UrbanCapital bezorgt het verkommerde, vroegmodernistische gebouw een nieuwe bestemming.
UrbanCapital bezorgt het verkommerde, vroegmodernistische gebouw een nieuwe bestemming.
“Met dit project willen we een stukje stad nieuw leven inblazen. We willen het ‘mooiste kraakpand’ van Antwerpen zijn waardigheid teruggeven”, aldus Inge Caes van projectontwikkelaar UrbanCapital. Het gebouw ligt in de Lange Koepoortstraat, op een boogscheut van het historische stadscentrum. Dat de buurt stilaan opnieuw begint te bruisen, blijkt bijvoorbeeld ook uit het initiatief van de Artwalk en de verschillende galerijen die er zich vestigen.
Algemeen wordt het Glazen Huis – ook gekend als het Van Ommerengebouw – beschouwd als één van de origineelste voorbeelden van de vroegmodernistische architectuur in Antwerpen.
Voor het oorspronkelijke ontwerp tekende het Nederlandse architectenbureau Brinkman & Van den Broek in opdracht van de Rotterdamse rederij Van Ommeren. Conix Architects nam de renovatie van de architectuur op zich.
Buiten in de stad
“We wilden het authentieke ontwerp van de architecten Brinkman en Van den Broek zoveel mogelijk respecteren, maar toch hedendaagse elementen integreren. In de geest van de originele architectuur komt er opnieuw een volledig glazen voorgevel. De configuratie van de achtergevel blijft ongewijzigd, buiten de toevoeging van passerelles die toegang geven tot de woonunits”, legt Christine Conix uit.
Binnenin komt een groot binnengebied. Daardoor moeten de toekomstige bewoners van de zestien cityflats zich een beetje buiten in de stad voelen. “Meer en meer mensen gaan in de stad wonen. Tegelijk willen ze het individuele comfort en de rust van een huis op de buiten”, aldus Inge Caes.
Duurzaamheid
Bovendien zal elke cityflat naar de specifieke noden en leefgewoonten van zijn toekomstige bewoners worden ingericht. Anderzijds wil UrbanCapital er ook voor zorgen dat mensen zich blijvend in het appartement goed zullen voelen. “Dat is voor ons duurzaamheid, we hebben daar speciaal het label WellnessWonen voor ontwikkeld”, vertelt Inge Caes.
Om die aandacht voor comfort ook in het interieur te vertalen, werkte interieurarchitect Arjaan De Feyter met ruime, open compartimenten. “In plaats van traditionele muren in steen of gipskarton gebruiken we schrijnwerk dat in de vorm van kastenwanden in één lijn doorloopt met ruimteverdelende wanden”, vertelt De Feyter.
Elien Haentjens
