Seti’s Persian Supper Club: genieten van een heerlijke Perzische maaltijd in een beperkt gezelschap
De tafel van duizend-en-één-nacht: zesentwintig kandidaten meldden zich voor een verrassend feest, de gastvrouw deelt haar geheimen.
De lange tafel is gedekt met wit linnen, klimopranken slingeren tussen de borden, waarbij telkens een theeroosje en een met goudkleurige letters beschreven naamkaartje is neergelegd. We moeten snel zijn om de elegante aankleding te bewonderen, want al gauw zal de tafel worden vol gezet met schalen en kommetjes, tot er geen centimeter linnen meer te zien is. ‘Perzische keuken betekent overdaad’, zegt de gastvrouw gedecideerd.
Setareh Pourjavan was drie toen ze in ’89 met haar ouders en haar oudere broer en zus uit Iran naar België kwam. ‘Wij landden in Zaventem en we zijn in Zaventem gebleven.’ Ze ging in Leuven rechten studeren, werd juriste, belandde bij een social media-reclamebureau en na een kort avontuur bij Twitter werd ze vennoot bij PlayCo, een bedrijf gespecialiseerd in user experience en user interface design. ‘Maar koken was voor mij de perfecte hobby en afleiding van het dagelijkse leven. Mijn moeder haatte koken, maar ze kon het heel goed, ze had het echt in haar vingers. Soms maakte ze weleens iets Iraans, en ik was er wat beschaamd over tegenover mijn vriendinnen. Nu wil ik me er net op toeleggen. Als er op zaterdag een feest was, begon ze op donderdag aan de voorbereiding. Er was altijd veel -te veel.’
Jetset in Teheran
‘Mijn ouders waren heel moderne mensen, heel cool en trendy. Ik vind het heerlijk om naar die foto’s te kijken van hen toen, mijn vader met zijn hemd met lange punten, dansend met mijn moeder met haar opgestoken zwarte haar, die toen ongeveer even oud moet zijn geweest als ik nu.’ We kunnen ons er iets bij voorstellen, want tijdens de maaltijd worden foto’s geprojecteerd uit de tijd dat Iran een westers georiënteerd land was. ‘Mijn moeder had de middelbare school afgemaakt en ze werkte buitenshuis, wat toen vrij uitzonderlijk was. Wij zijn moslims, maar niet praktiserend, en mijn ouders leefden een echt jetset leven.’
Het was die sfeer van Iran die vandaag zeker bij jongeren onbekend is, en die Setareh voor een avond wilde terugbrengen. Maar de hoofdreden van de samenkomst was natuurlijk het eten. ‘De Perzische keuken is heel geraffineerd, maar het zijn vooral stoofpotjes, en dat ziet er niet uit. Een van de lekkerste gerechten is gewoon bruin, bruine moes, geen hit op Instagram. Maar mijn moeder kon het toch nog zo maken dat het er aantrekkelijk uitzag.’
Het is een zachte zomeravond en we zitten buiten met een frisse, roze cocktail, een Tehran Mule van wodka, versgeperst granaatappelsap en gember. ‘Omdat het niet het seizoen is van granaatappels, is het een hels werkje om ze te persen,’ lacht Setareh, ‘mijn vader en broer zijn er uren mee bezig geweest.’
Ondertussen zet ze schaaltjes op tafel met hummus, pistachenoten – ‘de Iraanse zijn groter dan elders’- en olijven op smaak gebracht met walnoten en granaatappelsap. Daarmee hebben we meteen twee inheemse producten van de Perzische keuken geproefd, granaatappel en pistachenoten. Die groeiden oorspronkelijk in Perzië en werden uitgevoerd. In omgekeerde richting brachten handelaars rijst mee uit India en China, tomaten uit het Ottomaanse rijk, geelwortel (kurkuma) uit India, yoghurt uit Centraal-Azië, feta uit Griekenland, saffraan uit Kreta en lam uit de Arabische landen.
Nu leven
Setareh is een vrolijke, mooie jonge vrouw met donkere ogen, en ze draagt een speelse bloem in haar haren. ‘Wij waren bij de eerste politieke vluchtelingen en werden snel opgenomen in België. Ik ben geboren tijdens de Iraaks-Iraanse oorlog, en hoewel ik dat niet bewust heb meegemaakt denk ik toch dat ik daar iets van meedraag. Mijn zus en broer, die toen adolescenten waren, hebben het veel intenser ervaren.’ Met haar zus spreekt ze nog Perzisch. ‘Het is onze geheimtaal als we op straat lopen’, lacht ze. En met haar vader natuurlijk. Die heeft vandaag samen met haar de maaltijd gekookt, al was dat niet vanzelfsprekend. ‘Enkele jaren geleden kreeg mijn moeder gezondheidsproblemen, ze vergat dingen, we dachten dat het een depressie was. Maar in 2016 kreeg ze de zware diagnose: jongdementie. In diezelfde periode bleek dat ikzelf lijd aan een zeldzame auto-immuunziekte. Als ik at, bleef mijn eten vastzitten in mijn slokdarm. Inmiddels is daar een oplossing voor gevonden, ik ben geopereerd, maar echt genezen doet het nooit. Maar net daardoor besefte ik hoe graag ik eet. De ziekte van mijn moeder en de problemen met mijn slokdarm samen maakten dat ik zei: ‘Ik wil leven voor het nu, niet voor later, het leven is te broos.’ Mijn vader, die helemaal niet kon koken – er werd bij de vrienden nogal gelachen als hij iets probeerde – is zich samen met mij beginnen te verdiepen in de Perzische keuken. We leerden uit boeken, met YouTube, vervolgens werkten we samen verder op de recepten tot het smaakte zoals mijn moeder het maakte. Ik heb nu een tiental recepten in de vingers, en daarin zit de smaak van mijn familie, van onze cultuur.’
Merci, ottolenghi
Ondertussen zijn de voorgerechten op tafel gezet. Niet elegant geschikt op individuele bordjes, maar op grote schalen die we doorgeven. ‘Dat is de essentie van zo’n Supper Club’, zegt Setareh, ‘samen eten, doorgeven, proeven, kennismaken.’ Er is een schotel met frisse groene kruiden, fetakaas en plat brood. Er is een dip van wilde look, een dip van geroosterde aubergine. Een felgroene sponsachtige cake is een Iraanse kruidenfrittata. Er wordt witte Nieuw-Zeelandse wijn bij geschonken. ‘In Iran is alcohol vandaag verboden, al wordt er wel illegaal gestookt. Toen mijn ouders er nog woonden werd er wél gedronken: wijn, maar ook whisky, wodka… Mijn moeder is afkomstig uit het noorden van Iran, tegen de Russische grens, daar had je die traditie van kaviaar met wodka.’
Het hoofdgerecht, of correcter: dé hoofdgerechten worden intussen op tafel gezet. Er is kip in vuurrode saus met zuurbessen, een stoofpot van lamsvlees met veel groene kruiden, rode bonen en basmatirijst, gerookte aubergines met eieren, rijst en (véél) knoflook. Ik begrijp waarom Setareh het liefst heeft dat haar gasten met z’n tweeën komen. Als een ervan de knoflooklucht van de ander moet ervaren… En tussen deze schotels worden bijgerechten gezet, zoals knapperige gepekelde knoflooktenen, zure groenten, dip van yoghurt en komkommer, en een salade. ‘Men vraagt me soms of de Perzische keuken pikant is’, zegt Setareh. ‘Dat is ze niet. Er is altijd een mooie balans tussen mild, pittig en zuur. Ze is natuurlijk verwant aan de andere keukens van het Midden-Oosten, zoals de Libanese en de Syrische. Het is voor een groot deel te danken aan Ottolenghi dat ze hier de laatste jaren ingang heeft gevonden. Hij is erin geslaagd om ze bekend te maken, ook door ze er lekker te doen uitzien.’
Het is de tweede keer dat Setareh een Supper Club organiseert, en haar plan is om het vier keer per jaar te doen. Ze houdt ook een blog bij en mogelijk komt daar ooit een papieren vervolg op.
Honger hebben we inmiddels niet meer, maar als de tiramisu ‘Persian Style’ op tafel komt, grote brokken met room en pistachenoten, vinden we toch nog een gaatje in onze magen. En dat kan er écht niets meer bij, behalve een kopje zwarte thee.
Trendy maar gevaarlijk
Setareh is nooit meer in Iran geweest, en het zal ook niet meteen gebeuren. ‘Mijn vader wil niet dat ik ga, het regime is zo onberekenbaar, voor een futiliteit kunnen ze je oppakken en in de gevangenis gooien. Je hebt toch gehoord van gastprofessor Djalali van de VUB die daar nu al twee jaar vastzit ?’ (Precies in de week dat wij dit gesprek hadden werd blueszangeres Joss Stone opgepakt, die ervan werd verdacht dat ze zou gaan optreden. Vrouwen mogen er niet in het openbaar optredens geven. Ook een Franse onderzoekster en een Britse jonge vrouw worden in de dagen na onze feestmaaltijd opgesloten en beschuldigd van spionage.)
‘Iran is nu een trendy reisbestemming, maar het is te gevaarlijk, de willekeur is er zo groot. Ik vraag me wel af hoe het zou zijn om er rond te lopen. Ik denk niet dat ik me er thuis zou voelen, maar het zou wel super zijn als ik op straat liep in Teheran en iedereen rond mij Perzisch sprak. Ik zou er ook álles willen eten,’ lacht ze, ‘ik zou zeker vijf kilo zwaarder terugkeren. Maar misschien is het maar beter zo, ook in het eeuwige verlangen schuilt schoonheid.’
De volgende events zijn gepland op 26, 27 en 28 september, telkens voor 24 personen. Alle info over Seti’s Persian Supper Club via:
instagram.com/persiansupperclub/
Met dank aan Serax voor het gebruik van het servies, en aan Bar Vert voor de locatie.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier