De (echte) prijs van vlees: wat een kweker krijgt voor de barbecueschotels die jij koopt
Nu het barbecueseizoen op volle toeren draait, zwaait menig supermarkt en slager met hoge kortingen op vleesproducten. Nog minder geld vragen voor een product dat omwille van ethische redenen nu al regelmatig te goedkoop bevonden wordt, kan dat wel? En wie betaalt de echte prijs?
We spreken 19 juni, enkele dagen nadat dierenrechtenorganisatie Animal Rights stiekem gemaakte beelden uit de broeierij van Tielt de wereld in stuurde. In een op de trein achtergelaten Metro-krant prijkte een advertentie van warenhuisketen Lidl: een week lang gold er een korting van 44 procent op de kippenhaasjes, waardoor een halve kilogram daarvan nog slechts 2,99 euro kostte in plaats van 5,41 euro.
De eurotekens verschenen in menig oog en dus laat het passerend kippenvlees een week na de grote consternatie weer heel wat kassa’s bliepen. De ene dag wordt er moord en brand geschreeuwd, de andere ligt er her en der kip op Vlaamse borden voor een prijs waarvan de bedenking ‘hoe kan dat voor dat geld geproduceerd worden?’ zich al snel opdringt.
Sterke onderhandelingspositie
Die vraag belandde dan ook bij heel wat verschillende vleesverkopende (hard) discounters. Want – kanttekening – bovengenoemd voorbeeld is dan wel de aanleiding voor dit artikel, Lidl is uiteraard lang niet de enige aanbieder die goedkoop vlees vermarkt. Een eerste opvallende constatatie is al hoe lang het duurt voor sommige ketens antwoorden, en hoe sommigen dat zelfs niet doen. Zelfs via een openlijk bericht op Twitter laat Lidl de zaak weken aanslepen voor er een duidelijk antwoord komt op vragen. (De keten kon de actie nochtans verklaren, maar dat komt later in dit artikel aan bod.)
Dat de aankoopprijzen niet hoog liggen, kan je wel raden: het is voor handelaars nu eenmaal verboden om met verlies te verkopen, ook als het gaat om kortingsacties
Het is niet onbelangrijk om te concentreren op de supermarkten als vleesafnemers. Ze zijn namelijk erg grote en belangrijke klanten voor de producenten en hebben daardoor een erg sterke onderhandelingspositie. Dat tonen ook de cijfers in het laatste Landbouwrapport aan: de hard discounters Aldi en Lidl verkopen samen maar liefst 34,8 procent van alle kip die in België gekocht wordt en 11,4 procent van het andere vlees. De andere discounters (dat zijn: Albert Heijn, Alma, Carrefour, Champion, Colruyt, Cora, Delhaize Le Lion/De Leeuw, Metro en Red Market) zijn in de beide sectoren goed voor een marktaandeel van telkens 35 procent. Samen klinken die cijfers nog eens zo groot: Net niet de helft van al het vlees en maar liefst zeventig procent van alle kip die in België wordt aangekocht, lag in de koeltoog van een grote supermarkt.
Kortingen
Het verdienmodel van die supermarkten is simpel, maar doeltreffend: allemaal willen ze het liefst iets zo goedkoop mogelijk inkopen en dat zo duur mogelijk verkopen. Zo creëren ze winst en overleven ze in een harde economische realiteit met zware concurrentie. Dat is geen geheim. Hun concrete aankoopprijzen voor vlees zijn dat wel: bij elke discounter vangen we bot als we daarnaar vragen. (Al is dat vanuit concurrentieel oogpunt wel te begrijpen.)
Dat die prijzen niet hoog liggen, kan je echter wel raden: het is voor handelaars nu eenmaal verboden om met verlies te verkopen. Dus zelfs als een winkel haar producten – eventueel via een actie – voor spotprijzen de deur uit werkt, moet die winkel er in principe nog altijd winst op maken, of toch zeker minstens break even draaien.
Van waar komt dat kortingspercentage dan? De bond voor ondernemers Unizo wil eerst en vooral waarschuwen voor incorrecte kortingsaankondigingen. Als er erg hoge kortingen worden gegeven, acht de organisatie de kans reëel dat de aanbieder niet helemaal eerlijk is over zijn referentieprijs. Zo kan een winkel de prijs van de koteletjes enkele dagen lang met dertig procent verhogen, om daarna een korting te kunnen aanbieden van maar liefst vijftig procent – terwijl het in realiteit dan eigenlijk maar om twintig procent gaat. Een slimme zet, al is die niet toegelaten.
Laten we er echter van uitgaan dat de marketing van supermarkten eerlijk gebeurt. Wie betaalt de weggegeven percentages als de consument dat niet doet? Daarover wil Lidl na enkele weken aandringen dan toch duidelijkheid scheppen: ‘Kortingen komen altijd uit ons eigen budget en gaan af van onze eigen marge. Ook deze, al is 44 procent wel vrij uitzonderlijk bij ons. Voor kippenvlees gelden er prijsafspraken op lange termijn en wij geven onze leveranciers het hele jaar door een degelijke prijs. Ze merken in hun facturen dan ook niets van onze kortingen.’
De verklaring van Lidl leert ons dus dat een korting in de winkel niet betekent dat een leverancier ook korting heeft gegeven, maar tegelijkertijd licht ze ook een tipje van de sluier op over hoe groot de marge dan wel is die de supermarkt normaalgezien neemt op het vlees. Wanneer een discounter iets verkoopt met 44 procent korting, betekent dat dat ze zonder kortingsacties op hetzelfde product minstens 44 procent winst maakt.
Unizo stelt wel dat er wat te spelen valt met die percentages, want wanneer een supermarkt bijvoorbeeld hele karkassen aankoopt en die eigenhandig versnijdt – iets wat bijvoorbeeld Colruyt standaard doet bij runds- en kalfsvlees -, kan het dat de steaks eigenlijk te goedkoop worden verkocht, maar dat de winst wordt gemaakt met de rosbief. Het Wetboek economisch recht gebiedt dat de verkoopprijs de inkoopprijs moet dekken, waardoor je een ander verhaal krijgt wanneer een handelaar verwerkte stukken vlees aankoopt, dan wel het ruwe product.
Marktprijs
De kortingspercentages leren ons dus wel al wat over de waarde van vlees in bepaalde tussenstappen van de voedselketen, maar nog niet alles. Er zijn nog andere kosten voor discounters waarmee we ook rekening moeten houden, zoals logistiek, verwerking en promotie. Laten we dus eens wat dieper graven.
Elke week worden de marktprijzen van verschillende soorten vlees gepubliceerd op de website van het departement Landbouw & Visserij. Een beknopt overzicht:
Zo ziet dat er behoorlijk abstract uit, maar we kunnen dit ook voorstellen per dier. Naast de aankoopprijs per stuk zetten we in onderstaande tabel ook de tijd die het duurt om de dieren op te kweken tot ze in de gangbare sector slachtrijp zijn, zodat je kan zien hoeveel tijd het een boer kost om tot dat bedrag te komen.
We kunnen nog wel even verder gaan met rekensommetjes maken, zoals het aftrekken van kosten als voer, werkuren en hoogtechnologische stallen, maar dat zou ons behoorlijk ver leiden. Zeker is dat heel wat landbouwers in ons land het moeilijk hebben. Waren er in 1980 nog 113.883 landbouwbedrijven, zijn dat er in 2012 nog maar 38.559. VRT berichtte onlangs nog dat maar liefst 25 boeren (in alle sectoren, niet enkel vlees) per week de handdoek in de ring gooien. De overblijvers worden steeds groter en werken steeds meer geïndustrialiseerd. Men kan zich afvragen hoe dat op termijn uitdraait voor dierenwelzijn.
Inspanningen
‘Wij gaan voor duurzame relaties met onze kwekers en leveranciers, met wie we vaak al tientallen jaren samenwerken. Als we merken dat zij het moeilijk hebben, dan deinzen we er niet voor terug om ons steentje bij te dragen’
Woordvoerder Colruyt
Dat laatste is ook een zorg van verschillende discounters, zo vertellen verschillende ketens. Verschillende bevraagde supermarkten beginnen bijna automatisch over de maatregelen die ze nemen om dierenwelzijn te vrijwaren wanneer we vragen naar de prijzen. Zo zegt Lidl vijftien cent per verkochte kilo varkensvlees terug te storten naar de sector en verkoopt de winkel vanaf september enkel nog varkensvlees met een ster volgens het Beter Leven-logo. Carrefour heeft haar eigen kwaliteitsketen met respect voor het dier gecreëerd, ‘die via tal van elementen waarde creëert voor de producent en de consument. We steken daarbij niet weg dat de klant wat meer betaalt voor dat Belgisch product, maar garanderen hem daarbij dat hij een uniek product koopt dat waarde voor de producent en de consument creëert.’
Of de aankoopprijzen nu goed zijn zoals ze zijn of zouden moeten stijgen, is geen evidente discussie. Geen enkele discounter wil dat zijn leveranciers failliet gaan, maar tegelijk wil ook geen enkele discounter de verkoop of winst zien dalen. De evenwichtsoefening wordt ook gemaakt bij de supermarkten zelf. Dit vertelt de woordvoerder van Colruyt over relaties met leveranciers: ‘Wij gaan voor duurzame relaties met onze kwekers en leveranciers, met wie we vaak al tientallen jaren samenwerken. Als we merken dat zij het moeilijk hebben, dan deinzen we er niet voor terug om ons steentje bij te dragen. Zo blokkeerden we al eens (op een moment dat de markt daalde) de aankoopprijzen voor varkens om onze varkensboeren wat meer ademruimte te geven.’
Ook Lidl benadrukt dat de prijs die zij afspraken met de leverancier een prijs is waarmee die leverancier akkoord ging. Hoewel er vandaag dus stelselmatig landbouwbedrijven verdwijnen, zijn er toch ook verschillende boeren die aan deze prijzen kunnen werken. Vraag is alleen – als je ziet wat de gevolgen van die massaproductie kunnen zijn voor dier en milieu – aan welke kost.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier