Eten we binnenkort nog chocolade? Dit zijn de uitdagingen van de cacao-industrie in West-Afrika
We lezen het wel vaker: chocolade is met uitsterven bedreigd. Een straffe uitspraak, maar niet helemaal onterecht. Als de industrie niet verandert, geven de toekomstige cacaoboeren er immers de brui aan. Wij reisden naar Ivoorkust en zagen met eigen ogen welke uitdagingen de industrie moet aanpakken.
De toekomst van chocolade hangt af van verschillende factoren, die we hier zullen toelichten. Het voortbestaan van de chocolade-industrie is van belang voor de cacaoboeren, de chocoladebedrijven en de consument. Als deze drie groepen de handen in elkaar slaan, kunnen we over twintig jaar de toekomst van de chocolade industrie verzekeren. Maar dat heeft heel wat voeten in de aarde.
Een van de prioriteiten voor de industrie is de armoede aanpakken die heerst onder de West-Afrikaanse boeren.
Een van de prioriteiten voor de industrie is de armoede aanpakken die heerst onder de West-Afrikaanse boeren. West-Afrika is immers de grootste producent van cacao, het is de oorsprong van zeventig procent van de cacaobonen die wereldwijd verwerkt worden. Zeker voor de Belgische chocoladeliefhebber is West-Afrika de plaats bij uitstek voor onze beroemde chocolade, want de smaak van de cacaoboon uit deze streken is hoe chocolade volgens de Belgen moet smaken.
De prijs wordt ieder jaar door de Ivoriaanse overheid bepaald. Soms is die best okƩ, soms te laag om comfortabel te leven.
Complexe problematiek
De productie van cacao in Ivoorkust is erg laag, waardoor de boeren een zeer armtierig inkomen hebben dat in de meeste gevallen ver onder de armoedegrens ligt (die zich volgens de Wereldbank op 1.9 Amerikaanse dollar per dag bevindt). Zo’n 42% van de Ivoriaanse populatie leeft onder de armoedegrens en bijna 70% van de economie is afhankelijk van landbouw. Cijfers die vragen om actie.
Armoede in Ivoorkust zorgt voor een vicieuze cirkel waarbij ongeschoolde boeren hun kinderen te werk moeten stellen omdat ze te arm zijn om werkkrachten te betalen. Hun kinderen gaan daardoor amper naar school en worden op hun beurt ongeschoolde cacaoboeren. Tenzij ze weigeren het familiebedrijf over te nemen, wat steeds vaker voorvalt. Kinderen zien hoe hard hun ouders moeten werken voor een laag inkomen en willen een andere, meer welvarende toekomst voor zichzelf. Op die manier zijn er steeds minder kandidaten om de cacaoteelt verder te zetten.
Traditioneel versus innovatief
Een van de redenen van de tekortschietende productie van cacaobonen is dat cacaobomen behoorlijk moeilijke, arbeidsintensieve gewassen zijn om te telen. De boeren, kleine ondernemers, bewerken vaak maar twee Ć drie hectare grond, waardoor enkele slecht producerende cacaobomen meteen de opbrengst van de oogst verpesten. Hoe minder cacaobonen ze kunnen oogsten per seizoen, hoe minder inkomsten ze hebben. Het is dus van levensbelang om hun productiviteit te verhogen.
Er is nood aan innovatieve kweektechnieken, die ervoor zorgen dat de bodem niet uitgeput geraakt en de bomen voldoende vruchten dragen.
Cacaoboeren geven op traditionele wijze kennis door van vader en moeder op zoon en dochter. Die traditie herbergt heel wat nuttige informatie, maar helaas ook achterhaalde ideeƫn. Om te innoveren, moeten er dus opleidingen gevolgd worden, wat niet evident is voor ongeletterde cacaotelers. De cacaoboom is zeer vatbaar voor ziektes en vergt heel wat onderhoud, zoals snoeiwerk. Tel daarbij de behoefte aan de juiste vochtigheidsgraad van de bodem en nood aan voldoende voedingsstoffen in diezelfde grond op en je snapt dat cacao kweken geen makkelijke klus is.
Er is dus nood aan innovatieve kweektechnieken, die ervoor zorgen dat de bodem niet uitgeput geraakt en de bomen voldoende vruchten dragen om de productie omhoog te stuwen. Die nieuwe technieken mogen bovendien de gezondheid van de boer en het milieu niet schaden. Klimaatopwarming is immers een nakende bedreiging die boven het hoofd hangt van de cacaoboeren. Hoe het klimaat precies zal evolueren, is nog niet geweten, maar dat er veranderingen op til zijn is zeker. En wanneer je werkt met gewassen die afhankelijk zijn van voldoende regenval, kan dat wel eens voor grote problemen zorgen in de nabije toekomst.
Investeren in de toekomst
West-Afrika staat qua productie 70 tot 99 procent achter op de meest succesvolle voorbeelden in Latijns-Amerika. Om bij te benen is er heraanplanting nodig, want veel cacaoboeren in Ivoorkust werken met zeer oude bomen, die amper vruchten dragen. Daarvoor moeten boeren nurseries bouwen, waar ze jonge plantjes kweken. Helaas duurt het enkele jaren vooraleer een cacaoboom volwassen is en kan ingezet worden voor de oogst. Een andere vijand van de cacao-industrie is droogte, dus moet er nagedacht worden over interessante irrigatiesystemen.
De Ivorianen zijn niet per se ondervoed, maar vaak krijgen ze niet voldoende vitaminen en mineralen binnen omwille van een te eenzijdig voedingspatroon.
Cacaobomen doen het goed in het gezelschap van andere gewassen. Agroforestry is daarom een slimme manier om de cacaobomen te beschermen en om voedsel te voorzien voor de boeren. De Ivorianen zijn niet per se ondervoed, maar vaak krijgen ze niet voldoende vitaminen en mineralen binnen omwille van een te eenzijdig voedingspatroon. Agrobosbouw levert dus naast een inkomen ook eigen gezonde voeding op.
Kinderarbeid
Maar investeren in de toekomst is ook investeren in de jeugd. Armoede drijft de boeren naar drastische maatregelen, zoals kinderarbeid. Hoewel het verboden is in Ivoorkust, is het nog steeds schering en inslag. Er wordt geschat dat 2 miljoen kinderen in Ivoorkust en Ghana in de cacao-industrie werken. Niet al deze kinderen zijn het slachtoffer van kinderarbeid of moderne slavernij, want in landbouwfamilies is het niet ongebruikelijk dat de kinderen meehelpen. Maar wanneer de kinderen niet meer naar school kunnen gaan of gevaarlijk en zwaar werk moeten verrichten, lijdt hun gezondheid en geletterdheid eronder. Kinderen die met gevaarlijke machetes moeten werken, oververmoeid zijn, hun rug overbelasten en andere zaken die een normale kindertijd belemmeren, zijn tekenen dat het om kinderarbeid gaat.
Om naar school te kunnen gaan, in principe verplicht in Ivoorkust, moeten de kinderen beschikken over een geboortecertificaat. Helaas hebben heel wat kinderen zo’n certificaat niet en kunnen ze geen hogere studies volgen.
Naast inzetten op de jeugd, is het ook een noodzaak om vrouwen in West-Afrika te empoweren: opleidingen geven, sensibiliseren en kinderen tonen dat ook vrouwen de baas kunnen zijn en het familiale inkomen verzekeren. Zo leren zowel de ouders als de kinderen dat mannen en vrouwen evenwaardig zijn en dat vrouwen een zeer belangrijke schakel kunnen zijn in het bedrijf.
Verstand van zaken
Om een boerderij te leiden, moet je naast de boerenstiel ook de zakelijke kant onder de knie hebben. En zelfs als de boeren over de financiƫle knowhow beschikken, moeten banken hen nog een lening willen geven. Die staan uiteraard niet te springen om in zee te gaan met de cacaoboeren, die vaak weinig eigen geld kunnen inbrengen en een onstabiel beroep uitoefenen.
Organisaties zoals UTZ, Rainforest Alliance en Fairtrade zijn een goed begin op weg naar eerlijke handel, maar zeker niet voldoende om te garanderen dat de chocolade volledig duurzaam werd geproduceerd.
Kunnen certificaten helpen? Ja, organisaties zoals UTZ, Rainforest Alliance en Fairtrade zijn een goed begin op weg naar eerlijke handel en traceerbare cacao, maar nog niet voldoende om te garanderen dat de chocolade met zo’n certificaat volledig duurzaam werd geproduceerd. Het is een goed begin, maar geen eindhalte. Wanneer boeren zich organiseren in goed geoliede coƶperatieven hebben ze alvast een streepje voor. Zoals steeds staan ze samen sterker dan alleen. Het grote voordeel van deze certificaten is dat er kwalitatieve en autonome controle wordt uitgevoerd, wat broodnodig is in de cacaoketen.
Chocoladebedrijven moeten zelf de verantwoordelijkheid nemen om de industrie te verduurzamen. Op basis van de premie die uitgedeeld wordt, zullen de boeren alvast niet uit de armoede geraken. Die premie is peanuts in vergelijking met wat nodig is. Hoe dichter de bedrijven staan bij de boeren en de coƶperaties, hoe gemakkelijker het is om de keten te verduurzamen. Met de voeten stevig in de aarde en veel inspraak van de boeren zelf, worden al deze problemen meer dan duidelijk en kan er actie ondernomen worden.
Wij gingen op pad met Barry Callebaut in Ivoorkust. We bezochten dorpen waar de boerenfamilies wonen, cacaoboeren in hun bossen, een school, een opslagplaats en de SACO Vridi site. Zo konden we de moeilijkheden van de cacao-industrie van naderbij ontdekken. De chocoladefabrikant stelde er ook haar nieuwe plan om chocolade duurzaam te maken voor, onder de noemer Forever Chocolate.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier