Jan Haeverans
‘Ik hoop dat mijn kinderen nog iets te zeggen zullen hebben over hun eigen voedselproductie’
Industrieel geproduceerd en bereid voedsel of toch maar bio? “Wat je op je bord legt, heeft verregaande gevolgen”, zegt Knack Weekend-medewerker Jan Haeverans over het gepeperde voedseldebat, “Niet alleen voor jezelf, maar ook voor de gezondheid van het milieu en de maatschappij.”
Er is absoluut niets mis met ons industrieel geproduceerd en bereid voedsel, en het is minstens even goed, misschien zelfs beter, dan de producten van de biologische of kleinschalige landbouw. Telkens er een boek verschijnt dat die stelling onderbouwt – zoals onlangs Ode aan de e-nummers – Waarom e-nummers, kant-en-klaarmaaltijden en conserveermiddelen ons leven beter maken van Rosanne Hertzberger – klinkt er gejuich in het ‘wetenschappelijke’ kamp. Wie er een andere mening op nahoudt, wordt algauw versleten voor onwetende, voor groene fundamentalist of wazige hippie. Het soort mensen door wie “eten wordt gebombardeerd tot een godsdienst”, schrijft Saskia De Coster in De Morgen (12 / 04). En dat vindt ze “nogal enerverend”. Zo, daar zijn we dus klaar mee: kristalheldere wetenschap staat tegenover achterlijke godsdienst. Dan weet je toch meteen wat te kiezen?
Ik hoop dat mijn kinderen nog iets te zeggen zullen hebben over hun eigen voedselproductie.
Zelf neig ik niet zo naar religiositeit, maar toch gaat mijn voorkeur uit naar biologische, kleinschalige lokale landbouw. En daar heb ik zo mijn redenen voor. Wetenschappelijke en andere. In de eerste plaats omdat onze grootschalige voedselproductie het milieu zwaar belast, onder andere met pesticiden en herbiciden die de bodem en het water vervuilen, met CO2 die onze atmosfeer vergiftigt, en met monoculturen die in feite groene woestijnen zijn, waar nauwelijks leven gedijt. Kleinschalige biobedrijven daarentegen vreten niet aan onze laatste schamele restjes natuur, maar dragen er net toe bij. Met gezonde bodems, helder water en rijkelijk groen dat krioelt van het leven. Bovendien produceren ze vaak voor de lokale markt, waardoor transport drastisch beperkt wordt.
Misschien geven we onze centen beter aan de boer om de hoek in plaats van aan verre buitenlandse hoofdkwartieren in spiegelende wolkenkrabbers.
Een tweede argument is niet wetenschappelijk, maar daarom niet minder waardevol. Mijn lokale boer zorgt er immers voor dat ik voor mijn voedselvoorziening minder afhankelijk ben van anonieme multinationals. Sinds de bankencrisis en de liberalisering van de energiemarkt weten we dat dat soort grote bedrijven vooral gaat voor eigen megawinsten, waarvoor uw en mijn belangen met de glimlach opzij worden geschoven. En dat ze hun disproportioneel grote macht gebruiken om de politieke besluitvorming schaamteloos in hun voordeel om te buigen. Beangstigend als het om je centen en energievoorziening gaat, ronduit huiveringwekkend als we het over onze voedselvoorziening hebben. Die we compleet hebben uitbesteed aan… Ja, weet u eigenlijk aan wie? Misschien dragen we onze centen dan toch beter naar de boer om de hoek, die bovendien zorgt voor lokale tewerkstelling, in plaats van naar verre buitenlandse hoofdkwartieren in spiegelende wolkenkrabbers.
Is het zo ondenkbaar dat de voedingsmultinationals de wetenschap beïnvloeden? Het zijn praktijken die al lang met groot succes worden toegepast door de tabaksindustrie en in het klimaatdebat.
Wat ons weer bij de gezondheidsclaims brengt, waartoe de discussie over biolandbouw vaak vernauwd wordt. De voedingsindustrie beschikt immers over geld, heel veel geld. Ik ben geen wetenschapper, en kan dus de rapporten en beweringen niet tegen elkaar afwegen. Maar is het zo ondenkbaar dat de voedingsmultinationals de wetenschap beïnvloeden? Dat ze onderzoek dat in hun kraam past rijkelijk sponsoren, en wetenschappelijke bevindingen die hen niet aanstaan met al hun macht en middelen in de doofpot proberen te stoppen? Dat ze mist proberen te spuien over producten die schadelijk zijn voor ons, en de politiek met economische argumenten onder druk zetten om ze toch toe te laten? Het zijn praktijken die al lang met groot succes worden toegepast door de tabaksindustrie en in het klimaatdebat. Zou het niet erg naïef zijn om te denken dat de voedingsindustrie hier ver boven verheven is?
Eten wordt “een levenswijze, iets wat je aan je kinderen verplicht bent”, zo besluit Saskia De Coster haar column. Dat is bij mij inderdaad zo: ik hoop dat mijn kinderen nog (of opnieuw) iets te zeggen zullen hebben over hun eigen voedselproductie, dat ze vrijere mensen in een gezondere omgeving zullen zijn, minder speelbal van macht en geld. Met religie heeft dat bitter weinig te maken. Met essentiële maatschappelijke keuzes des te meer. En die beïnvloed je mee door wat je straks op je bord legt.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier