Tijd voor radijzen (en een portie vrolijkheid op het bord)

Met radijzen en hun heldere rode kleur aan de buitenkant, stevig wit vlees binnenin, frisse groene blaadjes en pittige smaak, gaat de lente definitief van start.

Als de lente in het land is, dan is het tijd voor de radijs. De knolletjes brengen vrolijkheid door hun kleur, vorm en aangenaam pikante, mosterdachtige smaak.

Familie

De plant behoort tot de kruidachtige gewassen met een verdikte penwortel, en stamt af van de kruisbloemenfamilie (net als de mosterdzaden, tuinkers en allerlei kolen).

Soorten

De bekendste soort uit onze moestuin is de ronde, rode knolvorm, afkomstig uit de volle grond. Er bestaan echter ook tweekleurige en witte radijzen met halflange, stompe en spitse wortels. Bekende namen zijn Cherry Belle, Ronde Helderrode, Rondo Rode Broei, Rota, French Breakfast en Plum Purple.

De Japanse variant – in minder mate ook hier verkrijgbaar – gaat door het leven als de Daikon. Deze is een stuk langer en wortelvormiger dan zijn soortgenoten.

Pittig

De pittigheid van de radijs zit ‘m in de schil. Omdat niet iedereen van de scherpe smaak houdt, hebben kwekers minder pikante varianten op de markt gebracht. Jammer, want daardoor verliest de groente aan karakter en aan waarde.

De pittigheid kan ook gemilderd worden door de radijs te schillen, maar ook in dit geval verliest het knolletje zijn eigenheid en fameuze ‘look’. En dat willen we niet.

Voorjaarsgroente

Radijzen komen op de markt van april tot augustus in bosjes met blad. Maar tegenwoordig zijn ze ook het hele jaar door, en vaak zonder blad, verpakt in zakjes te koop. Toch raden we aan om in de keuken seizoensgebonden te werk te gaan en ze dus komende maanden naar de keuken te loodsen.

In het bord

Radijzen kun je in plakjes snijden of raspen, gebruiken als broodbeleg, in lentesalades of als garnituur in rauwkostschotels. Je kunt ze ook in hun geheel opeten, bijvoorbeeld met een snuifje peper en zout, en bieslook, of met een dipsausje.

Het hoeft niet altijd een koude schotel te zijn. Radijzen kunnen mee in de kookpot, bijvoorbeeld met room, in een pastaschotel of een aardappelpuree. Alleen al door de extra pittigheid loont het de moeite om uit te proberen.

Het loof wordt meestal niet geconsumeerd, al kan het – bij jonge exemplaren – prima verwerkt worden in een slaatje. Of in een soep.

Gezond

Hoewel ze veel weg hebben van een snoepje, is de radijs een groente boordevol gezonde eigenschappen. Zo is een portie van 100 gr goed voor een flinke dosis vitamine C, kalium, zwavel, calcium en vitamine B3. De radijs is ook rijk aan vezels. Dat werkt positief op de darmtransit: ze stimuleren de spijsvertering en hebben ook een hongeropwekkende effect.

Caloriearm

Radijzen bevatten ook bijzonder weinig caloriën. Reken een symbolische 1 kcal per exemplaar.

Bewaren

Met blad zijn radijzen bijna een week houdbaar bij een temperatuur van 0-1°C. Oude knolletjes verliezen hun smaak.

Vermijd de diepvries

Radijzen bevatten een flinke portie water. Je bewaart ze dus beter niet in de diepvries. Radijzen die recht uit je tuin komen, kun je best eerst van hun loof ontdoen en dan in een geperforeerde plastic zak in de koelkast bewaren. Zo blijven ze langer knapperig.