Test uw UV-kennis: 10 zonmythes doorprikt
Van SPF’s optellen tot alleen smeren op het strand: we ontkrachten tien zonmythes zodat je de zomer veilig tegemoet treedt.
Mocht zonbescherming een schoolvak zijn, dan haalden wij Belgen net geen voldoende. 48% beschermt zich niet buiten de vakantie, bleek vorig jaar uit een studie van Euromelanoma, de Europese vzw die elk jaar een huidkanker-preventiecampagne opzet. 46% beschermt zich alleen op warme zonnige dagen, 14% zelfs nooit.
Maar de zon schijnt altijd en overal, of je nu op het strand onder een parasolligt te lezen, op citytrip bent of een BBQ in je tuin houdt. Wie huidkanker, de meest voorkomende kanker in Europa, en vroegtijdige huidveroudering wil voorkomen, weet dus maar beter hoe zich tegen de zon te beschermen. Zoek geregeld de schaduw op, draag aangepaste kledij, smeer en besef dat de volgende mythes niet kloppen. Dermatoloog Thomas Maselis, medeoprichter van Euromelanoma, legt uit waarom.
1. Op een hete, zonnige dag kleed je je best wit en luchtig.
“Schaduw en kleding zijn de beste bescherming, op de tweede plaats komt zonnecrème.” Maar je moet wat gezond verstand gebruiken als je je zomeroutfit kiest. Dat witte, mouwloze, kanten mini-jurkje mag nog zo trendy zijn, een zwarte, dicht geweven lange jurk met lange mouwen is in theorie een betere optie.
Wil je rimpels voorkomen? Smeer dan altijd
“Dicht geweven kledij beschermt beter dan lichte. En een donkere outfit absorbeert beter uv-stralen dan een lichte. Een nieuw, wit katoenen T-shirt heeft een UPF 25. (UPF staat voor Ultra Violette Protection, de beschermingsgraad van kledij, red.) De zwarte variant zit tussen UPF 80 en 100. Maak je het witte nat, dan wordt het transparant en houd je nog maar een UPF 5 over … en ben je niet beschermd. Sommige vezels beschermen ook beter dan andere: zo absorberen natuurlijke stoffen gemiddeld minder goed uv-straling dan synthetische.”
Dat is de theorie. In de praktijk kan een zwarte jurk met mouwen, uit een stevig stofje, in de zon al snel te warm zijn. Gelukkig vind je tegenwoordig iets gemakkelijker uv-werende kledij dan vroeger. Die lichte stoffen kregen vaak een coating die beschermt tegen uv-stralen.
2. De zonnebank is een goede voorbereiding op de zon.
Wat uitbaters van zonnebankcentra ook mogen beweren, volgens het Wetenschappelijk Comité inzake Gezondheids-, Milieu- en Opduikende Risico’s van de Europese Commissie (Scheer) is een zonnebankbezoek nooit veilig. Een blanke vrouw die voor haar 35ste onder de zonnebank ligt, loopt 75% meer kans op huidkanker, aldus Scheer. En ze kan sneller op rimpels rekenen.
Supplementen vol antioxidanten kunnen wél helpen. “Mensen met een zonneallergie reageren abnormaal snel op zonneschade, waardoor ze bijvoorbeeld blaasjes en jeuk krijgen. Enkele weken voor hun vertrek op reis supplementen beginnen nemen, kan helpen. Maar ze moeten zich nog altijd goed beschermen en niet te lang in de zon blijven.”
Bij een zonneallergie wordt ook weleens een jaarlijkse cortisonespuit of een kuur onder de Puva-lamp aangeraden. (Puva staat voor psoralenen en uv A, red.) “Die lamp wordt gebruikt om huidziektes als vitiligo en psoriasis te behandelen, of om de lichtallergische huid gewoon te maken aan zonlicht.” Bespreek je opties altijd met je arts.
3. Als ik een SPF 50 gebruik, hoef ik niet vaak bij te smeren.
Toch wel. “Een factor 50 beschermt niet langer dan een 15, wel beter. Je smeert elke zonnecrème het best om de vier uur. Of om de twee uur als je gaat zwemmen. Kies dan ook voor een waterresistente formule.”
4. Als ik de SPF’s in mijn cosmetica optel, kom ik aan een hogere bescherming.
Dat zou praktisch zijn, maar zo werkt het niet. Een SPF 30 in je dagcrème en een SPF 20 in je foundation vormen samen geen SPF 50. “Laagjes smeren geeft je een zekere bescherming, omdat je wat meer hebt gesmeerd dan als je het bij één product houdt, maar je kunt de filters niet optellen.”
5. Je hoeft alleen te smeren in de zomer, op het strand.
Uv-straling is overal. In de stad, in de bergen (uv stijgt met 4% per 300 meter die je boven de zeespiegel stijgt) en op het strand (wit zand reflecteert tot 15% van de uv). Als je wordt blootgesteld aan de zon, smeer je dus.
Moet je daarom Los Angeles-gewijs elke dag SPF gebruiken? Nee. “In de winter is de sterkte van het uv-licht bij ons heel zwak. Vanaf de lente smeer je het best wel op zonnige dagen: de uv-index is dan niet hoog, maar je natuurlijke bescherming is weg, waardoor je gevoeliger bent voor de zon. Wil je rimpels voorkomen? Dan smeer je wél altijd.”
6. Achter glas kan de zon geen kwaad.
In april 2012 publiceerde The New England Journal of Medicin een foto van een 69-jarige trucker die 28 jaar in het vak zat. De linkerkant van zijn gezicht (dat in de vrachtwagen meer aan zonlicht wordt blootgesteld) zag er een stuk ouder uit dan de rechterkant. Een bewijs dat uv A-stralen ook door glas huidveroudering versnellen en zelfs tot huidkanker kunnen leiden (uv B raakt niet door glas).
Uv-straling bereikt je vaker dan je denkt. Door ramen, maar ook door lichte wolken, waar meer dan 90% van de uv-stralen doorheen dringt, onder water of onder een parasol. Ook infrarood licht en daglicht spelen een rol in huidveroudering. Die maken volgens zonnecrèmespecialist Lancaster 90% van het zonlichtspectrum uit en dringen diep in de huid door, waar ze voor snellere huidveroudering – verslapping, pigmentvlekjes, rimpels – zorgen. “Een invloed op huidkanker is nog niet aangetoond”, aldus Maselis.
Wie rimpels wil voorkomen, smeert het best een filter die tegen uv-, infrarood en daglicht beschermt.
7. Er zit een SPF in mijn dagcrème, dus hoef ik geen zonnecrème meer te smeren.
SPF is SPF: de filter in je dagcrème beschermt dus tegen de zon, maar je smeert in principe veel meer én vaker zonne- dan dagcrème. Geen overbodige luxe op vakantie of als je aan de zon wordt blootgesteld.
De werkelijke bescherming van je filter hangt bovendien af van hoeveel je smeert. De aanbevolen hoeveelheid is 2 mg per vierkante centimeter. Dat is véél. “Voor een volwassen man komt dat overeen met 30 à 40 gram zonnecrème per smeerbeurt, dat zijn één à twee golfballen. Alleen als je zoveel smeert, biedt je product de vermelde bescherming. Stel dat je de helft smeert, dan beschermt een SPF 50 als een SPF 25. Bij een derde als een SPF 15. De meeste mensen smeren de helft van dat derde. Daarom raad ik een hoge factor aan.”
8. Mijn haar behoeft geen zonbescherming.
“Als je een stuk stof een hele tijd in de zon laat liggen, begint het te rafelen en af te bleken. Dat geldt ook voor ons haar.” De zon droogt het uit, bleekt het af en beschadigt het. En chloor, zeezout en zand helpen vrolijk mee.
Je lokken op het strand, aan het zwembad of in de zon beschermen is geen slecht idee om een ‘coupe stro’ te voorkomen. Een hoed met brede rand werkt het best en beschermt meteen ook je nek, gezicht en hoofdhuid. Maar er bestaan ook haarproducten met een zonnefilter die bovendien beloven je kleur langer mooi te houden en beschadiging en uitdroging te voorkomen. “Die schijnen niet zo heel goed te beschermen, maar het is beter dan niets.”
9. Een zwangerschapsmasker krijg je alleen als je zwanger bent.
Verbrand je sneller dan vroeger, of duiken er ineens donkere pigmentvlekjes op rond je ogen, boven je lip of op je voorhoofd? Dat kan weleens aan je medicatie liggen. “Bepaalde antibiotica, hartmedicijnen en ontstekingsremmers maken je huid gevoeliger, waardoor ze gemakkelijker verbrandt. Hormonen in de pil kunnen dan weer tot melasma, in de volksmond een zwangerschapsmasker, leiden. Ook parfum en geparfumeerde producten kunnen voor donkere verkleuringen zorgen.”
Ook al komt melasma voornamelijk voor bij vrouwen in hun vruchtbare periode, je hoeft niet zwanger of aan de pil te zijn om er last van te krijgen. Een hoed dragen, een hoge factor smeren en in de schaduw blijven helpt, ook als je medicijnen neemt die je huid zongevoelig maken. Check met je arts of je tijdens de zomer een ander medicijn kunt nemen.
Baby’s jonger dan één jaar houd je sowieso het best uit direct zonlicht en smeer je in met minerale filters
10. Als ik mijn kinderen op de middag uit de zon houd, is alles oké.
Voor je achttiende heb je al de helft van je zonnekapitaal opgesoupeerd. Ben je als kind of jongvolwassene stevig verbrand, dan loop je meer risico op een melanoom. Een kinderhuid moet dus optimaal worden beschermd en dat beseffen Belgen: 95% smeert zijn kind (tot 12 jaar) regelmatig of vaak in.
Maar bescherming gaat verder dan een goede zonnecrème: zet je kind een hoed en zonnebril op, zorg voor beschermende kledij – een zwemshirt met lange mouwen is beter dan een badpak – en leer het verantwoord omgaan met de zon. Tussen 11 en 15 uur blijf je in onze contreien in de schaduw en in de zon smeer je altijd.
“De algemene regel is: als je schaduw een stuk langer is dan je gestalte, dan is de zon relatief veilig. Ze moet dan zo’n lange weg afleggen door de atmosfeer dat de meeste uv-straling eruit gefilterd is. Baby’s jonger dan één jaar houd je sowieso het best uit direct zonlicht en smeer je in met minerale filters. In tegenstelling tot chemische filters worden die niet geabsorbeerd door de huid.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier