Marie Artamonoff (43) maakt sieraden en objecten met haar studio Espèces, en ontwerpt kostuums voor Hermès, dans en theater. Ze houdt van die variatie, zolang ze maar zonder beperkingen haar eigen ding kan doen.
Hartjes voor Charleroi
‘Ik ben een Brusselaar in ballingschap. Ik woon in Charleroi omdat hier meer mogelijkheden zijn. Ik heb veel ruimte nodig omdat mijn werk zo divers is en in Marcinelle heb ik plaats om twee studio’s in te richten. De stad heeft bovendien een breed cultureel aanbod. Als ik wil, kan ik elke avond naar een voorstelling bij Charleroi Danse, Eden, Vecteur, L’Ancre, Rockerill, in het Paleis voor Schone Kunsten… Er is hier op het gebied van podiumkunsten duizend keer meer te doen dan elders.’
‘Ik hou ook van de connectie met het verleden, de postindustriële sfeer. En het is dan misschien niet het Zoniënwoud, maar je kunt hier wandelen tussen de terrils, aan de oevers van de Samber, op verlaten fabrieksterreinen en in de omliggende bossen. Het is atypisch en daar hou ik van.’
Berglucht
‘De bergen raken me. Ik moet altijd lachen om die oude Franse reclameslogan: La montagne, ça vous gagne. Maar er zit een grond van waarheid in. Al sinds mijn vijfde wandel ik graag, het is mijn belangrijkste inspiratiebron. Ik verzamel kiezels, bloemen en botten en raak geïntrigeerd door de landschappen en de vormen in de natuur.’
Als kind wilde ik wel mode studeren, maar die studie is erg competitief en dat past absoluut niet bij mijn karakter. Als er te veel rivaliteit is, loop ik liever weg.
‘Als ik wandel, ben ik stil. Ik kan mijn hoofd leegmaken, hoef nergens aan te denken en laat me leiden door het ritme van mijn stappen. Dan komen de ideeën.’
Oma’s werkbank
‘Je kindertijd bepaalt wie je bent. Mijn oma van vaderskant was Russisch, haar naam was Natacha, maar wij noemden haar Nana. Ze studeerde glazuurkunst aan La Cambre en maakte objecten en sieraden. Ik werk aan haar oude werkbank, met de kleurrijke spatten en vlekken die zij erop achtergelaten heeft. Ook de zaagjes die ik gebruik zijn nog van haar geweest. Dat is toch magisch? Ze ontwierp bijna al haar kleren zelf, had een ongelooflijk goede smaak en droeg spectaculaire outfits, ze hield van alles wat glinsterde. Dankzij die achtergrond ben ik geworden wie ik ben.’
Outsider
‘Ik ben een outsider. Omdat ik geen opleiding naaien of modeontwerp heb gevolgd, ken ik de grenzen ervan niet. En dus zijn er voor mij ook geen grenzen. Als kind wilde ik wel mode studeren, maar die studie is erg competitief en dat past absoluut niet bij mijn karakter. Als er te veel rivaliteit is, loop ik liever weg. En er zijn veel facetten die me niet interesseren: de afwerking, de marketing, de seizoenen. Daarom vind ik kostuums zo leuk. Bij elk nieuw project lijkt het alsof ik een nieuwe collectie uitbreng, maar ik moet me tegelijk plooien naar de wensen en ideeën van iemand anders. Ik ontwerp dus zowel kostuums die erg ingetogen zijn, zoals voor mijn eerste project met Hermès, als stukken die compleet maf zijn, zoals voor Sous le volcan van danser en choreograaf Leslie Mannès. Die verscheidenheid is geweldig.’
Alleen en samen
‘Ik ben in de ban van podiumkunsten. Omdat ze, in tegenstelling tot film, leven. Alles gebeurt live, alles speelt zich op het moment zelf af. Het vraagt weken en zelfs maanden voorbereiding, en het is telkens een drukte vanjewelste.’
Vroeger was ik superlui, dat ben ik helemaal niet meer. Ik zou tegen mezelf als tiener willen zeggen: ‘Houd vol, want het wordt leuk, al zul je hard moeten werken.’
‘Als ik in mijn studio werk, ben ik alleen, dat vind ik fijn en belangrijk. Maar bij podiumprojecten wordt er echt samengewerkt: met de artiesten, regisseurs, choreografen, decorontwerpers, licht- en geluidsontwerpers, technici en mijn eigen team. De opwinding en het enthousiasme worden door iedereen gedeeld.’
Creëren met vrienden
‘Werken met vrienden is een luxe. Leslie Mannès is een jeugdvriendin. Onze ouders zijn bevriend en toen we klein waren, voerden we shows voor hen op. Vandaag doen we dat nog steeds, maar nu worden we ervoor betaald.’
‘Samen met vrienden of collega’s die vrienden geworden zijn iets creëren en delen wat ons inspireert, dat is echt fantastisch.’
Houd vol
‘Blijf altijd nieuwsgierig. Dat zou ik de tiener die ik was, willen meegeven. Ik was toen vooral bezig met jongens en verliefd zijn. Verder was ik superlui, dat ben ik nu helemaal niet meer. Ik zou tegen mezelf willen zeggen: ‘Houd vol, want het wordt leuk, al zul je hard moeten werken.’ Ik woon nu deeltijds samen met een meisje van tien. Ik herken in haar aspecten van mijn jongere zelf. Ze is ook een beetje lui, maar tegelijk heeft ze een vurig enthousiasme dat we moeten aanmoedigen.’