Restaurant Beiruti in Brussel: smaakvolle mezze en Libanese gastvrijheid
Beiruti, zo heet het gloednieuwe restaurant van Nehme Darwish op de Sint-Katelijnestraat in Brussel. Twee jaar geleden streek het concept ook al neer in Gent. Wij mochten er proeven.
Het is jou wellicht ook al opgevallen: de Libanese keuken is aan een ware opmars bezig. Het is dan ook niet verwonderlijk dat het charmante sharing concept van mezze’s en desserts onze harten heeft weten te veroveren. Ook de Sint-Katelijnestraat in Brussel is nu zo’n restaurant rijker. Beiruti wil zijn klanten niet alleen Libanees doen eten, maar Libanon doen beleven.
‘Beiruti? Het is niet alleen een restaurant, het is mijn thuis.’ Aan het woord is Raghid, een Engelstalig student uit Libanon die zijn brood verdient als manager bij het gloednieuwe restaurant. Eigenaar Nehme Darwish is die dag niet aanwezig, maar Raghid ontvangt ons bijna letterlijk met open armen.
Hij laat ons eerst kennismaken met het restaurant en de filosofie erachter. Zo passeren we naast drie ruime open keukens, het mezze-gedeelte en een pizza-oven. We wanen ons meteen in Libanese straten. Dan zien we portretten hangen van Libanezen die Nehme doorheen zijn leven hebben beïnvloed. Een bepaald portret van een ouder vrouwtje springt eruit. ‘Dat is Teta, de overleden oma van Nehme. De Beiroetse traditie zegt dat je goede daden moet verrichten voor iemand die je liefhebt. Nehme houdt van zijn grootmoeder’, hij wijst naar de flessen water op de tafel. ‘In haar naam heeft hij besloten dat water hier altijd gratis is.’
Eenmaal aan tafel duurt het amper vijf minuten voor we gigantische porties mezze krijgen voorgeschoteld, gaande van klassiekers zoals hummus en falafels, tot gevulde wijnbladeren in granaatappelsaus en baba ganoush. Daarnaast krijgen we drie verschillende soorten platbroden, bedoeld om mee te dippen in de tientallen gerechten. De mezze lopen sterk uiteen in smaakpalet, van friszoet en bitter tot pikant en zuur. Salades zijn overgoten met granaatappelpitten, het fruit dat in Libanon aan de bomen groeit. En het aubergine-gerecht is overgoten met lichte en smeuïge tahini, het type dat niet te overweldigend is in smaak. Dat er aandacht is voor detail, ontgaat ons niet.
Al snel wordt ons duidelijk dat de porties net te groot zijn voor twee, al had Raghid ons op voorhand verwittigd. Een medewerker brengt ons kartonnen doosjes, bedoeld om de overblijvende mezze mee naar huis nemen. Ook dat is een traditie uit Libanon, zo blijkt. ‘Als je daar op restaurant gaat, dan is het vanzelfsprekend dat je geen eten achterlaat. Dat is zonde. Wat teveel is, nemen klanten altijd mee’, vertelt hij. ‘Dus wees gerust, hier hoeft niets verloren te gaan. Je kunt er nog drie dagen van eten als je wil.’ Na de mezze gaan we ervan uit dat we klaar zijn, maar Raghid brengt ons een selectie van Midden-Oosterse nagerechten. Maar toegegeven: door de voorafgaande hoeveelheden mezze, lukt het ons niet om de baklava en de halva naar binnen te werken. We nemen de lekkernijen wel mee in een van de kartonnen doosjes, op aanraden van Raghid. ‘Because Lebanese desserts are out of this world, don’t miss out’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier