De winterse groenten in dit gerecht worden zoetzuur en kruidig omdat je ze kookt in een warme pekel. Het frisse zuur snijdt mooi door het vette van de krokant gebakken makreel.
Voor 4 personen
- 1 middelgrote pastinaak – ongeveer 250 g geschild gewicht
- 3 wortelen, geschild
- 3 kleine raapjes, geschild
Voor de warme pekel:
- 200 ml wijnazijn
- 200 ml water
- 1 teen look
- 2 blaadjes laurier
- 5 jeneverbes
- 5 korreltjes zwarte peper
- 3 el suiker
- 1 tl korianderzaadjes
- peper en zout
Voor de rest:
- 4 makreelfilets met vel
- 1 geut olijfolie
- peper en zout
Bereiding
1. Snijd de pastinaak, wortelen en raapjes in gelijke stukken van ongeveer 2 cm.
2. Doe alle ingrediënten voor de warme pekel in een kookpot. Doe hier de groente bij en laat op een zacht vuurtje sudderen tot ze gaar zijn.
3. Rooster daarna de makreel op de barbecue op de velkant of bak in een hete pan tot de vis net gaar is.
4. Serveer met de gepekelde groenten (schep niet te veel pekelvocht mee op het bord: dit is vrij zuur, maar de groenten zelf zijn door hun zoete smaak perfect zoetzuur).
