Antiques show: binnenkijken bij antiekhandelaar Neo Thissen
Elke ochtend gaat de jonge Brusselse antiquair Neo Thissen naar het Vossenplein om vondsten te doen. In zijn appartement vol antiek kom je ogen tekort. “Jagen op stukken die verloren gelopen zijn in de tijd: daarvoor doe ik het.”
Het ‘Paul De Grande-effect’ zou je het kunnen noemen: de interesse voor antiek groeit de jongste jaren weer bij een breder publiek. Dat komt natuurlijk door succesvolle televisieprogramma’s als Schatten op Zolder en vooral Stukken van Mensen, waaraan de excentrieke antiquair De Grande meedeed. “Zulke formats komen uit Frankrijk en Engeland overgewaaid”, weet antiekhandelaar Neo Thissen. “Tv-programma’s als Affaire Conclue, Salvage Hunters, Bargain Hunt en vooral Antiques Roadshow zijn daar al jaren populair. Vlaanderen is nu eindelijk ook mee.”
Antiek op Instagram
Eigenlijk zou Neo Thissen een ideale kandidaat zijn voor zo’n tv-programma. De Brusselaar is jong, grappig en gevat in het Nederlands én het Frans. Hij kent zijn weg in de oldskool antiekwereld, maar met zijn honderdduizend volgers op Instagram is hij toch een buitenbeentje. Weinig handelaars zijn zo actief op sociale media als hij. Als ze al een account hebben.
Een antiquair dieminimalistisch woont, die moet je wantrouwen.
Neo Thissen
Zijn online only-strategie werpt vruchten af: de Brusselaar verhandelt zijn vondsten wereldwijd. “Ik verkoop veel via Instagram. Ik spendeer een uur of twee, drie per dag aan communiceren met geïnteresseerden. Maar ik zet ook stukken op Proantic, een portaalwebsite voor antiek en brocante. Een fysieke winkel zie ik niet zitten.”
Thissen kan de revival bevestigen: hij verkoopt best veel aan jonge mensen. “Zelfs aan tieners en twintigers. Die sparen en kopen dan een paar stukken bij mij. Eén piepjonge klant uit Duitsland kocht al meters oude boeken, zowel achttiende- als negentiende-eeuwse exemplaren. Ik heb ook enkele grote hotelgroepen als klant, omdat die een stock van antiek aanleggen. Als er dan een meubel of object kapotgaat in hun hotel, hebben ze meteen een antieke vervanger klaarstaan. Via die weg hangt een schilderij dat ik op het Vossenplein kocht voor een paar euro, nu in een chic hotel in Versailles en in een kasteelhotel in Zuid-Frankrijk.”
Een shotje lef
Neo Thissen is het alter ego van David de Decker. Thissen is de achternaam van zijn moeder, ‘Neo’ is zijn roepnaam, omdat hij van allerlei stijlen houdt, ook de neo-stijlen. We ontmoeten hem in zijn gelijkvloerse appartement in Brussel uit 1830. Eerlijk gezegd: weinig mannen van 38 wonen zoals De Decker. Behalve zijn bed – een nieuwe ‘Lattoflex’ – is alles er antiek. Eten doet hij altijd met zilveren bestek, in zijn keukenkast staan uitsluitend oude borden. Zelfs van vintage is er in zijn interieur geen spoor te bekennen. “Wie hier nog nooit is geweest, vindt het misschien wat museaal. Ik hou van een vol interieur. Behalve als ik een lamp moet vervangen en eerst tien dingen moet verzetten vooraleer ik er goed bij kan”, lacht hij. “Een antiquair die minimalistisch woont, moet je wantrouwen.”
Dit soort interieur kost normaal een half mensenleven om bij elkaar te verzamelen, omdat het tijd en kennis vraagt. En dat zijn nu net twee dingen waar het veel mensen die hun inboedel bij elkaar zoeken aan ontbreekt. Een shotje lef is ook nodig. Want wie hangt er nu een obiit – een ruitvormig schilderij met iemands wapenschild en sterfdatum erop – boven zijn bed? Wie heeft er een kabinet met scherven van Delfts porselein? En welke dertiger zet er nu twee valse narwaltanden naast zijn marmeren schouw?
Ik zou niet in een woning vol met uitsluitend topstukken willen wonen.
“Ik geef niet om grote namen. Het belangrijkste is dat het ensemble klopt. Ik zou ook niet in een woning vol met uitsluitend topstukken willen wonen. Het is de mix die het hem doet. Als iets mooi is, dan geeft het iets terug.”
Elke dag op jacht
Weer of geen weer, haast elke ochtend kun je De Decker treffen op het Vossenplein in Brussel. “Maar tegen tien uur ben ik al terug thuis, hoor. Ik koop elke dag wel iets. Is het geen meubel, dan wel oud textiel om kussens van te maken. Het Vossenplein is een microkosmos. Je ziet er elke dag dezelfde veertig handelaars rondlopen die kopen van dezelfde veertig handelaars. Ze kennen me goed, bij sommige dealers heb ik zelfs een vaste prijs”, lacht hij.
Niks is vergelijkbaar met het Vossenplein. Het zalige is dat je er aan de bron zit.
“Ik ben al vaak in het buitenland geweest om antiek te kopen. Maar niks is vergelijkbaar met het Vossenplein. Het zalige is dat je er aan de bron zit. De meeste handelaars die er staan halen namelijk woningen leeg, bijvoorbeeld na een sterfgeval of een erfenis. Dat betekent dat ze alles meenemen, van de grootste rommel tot de grootste schatten. Er is nog geen voorselectie gebeurd, niemand heeft er de beste stukken al uit gevist, zoals in de kringwinkels tegenwoordig gebeurt. En dat maakt de zoektocht zo spannend. Je kunt echt vondsten doen. Het loont de moeite om de laden van de kasten eens open te maken. Vorig jaar is er nog een tekening van Jean Cocteau opgedoken.”
Ouder dan je oma
“Jagen op stukken die verloren gelopen zijn in de tijd: daarvoor doe ik het. Maar de jacht is eigenlijk leuker dan de vangst. Toen ik onlangs een prachtige secretaire voor honderd euro zag in Louis-Philippestijl, kon ik die niet laten staan. Maar nu moet ik dat meubel dus weer verkopen of een plaatsje geven. Ik hou van antiek omdat het ouder is dan je oma en beter gemaakt is dan hedendaagse spullen van elke andere meubelwinkel. Dus waarom zou je antiek geen kans geven? Mijn gouden regel: of het nu een pot, een stoel, een sculptuur of een tapijt is, draai het eens om. De achter- of onderkant verraadt vaak de kwaliteit of de echtheid.”
De jacht is eigenlijk leuker dan de vangst.
De Decker is niet het soort handelaar dat zijn vondsten de dag zelf nog verkoopt. Liefst leeft hij er zelf een poosje mee. Is het niet in Brussel, dan wel in zijn landhuis in de Franse Ardennen. Zes jaar geleden kocht hij in de hoofdstraat van een dorpje de negentiende-eeuwse burgemeesterswoning. “Het pand uit 1835 willen we beetje bij beetje restaureren met oude bouwmaterialen”, zegt hij. “Toen we erin trokken, waren we de jongste mensen in het dorp van tweehonderdvijftig inwoners. Sinds de coronacrisis kopen Belgen en Nederlanders er huizen op. Elk weekend rijden we ernaartoe. Als we aankomen, heeft er altijd wel iemand van het dorp iets te eten klaargezet. We voelen ons er echt welkom. Vorige week zijn ze komen vragen of ik niet op de verkiezingslijst wou staan. Daar moet ik toch nog even over nadenken.”
Antiques show: binnenkijken bij antiekhandelaar Neo Thissen
– Is het alter ego van David de Decker.
– Was als kind gefascineerd door het huis van zijn overgrootmoeder.
– Begon als tiener in kringloopwinkels en op marktjes antiek te kopen.
– Verhandelt antiek via Instagram @neothissen en via Proantic.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier