Wie houdt van een witte wijn, mag de wijnen uit de Bordeauxstreek zeker niet links laten liggen.
Voor de witte Bordeauxwijnen kiezen de wijnboeren voornamelijk voor de Sémillon, de Sauvignon of de Muscadelle. De Sémillondruif is de favoriet omdat die een perfecte smaakmaker is voor zowel droge als zoetere witte wijnen. Een wijn op basis van dit type druif kan ook wat rijpen. Het resultaat: een lekkere volle smaak.
Wil de wijnboer eerder een jonge witte wijn op de markt brengen dan zal hij de smaak van de Sauvignondruif laten overheersen. Die is fruitig en gebloemd.
Een witte wijn op basis van de Muscadelle is minder frequent. Wordt zij gebruikt dan krijgt de wijn een eerder geparfumeerd aroma.
Wijnkelder
Sommige witte Bordeauxwijnen hebben net zoals de rode wijnen de eigenschap om te bewaren. Het gaat dan vooral om de witte wijnen met de ‘Appellation’ Graves en Pessac Léognan. Hoewel die wijnen uitmuntend smaken als jonge wijn, winnen zij nog aan finesse en grootsheid door even vergeten te worden in de wijnkelder.
Waar u bij het drinken van een witte wijn wel aan moet denken is om die fris te drinken. Enkel dan zal u ten volle kunnen genieten van alle aroma’s die de witte wijn rijk is. De richtlijn is om een witte wijn te serveren tussen 9°C en 12°C. Hoe jonger de wijn, hoe frisser hij wordt geschonken en gedronken.
Heeft u gezelschap of een feestje en rekent u op een glaasje frisse witte wijn, vergeet die dan niet tijdig te laten afkoelen. Een witte wijn heeft ongeveer 4h30 nodig om in temperatuur te dalen van 14°C tot 8°C. Bent u hem toch vergeten koud te zetten, kies dan niet voor de thermische schok van de diepvries maar haal uw ijsemmer uit de kast en vul die met ijsblokjes.
Een witte Bordeauxwijn kan het perfecte begin zijn als aperitief maar kan ook genuttigd worden bij de maaltijd. En in tegenstelling tot wat velen denken, past een witte Bordeaux ook uitstekend bij kaas zoals Camembert, Brie of een zachte geitenkaas.
Muriel Lefevre / Ingrid Moriau
