Binnenkijken in het jaren 60-paviljoen van juweelontwerpster Fabienne Kriwin
Fabienne Kriwin laat zich door alles inspireren, maar vooral door haar reizen, wandelingen en dagelijks leven. De Brusselse juweelontwerpster ontving ons in haar geheime schuiloord, een paviljoen uit de jaren 60, met een serene maar eigentijdse uitstraling.
Toeval bestaat niet in het leven van Fabienne Kriwin. Ze laat zich leiden door haar gevoel en haar intuïtie. Na drie jaar rechtenstudie besloot ze het roer om te gooien. Ze creëerde haar eigen kledinglijn César et Rosalie. ‘Het was een mooie ervaring, ik heb er vijftien jaar lang van genoten’, zegt ze glimlachend. ‘Maar ik moest elk seizoen weer uitpakken met een nieuwe collectie en dat vroeg enorm veel energie. Alles moest altijd snel gaan. Ik voelde de behoefte om te vertragen, om meer tijd- loze dingen te maken. Dus ben ik zo’n twaalf jaar geleden begonnen met het ontwerpen van juwelen, als autodidact.’
Ook het huis waarin ze woont koos ze intuïtief. Enkele jaren geleden ontdekte ze het pand in Vlaams-Brabant, op een steenworp van Brussel. ‘We woonden in een flat op de Floridalaan in Ukkel. Het was een charmant appartement met grote terrassen, maar ik had zoveel spullen verzameld dat het erg overladen werd. Ik wilde iets heel anders, een gelijkvloerse ruimte die meer rust uitstraalde. Ik wilde ook meer groen om me heen. Ik maak graag wandelingen, de natuur inspireert me. Tijdens een bezoek aan een vriend ontdekte ik deze plek. Ik was meteen verliefd. Een dag later was de koop gesloten!’
Het paviljoen is zeer gunstig gelegen, aan het eind van een privélaan, zonder aangrenzende buren in een groen kader. De oriëntatie is ideaal, want de achterzijde krijgt veel middagzon. ‘Het gebouw dateert uit de jaren 60 en is het werk van Jean Van Hufflen. De architect was net afgestudeerd aan La Cambre toen hij dit huis voor zichzelf bouwde. Hij zette er nog een tweede woning naast voor zijn vader. We hebben de twee gebouwen samen- gevoegd. Alles was van meet af aan heel goed doordacht, met veel mooie raampartijen en een zee van licht’, vertelt onze gastvrouw. Ze laat ons ook een verbazingwekkende buitenmuur van keien zien, een eenmalige creatie van de architect, die erg veel zorg besteedde aan de compositie.
De olifant in de kamer
De met zonlicht overgoten woonruimtes werden tijdens de renovatie nog verder opengewerkt. Alle kamers geven uit op een kleine centrale patio. Die zorgt voor extra licht en vormt in de zomer een mooie verbinding tussen de twee volumes. Essentieel zijn de vlotte circulatie, de vloeiende overgangen van het interieur naar de tuin en de transparante speelsheid, terwijl er toch voldoende privacy is voor alle gezinsleden. Zo bevinden de kamers van de kinderen, die inmiddels volwassen zijn, zich een half niveau hoger, afgescheiden van de rest. ‘De verbouwing werd uitgevoerd door de Brusselaar Jacques Van Haren’, vertelt Fabienne. ‘We hebben eerst met andere architecten gesproken, die meer gespecialiseerd waren in oude gebouwen, maar ze begrepen niet waar we naartoe wilden. Van Haren begreep perfect wat we wilden. Hij koos voor een eigentijdse loftstijl, met behoud van een warme sfeer.’
Ook wat de inrichting betreft werd gekozen voor een mix van vintage meubelen en iconisch design. Daar waren ook op maat gemaakte stukken bij, met inbegrip van de kasten en de houten rekken in de dressing en badkamer, en ook het bankstel en de tv-hoek. ‘Ik was nog maar 20 toen ik al regelmatig ging snuisteren in de wijk rond het Vossenplein in Brussel. Daar kun je nog echte vondsten doen. Ik hou vooral van Scandinavische houten meubelen. Ze zijn sober en licht, maar hebben toch veel présence. Zo creëerde ik een sfeervolle mix van nieuwe en oude elementen.’
Ook de kleuren spelen in dit interieur een belangrijke rol. Zo wordt het alomtegenwoordige wit van de muren gecompenseerd door elementen die soms erg kleurrijk zijn, zoals de aluminiumplaten in de gang, gesigneerd door de Amerikaanse kunstenaar Christian Eckart. ‘Mijn vader had een kunstgalerie. Ik ben dus al sinds mijn prille jeugd omgeven door kunst- werken. Ik heb veel bewondering voor gerenommeerde kunstenaars zoals Anish Kapoor, Charles Francis Richter en Alexander Calder. Maar ik volg vooral mijn hart.’ Een voorbeeld is de hoge aardewerken vaas in de hal, die Fabienne vooral aanspreekt vanwege de textuur die doet denken aan de huid van een olifant.
Stille ruimte
De woonkamer illustreert perfect de hedendaagse en tegelijk aangename, warme sfeer waar ze zo aan gehecht is. De grote open keuken die uitgeeft op de eetkamer, met een extra grote houten tafel, wijst op het plezier dat Fabienne schept in het ontvangen van vrienden en het organiseren van feestjes. ‘Ik kook graag, maar ik wil tijdens het koken bij mijn gasten blijven, dat is veel gezelliger.’ Het knusse salon met de prachtige open haard is als een cocon voor de ontwerpster, die ook nood heeft aan stilte en afzondering. ‘Ik ben niet bang om alleen te zijn, ik heb die afzondering nodig om creatief te kunnen zijn.’
Fabienne gaat vaak aan haar lange tafel zitten, in de eetkamer of in haar bureau, afhankelijk van het licht, en spreidt er haar stenen uit. Zij zijn de basis van haar werk. Hieruit ontstaan ideeën en daarna juwelen. ‘Ik vertrek van mijn stenen met als doel ze zo goed mogelijk tot hun recht te laten komen. Ik maak schetsen en test vervolgens de verhoudingen met behulp van plasticine.’ Haar inspiratie haalt Fabienne vooral uit de reizen die ze maakt en de natuur die haar woonst omringt. Dat het zicht op al dat groen een creatieve ziel beroert, begrijpen we volkomen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier