Vrije Tribune
‘Als kinderen best zo weinig mogelijk charcuterie eten, waarom dan nog Samsonworst?’
Hoe graag Belgen het ook eten, volgens specialisten leggen we beter niet elke dag een ‘schelleke vlees’ tussen de boterham, en zeker niet voor kinderen. Maar wat moet je dan als ouder, wanneer je oogappels je kar volladen met vleesproducten die gepromoot worden door hun helden? Joeri Thijs van Greenpeace vraagt het zich af.
‘Papa, mag ik nog een vleesje?’ – ‘Natuurlijk, jongen.’ Of wacht eens even. Zijn fijne vleeswaren voor kinderen wel zo’n goed idee? Met wat we vandaag weten, klinkt het antwoord resoluut ‘neen’. Ze zijn niet nodig voor een evenwichtig dieet, en kunnen bij overconsumptie de gezondheid schaden. Waarom ligt er dan in bijna elke supermarkt charcuterie met kinderidolen in de rekken? Goeie vraag.
Ouder zijn, het is niet altijd gemakkelijk. Wie al eens met kinderen inkopen doet, herkent dit zeker. Ik wil gezond broodbeleg kopen voor mijn kroost, maar dan komen ze aanhollen met Samsonworst of K3-kipfilet in de hand. Al probeer ik nog met een veggie spread, uiteindelijk kies ik voor de weg van de minste weerstand om te vermijden dat mijn kinderen een scène maken in een overvolle supermarkt. Tot zover de ‘keuzevrijheid’ die bedrijven achter deze kinderidolen aan ons, ouders, zouden bieden.
En toegegeven: veel volwassenen eten ook graag nog een schelleke vlees tussen de boterham. Salami, hesp, gerookte ham, filet américain of paté: we zijn ermee opgegroeid. Dat blijkt ook uit de cijfers: met 210 gram per persoon per week is charcuterie goed voor een kwart van het vlees dat we in de supermarkt kopen. Terwijl het thuisverbruik van vers vlees jaar na jaar (lichtjes) daalt in ons land, blijft de markt voor charcuterie relatief stabiel.
‘Als kinderen best zo weinig mogelijk charcuterie eten, waarom dan nog Samsonworst?’
Is dat dan zo’n probleem? Fijne vleeswaren zijn sterk getransformeerde voedingsmiddelen. Voor de productie ervan worden vlees (spieren, vet en andere eetbare delen) grondig bewerkt tot een onherkenbaar product, en worden er een reeks voedingsadditieven aan toegevoegd. Die zijn bedoeld om de houdbaarheid te verlengen, maar ook om de kleur, smaak, textuur of het volume van het eindproduct te beïnvloeden. De manipulatie kan zo ver gaan, dat sommige charcuterie nog amper zeventig procent vlees bevat. Je weet dus niet altijd wat je eet.
Zeker is dat bewerkt vlees sinds kort buiten de voedingsdriehoek staat, in de rode restgroep met vette en gesuikerde producten. Experten zijn het erover eens dat het niet nodig is voor een evenwichtige voeding en bij te hoge inname de gezondheid kan schaden. Zo wordt charcuterie in verband gebracht met een verhoogd risico op darmkanker, beroerte en diabetes type 2. Zulke vleeswaren bevatten in de regel veel zout, wat kan bijdragen aan een verhoogde bloeddruk, op zijn beurt een belangrijke risicofactor voor hart- en vaatziekten. Sommige soorten zoals salami bevatten veel vet, wat tot overgewicht kan leiden. Tot slot zijn vlees en bewerkt vlees kwetsbaar voor besmetting met bacteriën (zoals E. coli, salmonella en listeria). In 2011 riep Colruyt nog Plopworst terug, nadat er een besmetting met de bacterie listeria monocytogenes was aangetroffen.
Greenpeace deed onlangs de test, en de samenstelling van zogenaamde ‘kindercharcuterie’ blijkt krek hetzelfde. Ze is met andere woorden even ongezond als gewone charcuterie. Maar kinderen hebben wel andere voedingsbehoeften. Hun aanbevolen dagelijkse zoutinname ligt bijvoorbeeld heel wat lager dan bij volwassenen. Daarom luidt het advies van kinderdiëtisten: zo weinig mogelijk eten. Best niet meer dan één keer per week, en zeker niet dagelijks.
Dat brengt ons bij volgend vraagstuk. Stel, deze papa koopt een pakje Samson hespenworst in de supermarkt. Een verpakking van 100 gr telt 9 sneetjes. Gelet op de aanbeveling van diëtisten en op het feit dat het pakje vermeldt ‘consumeren binnen 3 dagen na opening’, wat doe ik met de resterende 7 of 8 sneetjes? In de vuilnisbak kieperen, of toch maar aan zoonlief geven, die natuurlijk dol is op de smaak van zoet, zout en vet? Ik schreef het al, ouders hebben het niet onder de markt.
Als Bourlon een toekomst zonder vlees ziet, kan hij maar beter vandaag starten met de marketing van gezond, plantaardig broodbeleg in plaats van ongezonde charcuterie
Misschien komt hulp wel uit een onverwachte hoek. Hans Bourlon, hoofd van Studio 100, blikte enkele maanden geleden op Radio 1 vooruit naar het jaar 2050 ‘wanneer de verkoop van vlees en vis verboden zal zijn’. Hij past in het rijtje van visionaire CEO’s die het einde van de industriële vleesproductie voorspellen, zoals Bill Gates en Richard Branson. Maar terwijl Gates en Branson in plantaardige alternatieven (de onmogelijke hamburger) en zelfs kweekvlees investeren, ligt er bij ons in de supermarkt ongezonde charcuterie van populaire figuurtjes als Samson, Plop en K3. Met de groeten van Studio 100.
Als Bourlon een toekomst zonder vlees ziet, kan hij maar beter vandaag starten met de marketing van gezond, plantaardig broodbeleg in plaats van ongezonde charcuterie. Heel wat ouders, mezelf incluis, zullen hem dankbaar zijn…
Joeri Thijs, woordvoerder Greenpeace België
Greenpeace voert campagne voor minder (en beter) vlees. Ons dieet heeft niet alleen gevolgen voor onze gezondheid, maar ook voor het klimaat, het water en de bossen. Recente schandalen rond dierenwelzijn en voedselveiligheid in de industriële vleesproductie maken duidelijk dat het hoog tijd voor verandering is.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier