Van schreeuwende kleuters tot opstandige pubers: hoe voeden professionals zelf op?
Over opvoeden worden jaarlijks boekenkasten volgeschreven. Maar hoe pakken de opvoedexperts het zelf aan met hun kinderen? Van schreeuwende kleuters in de supermarkt tot discussiëren met opstandige pubers: deze vier professionals doen hun eigen boekje open.
‘Makkelijker gezegd dan gedaan’
Steven Gielis is lector in de orthopedagogie en bezieler van ZITDAZO, een community die ouders samenbrengt rond thema’s als zelfvertrouwen, opvoeding en hoogsensitiviteit. Hij heeft twee dochters van 7 en 5 jaar.
‘Wat ik het vaakst tegen ouders zeg? ‘Je bent goed genoeg.’ Ouders willen veel ballen in de lucht houden en zijn heel streng voor zichzelf. Maar zodra je als ouder aanvaardt dat je niet onfeilbaar bent, wordt het makkelijker om te genieten. Enjoy the ride! Focus niet te veel op de negatieve dingen, het verleden en de problemen, maar vooral op de positieve zaken, de toekomst en de hoop.
Ik geloof niet in stoute kinderen. Kinderen kunnen zich lastig gedragen, maar dat vertelt je dat het kind het lastig heeft. Hij of zij ís niet moeilijk, maar hééft het moeilijk. Het is een andere manier van denken. Het moeilijke gedrag is vaak het topje van de ijsberg, waar allerlei gevoelens zoals angst of frustratie onder zitten. Zodra je daar ruimte voor maakt, wordt de opvoeding anders. Je voelt meer connectie met je kind. Zeggen dat je ziet dat hij of zij het moeilijk heeft, in plaats van te staan roepen: ‘Doe eens niet zo moeilijk, lastig kind!’, dat maakt een wereld van verschil.
Dat is natuurlijk makkelijker gezegd dan gedaan. Ook ik worstel soms met het in praktijk brengen van mijn eigen advies. Ken je Bert en Ernie? Bert is de grumpy one: fundamenteel argwanend. Er zit echt een Bert in mij. Ik moet daar heel erg op letten en bewust het positivisme opzoeken. Ik heb zelfs Bert als screensaver op mijn gsm om mezelf daaraan te herinneren. (lacht)
Mijn kinderen gedragen zich soms ook niet als we bij vrienden op bezoek zijn, hoor. Dan krijg ik steevast de reactie: ‘Ah, bij jullie is dat ook zo?’ Maar natuurlijk is dat bij ons ook zo! Het is niet omdat ik veel weet over opvoeding dat mijn twee dochters ineens geen kinderen meer zijn. Hun hersenen zijn nog in volle groei en ze gedragen zich net als andere kinderen.
Mijn werk heeft me veel geleerd als vader, maar omgekeerd ben ik door mijn dochters ook gegroeid in mijn job. ZITDAZO is zeven jaar, net als mijn oudste dochter, dus zij zijn met elkaar meegegroeid. Mijn manier van werken is zachter geworden, met minder advies en tips, maar juist meer bemoediging en empowerment. Door vader te worden besef ik dat ik niet alle wijsheid in pacht heb. Theoretische kaders zijn belangrijk om te leren begrijpen, maar ervaringen vullen die kaders in. Mensen leren veel meer van persoonlijke verhalen.
Je verhaal delen kan een stukje herkenning en troost bieden voor iemand anders: hé, het is oké, je bent niet de enige. Ik vind het zelf helemaal niet erg dat mijn kinderen het soms lastig hebben. Dat kan ik namelijk gebruiken als voorbeeld voor andere ouders. Er zijn pedagogen die niet graag een cliënt tegenkomen in de supermarkt op het moment dat hun kinderen zich misdragen, maar ik zou het juist heel graag eens meemaken. Dan zien ze tenminste dat het bij ons ook zo is.’
‘Bang dat ik hun gedrag overanalyseer’
Liesbeth Desmet is klinisch psycholoog, orthopedagoog en cognitief gedragstherapeut. Ze biedt met Praktijk Mobiel therapie voor kinderen aan huis aan. Ze heeft twee zonen van 3 en bijna 1 jaar.
‘Sommige ouders vragen om hulp met de verwachting: oké, jij bent de expert, jij lost het op. Maar de problemen die ze ervaren met hun kind vragen vaak om aanpassingen in het gezin. Ik kijk altijd naar de functie van het gedrag. Soms heeft het kind een aangeboren probleem, maar vaker blijkt het gedrag een reactie te zijn op een thuissituatie. Kinderen zijn tandwielen in het systeem dat een gezin nu eenmaal is. Daarom probeer ik ouders altijd bij de therapie te betrekken.
Ik vertel ouders dat ze niet zo streng moeten zijn voor zichzelf, maar tegelijkertijd moeten ze wel begrijpen hoeveel invloed hun eigen gedrag heeft. Ouders worstelen daarmee. Wanneer ik hen erop wijs dat ze soms deel zijn van het probleem, zien ze dat als falen. Vooral jonge ouders zijn erg vatbaar voor de druk van perfectie. Ze hebben het gevoel dat ze naar het perfecte plaatje moeten streven. Dat bestaat eigenlijk niet, maar je ziet het wel overal. Niemand post foto’s van zijn of haar wallen of van een huilende kleuter op Facebook. Het is moeilijk om jezelf dan als ouder niet steeds te vergelijken met anderen.
Het is iets waar ik mezelf ook op betrap. Daarnaast voel ik me snel schuldig. Dan denk ik dat ik mijn ene zoontje tekortdoe en de ander te veel aandacht geef. Of ik ben bang dat ik hun gedrag overanalyseer. Mijn kennis van de theorie kan een nadeel zijn: als mijn kinderen anders reageren, vraag ik me meteen af wat ik verkeerd doe. Ik moet er bewust op letten om soms gewoon vanuit mijn moedergevoel te handelen.
Ik begeleidde ooit een kind dat door zijn ouders werd aangemeld voor gedragsproblemen. Uiteindelijk bleek die jongen zich alleen te misdragen omdat hij zijn ouders miste en zo om aandacht vroeg. Beiden waren zelfstandige met een druk leven. Zulke ervaringen beïnvloeden me als mama wel. Ik doe mijn werk enorm graag, maar probeer mijn werktijd bewust af te bakenen van mijn mamatijd. Al zit ik soms nog een mail te beantwoorden met een potje fruitpap in de hand. (lacht)
Sinds ik zelf mama ben, heb ik meer begrip voor bepaalde situaties. Daarvoor wist ik ook wel dat het soms makkelijk gezegd is, maar ik ondervind nu zelf hoe lastig het bijvoorbeeld is om consequent te zijn. Mijn hart breekt óók als mijn zoon huilend in de hoek staat. En ja, dan durf ik hem er weleens vroeger uit te halen. Erger nog: mijn man kan er veel beter tegen en laat hem vaker staan, waardoor we op dat vlak niet één front vormen. Dat is precies wat ik als therapeute elke dag adviseer, maar als mama weet ik dat het niet altijd lukt. Je bent ook maar gewoon een mens. Dat soort voorbeelden kunnen geven, helpt me wel in de gesprekken met ouders. Zo stel ik mezelf kwetsbaar op en laat ik zien dat ik er ook mee worstel. Het geeft een realistischer beeld dan wat je op sociale media ziet.’
‘Niet straffen lukt, niet belonen is moeilijk’
Nina Mouton is klinisch psycholoog en psychotherapeut, spreker en auteur van de bestseller Mild ouderschap, waarin ze pleit voor opvoeden vanuit je gevoel. Ze heeft een zoon (9) en een dochter (6).
‘Mijn missie is om ouders in hun kracht te zetten, zodat ze hun eigen gevoel durven te volgen. In ieder van ons zit een moeder- of vadergevoel waar we op kunnen vertrouwen, maar dat raakt vaak ondergesneeuwd door alle adviezen, tips, boeken en studies waarmee we om de oren geslagen worden. Ouders laten zich te veel beïnvloeden door de buitenwereld. Ze staan niet meer in contact met hun eigen gevoel.
Ik ontmoet veel ouders die worstelen met perfectionisme. Ze verliezen zichzelf in de rol van ouder omdat ze het perfect willen doen, maar hebben constant het gevoel dat ze falen. Zodra er iets misloopt, voelen ze zich een slechte moeder of vader. Daarom pleit ik voor mild ouderschap. Iedereen heeft tegenwoordig de mond vol over mild zijn voor anderen, maar mild zijn voor jezelf is minstens even belangrijk.
Ook ik heb die klik moeten maken. Vroeger kon ik bij het minste foutje met mijn hoofd tegen de muur bonken. Dan werd ik kwaad op mezelf: wat voor slechte mama ben ik? Maar nu besef ik dat ouderschap nooit ‘af’ kan zijn. Sinds mijn doel niet meer is om de perfecte mama te zijn, gaat het veel beter. Ik aanvaard dat het een zoektocht is, zonder eindpunt. Eentje die ik samen met mijn man en kinderen onderneem. Natuurlijk botsen wij soms ook en is er ruzie, maar ik zie het niet meer als falen. Ik ben ook maar een zoekende mama.
Door mijn opleiding dacht ik toen ik moeder werd dat het gewoon een kwestie was van de theorie op de praktijk toepassen. Dat was de desillusie van mijn leven: niks van wat ze me beloofden was waar. Als ik maar consequent zou straffen en belonen, dan zouden de kinderen luisteren. Alleen deden ze dat dus niet. Shit, moet ik dit nog 18 jaar doen, dacht ik. Ik vond het zelf niet meer leuk op die manier. Toen heb ik de theorie aan de kant geschoven. Mijn man en ik zijn zelf beginnen zoeken: wat zegt ons gevoel? Wat werkt voor ons gezin?
We zijn vrij snel gestopt met straffen, maar ik vind het nog steeds moeilijk om te stoppen met belonen. Onlangs leerde mijn zoon skateboarden en mijn dochter rolschaatsen. Als je dan ziet hoe trots ze zijn dat ze het onder de knie hebben, is het héél moeilijk om niet steeds ‘goed zo!’ te roepen. Ik moet er bewust bij stilstaan: wat kan ik zeggen dat mijn kinderen in hun kracht zet, los van mijn waardeoordeel?
Gisteren was mijn dochter kwaad tijdens een wandeling. Ze ging boos met haar armen voor haar hoofd tegen een boom staan. Vijf jaar geleden had ik gedacht: oh nee, wat zal iedereen nu van mij denken? Vandaag vind ik het oké. Ze mag boos zijn. Maar het blijft een dagelijkse zoektocht waarbij ik ook soms even uit de situatie moet stappen en afstand nemen. Een van mijn milde mantra’s is dan: wat zou de expert Nina Mouton hierover zeggen? Dat helpt.’ (lacht)
‘Je ziet constant je eigen tekortkomingen’
Ada Van Moorhem is kinderpsychotherapeut en directeur van De Leidraad, een multidisciplinair centrum voor psychotherapie en counseling, onder andere voor leerproblemen. Ze heeft twee dochters van 19 en 14 jaar en een zoon van 18.
‘Ik vergelijk opvoeden graag met een boswandeling: ouders bepalen de bestemming, maar kinderen bepalen hoe ze de weg afleggen. Het is oké als ze even van het pad afwijken om iets te ontdekken, als ze op hun eigen manier willen wandelen of als ze onderweg boos zijn. Ouders hebben soms moeite om te aanvaarden dat kinderen de wandeling niet maken zoals zij het graag willen. In mijn praktijk help ik hen stil te staan bij het doel dat ze willen bereiken.
Mijn voornaamste advies? Luister naar je kind. Probeer te achterhalen waar moeilijk gedrag vandaan komt. Een kind dat het lastig heeft op school, zal bij thuiskomst ventileren: roepen, huilen, weerspannig zijn. Het is nu eenmaal frustrerend als je er dubbel zo lang over doet om een zin te lezen als je klasgenoten. Kinderen weten nog niet goed hoe ze met hun emoties moeten omgaan of hoe die te verwoorden. Ouders zien zo’n uitbarsting als ‘stout zijn’, maar het hoort bij hun ontwikkelingsfase.
De maatschappij hecht veel waarde aan schoolprestaties en een hoog diploma. Dat legt druk op ouders, die denken dat ze falen als hun kind het moeilijk heeft op school. Maar elk kind is anders. Sommigen lopen op de toppen van hun tenen in het ASO. Dan ligt de lat gewoon te hoog. Elk kind moet gelukkig kunnen zijn binnen zijn eigen mogelijkheden.
Veel ouders hebben verwachtingen die niet altijd stroken met de ontwikkelingsmogelijkheden van hun kind. Ze vinden het bijvoorbeeld belangrijk dat het kind taken kan uitvoeren of spontaan zijn huiswerk maakt. Maar niemand wordt geboren met dat soort vaardigheden. Verantwoordelijkheid, keuzes maken, flexibel zijn… dat moeten ouders aanleren.
Door mijn job ben ik een zeer bewuste mama. Natuurlijk zijn er bij ons ook conflicten, maar omdat ik focus op de lange termijn, kan ik dat soort dingen makkelijk loslaten. Zo kan ik echt genieten van de discussies die bij de puberteit horen, omdat ik het belangrijk vind dat mijn kinderen een eigen mening ontwikkelen. Goed zo, denk ik dan, mijn pubers zijn weerbaar.
Ik probeer ouders te doen beseffen dat ze een voorbeeldfunctie hebben. Kinderen leren uit het gedrag dat ze bij hen zien. Je kunt niet staan roepen naar je kind dat het moet stoppen met roepen. Maar de eerste keer dat mijn jongste dochter het woord ‘shit’ zei toen iets niet lukte, was ook erg confronterend. Dat maakt opvoeden zo moeilijk: je ziet constant je eigen tekortkomingen. Zo hamer ik ook vaak op het belang van structuur bij kinderen, maar ben ik zelf vrij chaotisch.
Je kunt niet falen als ouder. Ja, je maakt fouten. Opvoeden is nu eenmaal een leerproces. Er is geen enkel boek waarin precies jouw kind beschreven staat of hoe je het perfect kunt doen. Geniet dus vooral van de boswandeling, want voor je het weet ben je al bij de bestemming.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier