om mijn ervaring breder in te zetten.’

Weinigen weten wat Claessens vorige job precies inhield, als directeur Ruimte voor de stad Genk. Toch zijn haar realisaties bij het grote publiek bekend. Ze stuurde nieuw leven aan op de oude Genkse mijnterreinen met de ontwikkeling van de cultureel artistieke hotspot C-Mine en het hoogwaardige bedrijventerrein THOR Park, met de slimme maakcampus FacThory. Dat Genk uitgroeide tot een voorbeeldstad in ontharding en vergroening, klaar voor een klimaatbestendige toekomst, is een van Claessens andere stokpaardjes.

Haar ambities als Vlaams Bouwmeester kan ze nog niet echt uit de doeken doen. Haar visienota is ze momenteel nog aan het schrijven. Maar de toon zal alvast verbindend zijn. En met een koffie in de hand en hond Noodles in haar buurt wil Claessens al wel haar licht laten schijnen op een aantal thema’s. Zoals het feit dat ze de eerste vrouwelijke Vlaams Bouwmeester is.

Vond jij het belangrijk dat er na 26 jaar eindelijk een vrouw werd benoemd?

‘Toch wel. Architectuur blijft een mannenwereld en diversiteit is cruciaal. Mannen denken vaker actiegericht en op korte termijn, vrouwen eerder reflectief en op lange termijn. Ik weet dat je niet kunt veralgemenen, maar ik zit toch ook op die manier in elkaar. In plaats van recht op een doel af te gaan, hou ik van samenwerking en verbinding. Het heeft dus zeker een symbolische waarde om de eerste vrouwelijke Bouwmeester te zijn.’

Architectuur blijft een mannenwereld en diversiteit is cruciaal. Dat wordt sowieso een van mijn speerpunten.

‘Diversiteit wordt sowieso een van mijn speerpunten, in de brede zin: ik wil in de ontwerpfase ook antropologen, sociologen, jongeren, kunstenaars en andere gebruikers van de publieke ruimte betrekken. In Genk hebben kunstenaars al veel bijgedragen aan de levendigheid en vernieuwing van de publieke ruimte – van intieme kunstwerken langs wandelroutes tot initiatieven die een boost betekenen voor horecawijken.’

Je ruilt een lijvige job in Genk in voor een nog uitgebreidere taak op Vlaams niveau. Ben je gevraagd voor de job, of solliciteerde je zelf?

‘In tegenstelling tot de vorige Bouwmeesters kom ik niet uit een groot architectenbureau. Ik ben burgerlijk ingenieur-architect van opleiding, maar mijn sterkte ligt in langetermijndenken over de openbare ruimte, niet in het bouwen, of opvolgen van een werf. Aanvankelijk dacht ik dus niet dat ik in aanmerking kwam, omdat ze nog nooit iemand met mijn profiel kozen. Maar ik werkte in Genk vaak samen met het Team Vlaams Bouwmeester aan projecten, bijvoorbeeld aan Kolderbos. Die sociale woonwijk, met een negatieve reputatie en veel armoede, kreeg na hun begeleiding een tweede leven. Het waren mensen uit het team zelf die me aanspoorden om te kandideren.’

Véronique Claessens
© Titus Simoens

‘Na vijftien jaar in Genk voelde het als het juiste moment voor iets nieuws. Ik ben geen architect met een portfolio van indrukwekkende gebouwen, maar ik zal een Bouwmeester zijn die goed weet wat er bij lokale besturen leeft.’

Meisje van de cité

De taakomschrijving van een Vlaams Bouwmeester is enorm. De vacature telde vijftien pagina’s. Hoe begin je aan zo’n opdracht?

‘Veel mensen weten niet wat de Vlaams Bouwmeester eigenlijk doet. De rol evolueerde ook over de jaren, maar biedt net daardoor veel vrijheid om eigen accenten te leggen. De Bouwmeester heeft twee kerntaken: de ondersteuning en begeleiding van publieke bouwheren bij concrete projecten in Vlaanderen, en de ontwikkeling van een sterke visie op onze architectuurkwaliteit. Dat laatste kun je doen door onderzoek, door pilootprojecten, door deel te nemen aan het publieke debat, cases te bestuderen, enzovoort. Ik ga aan de job beginnen door veel te praten en vooral te luisteren naar wat er leeft – op kabinetten, bij departementen en lokale besturen.’

Véronique Claessens
Claessens erft van haar voorgangers een fantastisch team. ‘Hun kennis is goud waard.’ © Titus Simoens

‘Het bouwmeesterschap valt onder de verantwoordelijkheid van de Vlaamse minister-president. Dus als Vlaams minister van Wonen Melissa Depraetere 450.000 nieuwe woningen wil tegen 2050 om de vergrijzing en de toename van kleine huishoudens op te vangen, dan vind ik het mijn taak als Vlaams Bouwmeester om die doelstelling te helpen halen. Uitzoeken wat Vlaanderen nodig heeft, wordt mijn eerste focus, ook al is dat niet zo sexy om mee uit te pakken. Het is wel wat ik graag doe. Ik ben een helikopterdenker.’

Je groeide op in Genk, een multiculturele stad door haar mijnverleden. Op welke manier kleurt dat je werk ?

‘Ik ben een meisje van de cité. Ik ben hier geboren en getogen en in de lagere school zat ik met twee Vlaamse meisjes in de klas. Voor de rest waren het kinderen met Poolse, Griekse, Turkse, Marokkaanse en Spaanse ouders. Op verjaardagsfeestjes aten we moussaka of andere gerechten uit de wereldkeuken. Genk is op dat vlak anders dan andere Vlaamse steden en die diversiteit vormde mijn blik als ruimtelijk planner. Ik zoek altijd naar een planningstraditie die past bij een plek en haar geschiedenis. Die houding neem ik ongetwijfeld mee naar mijn bouwmeesterschap.’

Uitzoeken wat Vlaanderen nodig heeft, wordt mijn eerste focus, ook al is dat niet zo sexy om mee uit te pakken.

‘Wat multiculturaliteit betreft zie ik nog veel onevenwicht in de samenleving. Kijk alleen al naar de huurmarkt, waar mensen met een allochtone familienaam vaak geen huurwoning vinden. Dit probleem kan de Bouwmeester niet oplossen, die bouwt geen privéwoningen, maar we moeten als maatschappij wel aandacht blijven hebben voor diversiteit.’

Impact op lange termijn

Welke rol kan het Team Vlaams Bouwmeester spelen in het veiliger maken van onze openbare ruimtes? De hashtag #rechtopdenacht ging onlangs viraal na de moord op een zeventienjarig meisje in Nederland.

‘Een terechte vraag, maar ik heb geen pasklare oplossing. Ik geloof minder in crime prevention through environmental design: dat je misdaden kunt verhinderen door zaken als meer camera’s, meer verlichting, open ruimtes zonder donkere hoeken. Ik geloof wel in plekken waar de sociale cohesie sterk is.’

‘Een voorbeeld is Superkilen in Kopenhagen, een park dat culturele diversiteit viert. Het werd ontworpen door architect Bjarke Ingels en is gevuld met alledaagse objecten, aangedragen door de bewoners: er staan fonteinen uit Marokko, schommels uit Irak, banken uit Brazilië. Omdat iedereen zich in het park herkent, is het een ontmoetingspek voor jong en oud. Zulke projecten maken de publieke ruimte écht veiliger, omdat mensen ze zich toe-eigenen en er mee zorg voor dragen. En dat hoeft niet veel te kosten. In de woonwijk Kolderbos in Genk legden we gewoon drie boomstammen neer: plots werd het een speelplek voor kinderen en een ontmoetingsplek voor jongeren en moeders. Ik ben voor de langetermijnaanpak, maar ik hou ook van kleine experimenten waar je geen miljoenen voor nodig hebt. Werkt het? Dan kun je het structureel verder uitbouwen. Werkt het niet, dan haal je het weer weg.’

Wanneer Vlaamse steden of gemeenten een ontwerper zoeken voor de bouw van een ziekenhuis, of de aanleg van een park, kunnen ze beroep doen op de Bouwmeester om in die zoektocht te helpen. Maar die kan ook eigen projecten op de agenda zetten. Zo lanceerde de eerste Vlaams Bouwmeester de Open Oproep, een selectiemethode om de beste ontwerpers te kiezen voor publieke projecten, waarbij ook jonge ontwerpers met minder ervaring een kans krijgen. Wil jij nieuwe projecten lanceren?

‘Nu pols je toch naar mijn ambitienota. (lacht) Tijdens de selectiegesprekken kreeg ik die vraag ook. Mijn doel is impactvolle projecten realiseren, met een langetermijnvisie. Hoe we wonen zal een belangrijk thema zijn: wat is er nodig vandaag, maar ook binnen vijftig of honderd jaar? Ik voel niet de drang om met grote nieuwigheden te scoren. Het instrumentarium waar het Team Bouwmeester op kan terugvallen is al sterk: ik wil het vooral uitpuren.

Ik hou van kleine experimenten waar je geen miljoenen voor nodig hebt. Werkt het niet, dan haal je het weer weg.

De Open Oproep blijft het kroonjuweel: sinds 2000 is het een unieke manier om ontwerpers te selecteren voor publieke projecten, een initiatief dat internationaal benijd wordt.
Daarnaast zijn er initiatieven als de Bouwmeesterscans, die sterktes en zwaktes van gemeenten in kaart brengen wat hun ruimtegebruik betreft. Een zeventigtal zijn er al uitgevoerd. Maar gebruiken lokale besturen die analyses ook echt? Waarom wel of niet? Dat wil ik wel eens onderzoeken. Ik geloof in impact meten, studies opvolgen, data gebruiken om je keuzes te onderbouwen. Dat haalt geen voorpagina’s, maar het is ook een vorm van pionieren om voor een beleid te zorgen dat efficiënter werkt.’

Cultuurbeest

Typeert dat systeemdenken jouw manier van werken?

‘Toch wel. Ik wil impact hebben, maar dat hoeft niet met een zichtbaar groot nieuw gebouw. Op het Thor Park in Genk, een groot herbestemmingsproject op een voormalige mijnsite, hebben we bijvoorbeeld bewust vastgehouden aan een visie rond een nieuwe kenniseconomie. Het is nu een wetenschaps- en innovatiepark, omgeven door prachtige natuur, waar ook de laaggeschoolde Genkse bevolking in nieuwe economieën opgeleid wordt. De advocaten en dokters die stonden te drummen om op het terrein een kantoor te openen, verwezen we door naar andere bedrijventerreinen. Zo’n koersvastheid, op basis van data en nood, typeert mijn aanpak.’

Véronique Claessens
‘Ik kijk uit naar mijn tijd in Brussel, kosmopolitisch zoals Genk. Team Vlaams Bouwmeester heeft er zijn kantoor, maar ik overweeg er zelfs te gaan wonen, alleen al volop in het cultuuraanbod van de hoofdstad te kunnen vliegen.’ © Titus Simoens

Het Vlaams Bouwmeesterschap bestaat sinds 1999. Jij bent de volgende vijf jaar aan zet. Wat neem je mee van je voorgangers?

‘Vooral een fantastisch team, met sommige mensen die er al sinds de eerste Bouwmeester wijlen b0b Van Reeth werken. Hun kennis is goud waard. Die zou ik eigenlijk willen documenteren en er meer mee naar buiten komen.

Ik sprak al met de twee vorige Vlaams Bouwmeesters over hun ervaringen, Erik Wieërs en Leo Van Broeck. Waarschijnlijk zal ik iets minder zichtbaar zijn dan Leo, die vijf jaar lang onafgebroken lezingen gaf en het publieke debat aanwakkerde. Ik ben van plan mijn team meer in de kijker te zetten. Daarnaast hoop ik nog wat ruimte te vinden voor wat mij energie geeft: zwemmen, cultuur, theater, mode, muziek. Ik ben een echt cultuurbeest.

Ik kijk daarom uit naar mijn tijd in Brussel, kosmopolitisch zoals Genk. Team Vlaams Bouwmeester heeft er zijn kantoor, maar ik overweeg er zelfs te gaan wonen, alleen al om de files te vermijden en volop in het cultuuraanbod van de hoofdstad te kunnen vliegen. Mijn sociale leven speelt zich wel in Limburg af, dus ik hoop dat nieuwe collega’s me de eerste maanden mee op sleeptouw willen nemen voor een pintje.’ (lacht)

vlaamsbouwmeester.be

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Expertise