Deze stoverij onderscheidt zich dankzij de diepe, volle smaken. Het is een vrij klassiek recept voor stoofvlees, maar de rode wijn en de wortelen maken het uniek.
‘Een brokje vlees van dit en een stukje vlees van dat, en niet te vergeten: een paar brokjes lever en een stukgesneden niertje erbij’. Voor Louis Paul Boon waren dat meer dan veertig jaar geleden al de basisingrediënten voor een goeie stoverij. Vandaag bestaan er duizend-en-één varianten van deze absolute klassieker uit de Belgische keuken. Zoals deze versie van Toon Martens en Timo Ghysels: klassiek stoofvlees met een twist.
Voor 24 personen
12 uien
6 teentjes knoflook
boter
3 kg stoofvlees (blokjes rundsvlees)
3 flesjes Belgisch bruin bier
6 wortelen
2 l rode wijn
ongeveer 3 sneetjes bruin brood
mosterd
enkele blaadjes laurier
enkele takjes tijm
peper en zout
Bereiding
Pel de uien en de knoflook en snipper ze fijn.
Stoof de uien aan in boter tot ze bruin zijn. Voeg de knoflook toe.
Bak het vlees apart aan in een pan met boter. Kruid met peper en zout.
Schep het vlees uit de pan in een kookpot.
Blus de pan met een scheutje water en het bier. Roer de aanbaksels los en giet het warme vocht over het vlees.
Voeg de laurier en de tijm toe. Snijd de wortelen in stukken en voeg ze eveneens toe.
Giet de wijn over het vlees.
Besmeerde sneetjes brood met de mosterd en leg ze in de kookpot, met de mosterd naar beneden.
Zet het deksel op de pan en laat het stoofvlees 1,5 à 2 uur garen. Roer regelmatig.
Uit: De mijne is de beste: Hét stoofvleesboek, Filip Jans, Carl Surmont & Luc De Raedemaeker (uitg. Manteau).
