Driekwart van honing bevat pesticiden

Honing © istock

Driekwart van de honing wereldwijd bevat resten van neonicotinoïden, blijkt uit Zwitsers onderzoek in Science. De concentraties vormen op zich geen gevaar voor de volksgezondheid, maar wel voor bijen en andere belangrijke bestuivers.

Wetenschappers van de Université de Neuchâtel onderzochten 198 honingstalen van lokale imkers over de hele wereld. Hun conclusie is onthutsend: in 75 procent van de onderzochte stalen zitten sporen van stoffen in concentraties die schadelijk zijn voor insecten. In bijna de helft van de stalen (45 procent) ging het zelfs om meer dan één pesticide. Bij twintig stalen was er sprake van vier of meer varianten.

De gevonden doses zijn over het algemeen niet schadelijk voor de mens. Enkel in twee stalen waar meerdere stoffen werden gevonden, overschreed de totale concentratie de drempel.

Slecht nieuws voor de bij

Maar voor de bijen is het veel minder goed nieuws. ‘Deze studie toont aan dat ze overal ter wereld worden blootgesteld aan concentraties neonicotinoïden die een belangrijk effect hebben op hun gedrag, fysiologie en voortplanting’, zegt onderzoeker Alexandre Aebi.

Deze studie toont aan dat ze overal ter wereld worden blootgesteld aan concentraties neonicotinoïden.

Neonicotinoïden, die op grote schaal worden gebruikt in de landbouw, liggen al langer onder vuur omdat steeds meer onderzoeken ze in verband brengen met de teloorgang van bijenpopulaties. Sinds 2013 heeft Europa het gebruik van de stoffen beperkt tot teelten die niet aantrekkelijk zijn voor bijen. Frankrijk gaat verder en verbiedt de stoffen vanaf 2020.

Mysterieuze cocktail

Bovendien, schrijven de wetenschappers, is er nog weinig geweten over het effect dat de stoffen hebben op organismen (bijen, mensen of andere) in combinatie met andere stoffen, het zogenaamde ‘cocktail-effect’.

Er is nog weinig geweten over het effect dat de stoffen hebben op organismen in combinatie met andere stoffen.

‘In Zwitserland alleen al worden 350 soorten synthetische pesticiden gebruikt, die kunnen afbreken tot nog meer stoffen’, zegt hoofdauteur Edward Mitchell.

‘De combinaties zijn dus eindeloos, en daardoor is elke studie naar de effecten onmogelijk. We moeten het stellen met studies op korte termijn naar de individuele ‘actieve’ bestanddelen. Daarbij houden we dus geen rekening met de toegevoegde stoffen in de commerciële producten, niet met de metabolieten die soms even toxisch of schadelijker kunnen zijn dan de actieve stoffen.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content