Meer aandacht voor vrouwen op Internationale Biënnale voor Architectuur in Venetië
De architectuurbiënnale van Venetië is de belangrijkste tweejaarlijkse architectuurmanifestatie in de wereld. Dit jaar kozen de Ierse architecten Yvonne Farrell en Shelley McNamara (Grafton Architectes) als thema ‘Freespace’.
Meer vrouwelijke architecten kregen een uitnodiging en spectaculaire projecten werden geweerd. Het is een Biënnale die gericht is op het maken van gebouwen, het verfijnen en de maatschappelijke relevantie. Het bureau DVVT uit Gent kreeg de prestigieuze Zilveren Leeuw voor hun ‘jong en beloftevol’ werk.
De zestiende editie van de Biënnale voor architectuur is een megaproject met maar liefst 63 nationale bijdragen en een centrale expositie in de Giardini en het Arsenale complex met 71 geïnviteerde ontwerpers. Daarnaast zijn er nog exposities in verschillende palazzi in de binnenstad.
Farrell & McNamara maakten een manifest met zeven punten om het begrip ‘Freespace’ te definiëren. Het is een keuze om de inzendingen een bepaalde richting te geven, om de Biënnale te behoeden voor het effect van een splinterbom. Men kan het begrip vertalen als ‘vrijplaats’ maar het is ook ruimer te interpreteren. Zo opteerde Álvaro Siza voor een gebogen zitbank, visueel afgesloten van de centrale wandelzone in het Arsenale gebouw. Een plek om te rusten of kunnen praten.
Een mooie Belgische vertegenwoordiging
In het centrale paviljoen presenteert DVVT, bestaande uit Jan de Vylder, Inge Vinck en Jo Taillieu, het project voor Caritas in Melle met een installatie waarin een fotoreeks van Filip Dujardin is opgenomen. Het resultaat is indrukwekkend en door de positionering van de foto’s ontstaat een overlapping tussen interieur en exterieur.
Tot verrassing van velen kreeg DVVT de Zilveren Leeuw als ‘promising young participant’. Reeds een aantal jaren kijkt het buitenland naar de ontwikkelingen in Vlaanderen, dat geen witte vlek meer is op de architectuurkaart van Europa. Het VAI, de Vlaamse Bouwmeester en de vele ‘Open Oproepen’ hebben er toe bijgedragen om Vlaanderen te positioneren. Tijdens de Biënnale werd ook de Engelse editie van het nieuw Architectuurboek Vlaanderen gepresenteerd, een uitgave van het VAI.
De Italiaanse architecte Francesca Torzo presenteert het ontwerp voor het cultuurcentrum Z33 in Hasselt waarbij het accent ligt op de materiaalstudie. Het onderzoek naar bouwconstructie is ook de grote invalshoek van de BC Architects uit Brussel, met kleinere projecten zowel in België als in Marokko. De presentatie van architecte Marie José Van Hee is eerder minimaal: twee zitbanken en een fotoboek met haar werken. Aan de muur zijn er twee intrigerende foto’s die de kunstenaar Dirk Braeckman maakte van haar eigen woning. De vraag is of de bezoeker, zonder enige duiding van deze twee donkere opnames, de relatie kan leggen met de intensiteit van haar werk.
De landenpaviljoenen
Hoe namen de verschillende landen het thema van ‘Freespace’ op in hun presentatie? Voor Finland zijn de bibliotheken de plaats bij uitstek: niet commerciële ontmoetingsplaatsen en gericht naar de gehele samenleving. Men geeft een overzicht met als slot de nieuwe nationale bibliotheek in Helsinki die eind dit jaar in gebruik wordt genomen.
In het Tsjecho-Slovaakse paviljoen is er het project UNES-CO, het verhaal van het stadje ?esk? Krumlov met 13.000 inwoners dat jaarlijks twee miljoen toeristen te verwerken krijgt. Nu wonen er nog 200 mensen in het historisch centrum. Met het project wordt duidelijk dat deze erkenning gelijk staat met het verdwijnen van het gewone stadsleven, geen Freeplace meer.
Duitsland opteerde voor Berlijn, de zone waar eens de muur stond werd geleidelijk een zone van vrijheid. Boeiend is de Ierse bijdrage met als titel ‘Free Market’, een project om in een aantal kleinere steden en dorpen de vervallen marktgebouwen te revitaliseren als plaats van samenkomst wat meer is dan louter kopen en verkopen.
Het Engels paviljoen is volledig leeg. Via een trap of een lift aan de buitenzijde komt men op een platform met zicht op bomen en de Lido. Een toch erg gereduceerde visie van de architecten Caruso St John. Het Nederlands paviljoen, ontworpen door Rietveld, presenteert ‘Work, Body & Leisure’. Hiervoor werd het interieur keurig opgedeeld in verschillende kamers wat op zich reeds een onverwachte ervaring oplevert.
Het idee van het interieur staat ook centraal in het Zwitsers paviljoen. Een kritische commentaar op normen en regelgeving die maakt dat ons verblijf ‘not free’ is. In het interieur wordt gespeeld met schaalervaring, te grote en te kleine deuren en vensters, wat een bijna surrealistische ervaring oplevert à la René Magritte. Zwitserland kreeg de Gouden Leeuw voor het beste landenpaviljoen.
De tijd van grote futuristische projecten op de Biënnale is voorbij. Zowel in het Italiaanse als het Chinese paviljoen brengt men kleinere, punctuele ingrepen. Mega schaalmodellen en projecties zijn nauwelijks aanwezig. Voor de eerste maal werd de ramen in het Arsenale gebouw niet met plastiek verduisterd, daglicht is een wezenlijk onderdeel van de architectuur. De curatoren benadrukten dat architecten geen beelden moet produceren om te verleiden, maar moeten bouwen met een grote verantwoordelijkheid.
Ditmaal vertegenwoordigt de Fédération Wallonie-Bruxelles ons land in het mooi Belgisch paviljoen. Boven de inkom is EUROTOPIE aangebracht verwijzend naar Europa en de wijk in Brussel met de instellingen. In het bijhorend boek geven de curatoren Traumnovelle & Roxane Le Grelle enige toelichting bij deze keuze. In het paviljoen valt niets te zien, enkel een rond amfitheater in fel blauw. Om binnen te gaan moet men zijn schoenen uittrekken, zoals in een moskee. In plaats van felle kritiek te leveren op de architecten en politici die deze wijk hebben verprutst, is het concept te intellectualistisch. De bezoeker zal niets begrijpen van deze installatie.
Niet alles hoeft onder het thema te vallen om interessant te zijn. Canada bouwde in 1957 een paviljoen in de Giardini met het befaamde bureau BBPR (Banfi, Belgiojoso, Peressutti, Rogers). Deze constructie gevormd rond een boom kreeg een grondige en correcte restauratie.
Deelname van het Vaticaan
Reeds tweemaal participeerde het Vaticaan aan de kunstbiënnale. De keuze van de locatie voor ‘Vatican Chapels’ is bijzonder, een groene zone op het uiteinde van het eiland San Giorgio Maggiore en ver weg van de toeristische drukte. Het basisconcept van waaruit professor Francesco Dal Co vertrok, is de legendarische ‘Woodland kapel’ van Gunnar Asplund uit 1920 op de begraafplaats van Stockholm.
De vraag aan de elf architecten was een ruimte te ontwerpen die ons doet nadenken over de religieuze dimensie en die na de biënnale kan worden verplaatst. Befaamde architecten als Lord Norman Foster en Eduardo Souto do Moura, evenals eerder onbekende ontwerpers werkten samen met Italiaanse bedrijven om de kapellen op ware grootte te bouwen.
De Amerikaan Kenneth Frampton kreeg terecht de Gouden Leeuw voor zijn gehele loopbaan als historicus, criticus en docent. Eduardo Souto do Moura kreeg de Gouden Leeuw voor zijn bijdrage. Wie maar geen genoeg kan krijgen van architectuur kan naar de nabij gelegen stad Vicenza, waar in de indrukwekkende Basilica van Andrea Palladio het recente werk van de Britse architect David Chipperfield wordt gepresenteerd.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier