Kristel Balcaen, champagneambassadeur: ‘Ik hoop dat ik nooit een wijnsnob word’
Kristel Balcaen (43) won onlangs de Belgische finale van het Concours européen des Ambassadeurs du Champagne van het Comité Interprofessionnel du Vin de Champagne. Als ’s lands eerste vrouwelijke champagneambassadeur neemt ze begin november deel aan de Europese finale in Epernay. Balcaen is Germaniste en doceert Digital Arts & Entertainment aan de Howest in Kortrijk.
Mijn ouders waren absoluut geen wijnliefhebbers. Thuis werd er sowieso zelden alcohol gedronken. Mijn grootvader maakte wel kriekskes op wijn en daar mochten de kinderen van proeven. Mijn eerste glas wijn dronk ik pas in mijn studententijd, toen iemand een fles Gato Negro meebracht. Toen ik hem onlangs nog eens proefde, was ik minder enthousiast. Maar ik heb geen dure smaak ontwikkeld. Ik kan er nog altijd van genieten om een goeie wijn te ontdekken van vijf à zeven euro. Het is een wereld die nooit gaat vervelen.
In 2012 is mijn vader onverwacht overleden. Voor mij was dat een signaal om niet langer uit te stellen wat ik al lang wou gaan doen: een opleiding tot sommelier volgen. Samen met mijn man ben ik bij Syntra de opleiding Sommelier-Conseil gaan volgen. Na drie jaar avondonderwijs konden we aan de Université du Vin in het Franse Suze-la-Rousse ook dat diploma halen. Toen had ik de smaak te pakken en ben ik begonnen aan de Wine and Spirit Education Trust, een internationale opleiding. In 2015 ben ik in bijberoep dan Wine & Words begonnen, de naam van mijn blog en de wijnopleidingen die ik verzorg.
Ik inspireer graag mensen. Dat klinkt arrogant, maar daar krijg ik een goed gevoel van
Ik hoop dat ik nooit een wijnsnob word. Naarmate je meer proeft, begin je natuurlijk je voorkeuren te kennen. Als vrienden op bezoek komen, beginnen ze zich vaak te verontschuldigen: ‘Ik weet niet of ik iets lekkers heb meegebracht.’ Dat hoeft helemaal niet. Je hoeft niet naar de appelschool geweest te zijn om een lekkere appel te herkennen. Waar de opleiding wel het verschil heeft gemaakt, is dat ik sneller weet wat ik lekker vind en dat ik iemand die een bepaalde wijn lekker vindt, kan aanraden om een vergelijkbaar type te proberen.
Ik inspireer graag mensen. Dat klinkt arrogant, maar daar krijg ik een goed gevoel van. Ik ben blij als ik na mijn wijnles zie dat de mensen blijven babbelen, dat de sfeer goed zit en dat ze zin hebben om te gaan koken.
Er kan niet dramatisch veel misgaan, dacht ik bij mijn deelname aan de champagneambassadeurswedstrijd. Tijdens mijn allereerste theorieles aan de hogeschool moest ik van achter in de aula naar voren wandelen en daarbij ben ik toen uitgegleden. Vervolgens ben ik op mijn achterste enkele treden naar beneden gehobbeld. Echt zo’n moment waarop je moet kiezen: huilend weg- lopen of overeind komen. Ik ben opgestaan, heb de mens die het hardst zat te lachen boos aangekeken en heb gewoon lesgegeven. Die ervaring stelt me nu vaak gerust.
Vraag me niet wat mijn favoriete champagne is. Daar kun je niet op antwoorden, want alles hangt af van de omstandigheden waarin je hem drinkt, het moment van de dag, het gezelschap, of je er iets bij eet… Het leuke aan champagne is net dat er zoveel stijlen en genres zijn. In België is champagne vooral een aperitief, maar sommige types passen perfect bij een hele maaltijd. Champagnes die lang sur lattes hebben gelegen, krijgen dat gistige en notige van versgebakken brood in de smaak, en dat maakt ze heel geschikt om bij wit vlees te drinken.
In wijn zit ook een tactiele component. De bubbeltjes in champagne geven bijvoorbeeld een heel andere smaak- ervaring dan een stille wijn. Mineraliteit is ook zo’n term die vaak valt bij wijn en champagne. Hoe leg je dat uit? Voor mij is dat het gevoel dat je zou ervaren als je zou likken aan een rivierkei, dat licht rasperige en krijtachtige. Het klinkt misschien dwaas, maar als je je best doet, kun je je daar wel iets bij voorstellen.
Collega-sommeliers noemen mij weleens ‘de neus van Vlaanderen’. Dat is te veel eer, maar ik ben wel erg aromagericht. Als er iemand voor mij een sigaret rookt, steek ik de straat over. Soms wordt het een beetje gênant. Bij onze eerste wijncursus had de lesgeefster het over de geur van viooltjes in syrahwijnen: ‘Maar wie gaat er nu op zijn buik liggen om aan een viooltje te ruiken?’ Mijn man proestte het uit en wees naar mij. Als ik in een tuin loop, moet ik aan alles geroken hebben.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier