Verslaafd aan plastische chirurgie?

© frederik heyman

Zijn sommige patiënten van plastische chirurgie meer gebaat met een bezoekje aan de psycholoog? Psychiater Griet De Cuypere geeft uitleg.

Het zou onzin zijn om te ontkennen dat uiterlijk belangrijk is. We zijn allemaal bezig met hoe we eruitzien. De ene kleurt zijn haren, de ander schrikt niet terug van een facelift. Maar wat als het schoonheidsfoutje ook tussen de oren zit?

In april van dit jaar meldde een aantal dagbladen dat de 55-jarige Cindy Jackson uit Ohio, in de Verenigde Staten, het Guinness World Record voor cosmetische ingrepen scherper heeft gesteld. Ook het vorige wereldrecord, uit 2000, staat op haar naam.

Jackson betaalde de afgelopen 30 jaar meer dan 70.000 euro voor 52 behandelingen, waarvan naar eigen zeggen ‘slechts’ 14 onder algemene verdoving, om te lijken op Barbie.

Op haar palmares staat onder meer liposuctie van de kaken en knieën, boven- en onderooglidcorrecties, 5 facelifts, botoxinjecties, een borstvergroting en een kinverkleining. “Ik voel me jong, dus wil ik ook een jong iemand in de spiegel zien”, aldus Jackson.

Er jonger uitzien, en ter verduidelijking niet als Barbie, is ook volgens een onderzoek uit 2009 van de consumentenorganisatie Test-Aankoop een van de voornaamste redenen waarom men onder het mes gaat. 16 procent van de Belgische vrouwen en 8 procent van de Belgische mannen zou al een beroep gedaan hebben op plastische en esthetische chirurgie om het uiterlijk te veranderen.

De meerderheid is tevreden met het resultaat en houdt het bij één of enkele ingrepen. Het voorbeeld van Cindy Jackson is dan ook op zijn minst uiterst ongewoon te noemen. Maar het zet aan tot nadenken. Hoeveel is te veel? Welke rol spelen de geldende schoonheidsnormen? En wanneer is iemand meer gebaat met een bezoek aan een psycholoog of psychiater dan aan een plastisch chirurg?

Het zijn vragen waarmee psychiater Griet De Cuypere (62) dagelijks werd geconfronteerd. Dr. De Cuypere is verbonden aan het Centrum voor Seksuologie en Genderproblematiek van het UZ Gent, waar ze nog enkele dagen per week onderzoek verricht naar transseksualiteit. Tot voor kort was ze ook consulente voor de kliniek Plastische Heelkunde.

Waarin bestaat uw taak?

De Cuypere: Ik beoordeel of een patiënt al dan niet geschikt is om de ingreep te ondergaan. Maar in de praktijk is het veeleer een wisselwerking tussen de patiënt en de arts. Het gebeurt dat ik de patiënt verzoek om zich uit te kleden, bijvoorbeeld dames die een borstvergroting willen, zodat ik ook zelf kan beoordelen of de vraag gegrond is. Als dat niet het geval is, tracht ik ze ervan te overtuigen dat een ingreep niet alle leed zal oplossen.

Aangezien patiënten enkel bij mij terechtkomen via een plastisch chirurg, en ze niet overtuigd zijn dat er een ander probleem is dan louter een esthetisch, is het heel moeilijk om hen te motiveren een andere weg te nemen. Ze eisen vaak een ingreep. Als het niet bij die ene chirurg is dan maar bij een andere.

Welke patiënten zijn meer gebaat met een bezoek aan een psycholoog of psychiater dan aan een plastisch chirurg?

Voor de overgrote meerderheid van de patiënten is er geen enkel probleem. Het gaat echter om de laten we zeggen 10 procent. Daarvan zien wij er vandaag misschien 2 procent, die wel begeleiding nodig heeft.

Er zijn drie categorieën patiënten die zeker doorverwezen moeten worden. Ten eerste de patiënten met Body dysmorphic disorder (BDD). Zij zijn geobsedeerd door hun uiterlijk en lijden aan een soort ‘ingebeelde lelijkheid’ of hypochondrische waan, waardoor ze voor een klein schoonheidsfoutje verscheidene plastische chirurgen aflopen. Elke operatie laat natuurlijk een litteken achter waarop een nieuwe fixatie ontstaat.

De tweede categorie bestaat uit de verslaafden van plastische chirurgie. En tot slot zijn er de patiënten met een zeer zware persoonlijkheidsstoornis. Ik heb een patiënt begeleid die wilde dat men zijn rechterbeen zou afzetten, omdat hij dacht dat het bezeten was. Uiteindelijk heeft hij zelf geprobeerd om het af te snijden.

Wordt het psychologische effect van een ingreep onderschat? Zeker en vast. De eerste weken na een operatie zijn niet gemakkelijk, omdat het verhoopte resultaat nog niet zichtbaar is. Je mag ook niet vergeten dat de verwachtingen hoog gespannen zijn, omdat ook het prijskaartje dat aan een operatie hangt aanzienlijk is. Veel ingrepen worden niet terugbetaald en zijn dus voor eigen rekening. Het is een extraatje voor jezelf. En hoe hoger de verwachtingen, hoe groter de kans op teleurstelling wordt.

Lees de rest van het interview in de Knack Weekend Black 02 Beauty van deze week.

Ellen De Wolf

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content