Modernisme met een vleugje brutalisme: kijk binnen in het Volckrick-huis

binnenkijken in het Volckrick-huis
© Nicolas Schimp
Jacinthe Gigou Kunsthistorica

Expo 58 deed een optimistische wind door de hoofdstad waaien. In die geest van hoop en vooruitgang verschenen her en der gedurfde constructies, zoals het huis van architect Georges Volckrick. Het Volckrick-huis is een must-visit voor wie van modernisme met een vleugje brutalisme houdt.

Het Volckrick-huis ligt in Watermaal-Bosvoorde, zuidgericht, met een grote ruimte aan de voorzijde die het perfect geschikt maakt om de voorgevel bijna geheel uit glas op te trekken. Het onderscheidt zich op meer dan één manier van traditionele constructies, onder meer door de combinatie van verschillende materialen zoals asfalt, basalt en fragmiet, maar ook een felgekleurde toets hier en daar: goudgeel, intens blauw, roze. Zo kun je dit optimistische gebouw beschouwen als een spiegel van zijn tijd.

Kijk binnen in het Volckrick-huis
Het kantoor is de meest originele ruimte, waar de materialen volledig tot hun recht komen: fragmiet (stro) aan het plafond, asfaltvloer, pilaren van gebouchardeerd beton. © Nicolas Schimp

Het huis fungeert niet alleen als woning voor het grote gezin, het herbergt ook een architectenbureau en dient op die manier als visitekaartje voor de architect. Om een gezin met vijf kinderen te huisvesten, is het woongedeelte gespreid over vier niveaus en geeft het een prominente plaats aan diagonalen en stompe hoeken, waardoor het veel dynamiek krijgt. De ligging op de hoek van twee straten maakt de ontwikkeling van een imposante zijgevel mogelijk: een bijna monolithische bakstenen muur, waarin de sculpturale frames van het kantoor op straatniveau zijn uitgesneden.

Volckrick-huis
De sculpturale gevel van het kantoor, met meubilair en geïntegreerde brievenbus. © Nicolas Schimp

Cultarchitect

Hoewel de architectuur in het Brussel van de jaren 1950 geen al te beste reputatie heeft, zijn er her en der in de straten toch opmerkelijke, vernieuwende constructies verrezen. Sommige architecten hebben gezocht naar een moderne taal, verrijkt met transparantie, kleur en poëzie. De droom van een nieuw, modern leven die volop tot bloei komt tijdens de wereldtentoonstelling, geeft aanleiding tot een ware renaissance in de architectuur, met een zeer divers en speels repertoire.

Terwijl sommige gebouwen ook vandaag nog tot de verbeelding spreken, bleven andere alleen bij insiders bekend, ook al zijn het echte juweeltjes, zoals het Volckrick-huis. Erkend door zijn collega’s, maar nog steeds weinig bekend bij het grote publiek, voltooide de architect Georges Volckrick (1918-1987) zijn huis in hetzelfde jaar als de wereldtentoonstelling. Een van zijn dochters en haar man namen er tien jaar geleden hun intrek om het te beschermen, te onderhouden en te herstellen.

In de woonkamer is de vloer bedekt met fabriekstegels en de muur is betimmerd met grenenhout.
In de woonkamer is de vloer bedekt met fabriekstegels en de muur is betimmerd met grenenhout. © Nicolas Schimp

Vorm volgt functie

Het Volckrick-huis is met zijn contrast van licht, zijn grote, lege ruimtes en de expressie van materialen een meesterlijk voorbeeld van de optimistische architectuur die zich opent voor de nieuwe tijden van de naoorlogse periode. Bij het binnenkomen word je getroffen door de serene, dynamische en inspirerende sfeer. Hier is geen sprake van de zogenaamde ‘Robbedoes’-stijl die toen in zwang was, noch van radicale ingrepen, maar eerder van een gematigd modernisme. Het ruime gebruik van baksteen verleent er zelfs een zweem van brutalisme aan.

In de keuken dragen de groene kleur van de deur en het luik bij tot de vrolijkheid van het interieur.
In de keuken dragen de groene kleur van de deur en het luik bij tot de vrolijkheid van het interieur. © Nicolas Schimp

Volckrick ontwierp het huis als een gesamtkunstwerk met een eigenzinnige interieurindeling. Opmerkelijk zijn de met asfalt beklede betonnen trap en de in het kantoor geïntegreerde raamkozijnen met meubelen en brievenbussen. Vorm volgt functie. De materialen krijgen op die manier de kans om zich vrij uit te drukken in al hun kwaliteit en poëzie. Op de begane grond is het plafond van het kantoor bekleed met fragmiet, een isolatiemateriaal van riet dat meestal wordt verborgen. De toepassing van fragmiet was al te zien bij Le Corbusier, maar de vloer van asfalt was zeker een primeur.

Een mooi zwart-witcontrast in de inkom: een zwarte marmeren vloer, een met asfalt beklede trap en wit geschilderde bakstenen muren.
Een mooi zwart-witcontrast in de inkom: een zwarte marmeren vloer, een met asfalt beklede trap en wit geschilderde bakstenen muren. © Nicolas Schimp

Boven ontvouwt het woongedeelte zich in een ruimtelijke en lichtgevende continuïteit, bedekt met platen van zandsteen. Aan de kant van de living verwarmt een open haard de ruimte en zorgt hij voor de nodige gezelligheid. De haard van het Volckrick-huis is ontworpen door de beeldhouwer en vriend van de architect, Jean-Pierre Ghysels, die ook een van de twee fonteinen in de Zuidtoren creëerde. De oorspronkelijke binnendeuren zijn meestal geverfd in levendig groen, geel en blauw en versterken het dynamische karakter van de plek.

De open haard is ontworpen door bevriende beeldhouwer Jean-Pierre Ghysels.
De open haard is ontworpen door bevriende beeldhouwer Jean-Pierre Ghysels. © Nicolas Schimp

Het Volckrick-huis wordt af en toe opengesteld voor rondleidingen tijdens architectuurfestivals en staat sinds 2020 in zijn geheel op de monumentenlijst. Het biedt een kans om een stukje te ontdekken van ons miskend modern Belgische erfgoed, dat tot het opmerkelijkste van Europa behoort.

ID Georges Volckrick

Geboren in 1918 en overleden in 1987 in Brussel.

Studeerde aan het Institut d’Architecture Saint-Luc in Sint-Gillis tot 1943, daarna gaf hij er les tussen 1952 en 1983.

Bouwde privéwoningen, vaak op afgelegen plekken en in dialoog met de omgeving, maar ook sociale woningen en openbare gebouwen: het klooster van de Assumptionisten in Leuven, sociale woningen in Edingen, het Centrum voor Onderzoek in Diergeneeskunde in Ukkel. Hij werkte vaak samen met kunstenaars en ambachtslieden zoals Marthe Wéry en Jean-Pierre Ghysels.

Richtte in 1970 samen met architect Richard Pirlot de groep OIKIA (Atelier d’Architecture et d’Environnement) op.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content