U lummelt toch ook? Waarom lui zijn zo briljant is
In een maatschappij die hard werken en een overvolle agenda hoog inschat wordt er wat neergekeken op mensen die graag lummelen, maar de waarheid is dat je heel wat kunt leren van een luierik. ‘Belangrijke zaken hebben veel tijd nodig, lanterfanten inbegrepen.’
‘Ik begin de dag graag op de zetel. Gewoon wat zitten, voor me uit kijkend, dagdromend. Soms zit ik er een uur later nog en werd ik in die tijd al twee keer ‘betrapt’ op nietsdoen door mijn vrouw, die sinds de coronacrisis net als ik hoofdzakelijk thuis aan het werk is. Vroeger zou ik me dan geschaamd hebben, maar ondertussen weet ze dat ik beter presteer als ik doorheen de dag geregeld een pauze neem om muziek te luisteren, een koffie te drinken of gewoon wat te lummelen. Daarna werk ik dubbel zo gefocust. Neem ik te lang geen pauze, dan schieten mijn gedachten al gauw alle kanten uit, behalve richting mijn werk.’ Pieter* is een ex-studiegenoot op wie we indertijd allemaal jaloers waren: hij sliep lang uit, volgde alleen de lessen die hem interesseerden, blokte niet noemenswaardig hard en studeerde toch af met grote onderscheiding. Vandaag heeft hij een mooie job, al doet hij naar eigen zeggen nog steeds enkel het hoogstnoodzakelijke. Maar met zijn naam in dit blad? Liever niet. ‘Lui is een stempel die je moeilijk afgeschud krijgt. Vindt men je lui, dan wordt je werk onmiddellijk als minder goed gepercipieerd. Terwijl er op mijn werk niets aan te merken valt. Ik ben een high functioning luierik, een talent waar ik best blij mee ben.’ (lacht) Pieter werkt nog steeds maar een paar uur per dag. Af en toe zijn er drukke periodes, maar die moet hij daarna compenseren.
Vindt men je lui, dan wordt je werk onmiddellijk als minder goed gepercipieerd. Terwijl er op mijn werk niets aan te merken valt. Ik ben een high functioning luierik, een talent waar ik best blij mee ben.
Pieter
High functioning luieriken, ze bestaan wel degelijk. Ook Elke Van Hoof, klinisch psycholoog en expert op het vlak van stress en burn-out, geniet van luieren: ‘Ik heb de reputatie iemand te zijn die keihard werkt, maar in mijn naaste omgeving sta ik ook bekend als een erg luie persoon. Hard werken en toch graag luieren, die twee kunnen perfect hand in hand gaan.’ Meer nog, zegt Elke Van Hoof, die twee móéten hand in hand gaan, want af en toe nietsdoen is broodnodig voor je mentale gezondheid. ‘Luieren is een essentiële vorm van hersteltijd, tijd die je nodig hebt om te bekomen van de stressoren die dagelijks op je pad komen. Het is op momenten waarop we geen prikkels te verwerken krijgen dat ons recuperatievermogen tot zijn volle recht kan komen. Kijken hoe het gras groeit, bij manier van spreken, is een van de meest efficiënte manieren om je veerkracht op peil te houden.’
Lummelschaamte
Voor je aan die Netflix-marathon begint: niet elke vorm van luieren geldt als hersteltijd. Wat is dan wel ‘goed luieren’? Elke Van Hoof: ‘Bingewatchen kan ontspannend zijn, maar het is een hersendodende activiteit. Wanneer je televisiekijkt, of zomaar wat zit te scrollen door je sociale media, steek je net heel veel prikkels in je hoofd, en luieren is per definitie prikkelarm. Rustmomenten hebben idealiter twee ingrediënten: je brengt je lichaam tot rust – door even te zitten, of beter nog, te liggen – en je hoofd. Dat laatste doe je door te mediteren of – als meditatie niets voor jou is – door je gedachten af te leiden, bijvoorbeeld door je laatste vakantie voor je ogen af te spelen als een film. Positief tijdreizen is een heel efficiënte vorm van mindfulness.’ En wat dóé je dan ondertussen, tijdens dat uurtje rust brengen in je hoofd? Gewoon niks. Uit het raam kijken. Liggen in de zon. Niksen. Journaliste Olga Mecking maakte vorig jaar het Nederlandse woord ‘niksen’ wereldberoemd met een essay in The New York Times, dat al snel viraal ging en uitgroeide tot het boek Niksen, de Dutch art of luieren, over hoe nietsdoen je creatiever, gezonder en gelukkiger maakt. Dat nietsdoen lazy of wasteful is, is volgens Mecking dan ook nonsens. Veel zelfverklaarde luiaards blijken immers erg productieve mensen te zijn die in een paar uur het werk kunnen verzetten waar anderen dagen voor nodig hebben. Een wetenschappelijke verklaring is daar niet voor, al heeft het volgens Elke Van Hoof te maken met een focus die zij in hun werk kunnen leggen, doordat ze geen tijd steken in pietluttigheden. ‘Je komt dan in een soort van flow, waardoor er meer aandacht en concentratie kan gaan naar hetgeen waarmee je bezig bent.’
Volgens Johan Braeckman, de hoogleraar wijsbegeerte aan de Universiteit Gent die voor corona succesvolle lezingen gaf onder de titel Leve de luiheid, waren veel genieën behoorlijk gemakzuchtig en lui. ‘Eén, twee uur werken per dag kan genoeg zijn, als wat je doet in die korte tijd zinvol is. Neem Descartes, die lag tot de middag in bed. Daarna ging hij een beetje wandelen, hij stak niet veel uit op een dag. Maar de inzichten die hij al rondlummelend kreeg, behoren tot de briljantste van de zeventiende eeuw. Hugo Claus schreef maar achthonderd woorden per dag. Dat is niet zo veel, maar het is beter om achthonderd mooie woorden neer te schrijven dan duizenden die nergens op slaan. Belangrijke zaken hebben veel tijd nodig, lanterfanten inbegrepen. Door te luieren creëer je ruimte waarin je brein zelfstandig aan de slag gaat om een oplossing te bedenken.’
Paul McCartney schreef naar verluidt Yesterday tijdens een droom, en filosoof Ludwig Wittgenstein schepte graag op dat hij tot zijn beste inzichten kwam in bad. Veel mensen in een creatieve job herkennen dat: de beste ideeën komen aanwaaien terwijl je de was opplooit, onder de douche je haar staat uit te spoelen of je in bed nog even op je andere zij draait. Wanneer je, kortom, je hoofd leegmaakt, en dat stimuleer je door te liggen. ‘Wanneer er rust is in je hoofd, is er meer ruimte om niet voor de hand liggende verbanden te leggen. Dan komen de echt goeie, disruptieve ideeën’, vertelt Elke Van Hoof. Ze speelt daarop in door in haar therapiecentrum Huis voor Veerkracht rustplekken te creëren, brede vensterbanken waarin kussens werden gelegd. Werknemers mogen daar wanneer ze maar willen even gaan liggen om te luieren, te denken en ja, zelfs te dutten. Maar lummelschaamte zit diep. ‘Ik merkte in het begin toch wat schroom’, geeft ze toe. ‘Het gebeurde geregeld dat werknemers beschaamd rechtveerden wanneer ik binnenkwam. Ik heb echt moeten benadrukken dat het mocht, dat die banken er stonden om op te gaan liggen. En nog belangrijker: ik gaf het goede voorbeeld door er zelf tijdens meetings al eens op te gaan liggen nadenken. Ik was trouwens ook de eerste die in slaap viel tijdens de werkuren. Zonder schaamte. Ik wil die cultuur van werken en luieren heel bewust aanmoedigen in mijn bedrijf. Want het werkt écht.’
Slow down, slack off
Niks mis met lanterfanten, vindt ook Jennifer McCartney, auteur van Leef als een luiaard. Zoals de titel van haar boek al verraadt, moeten we volgens haar allemaal wat meer gaan leven als een luiaard – het dier, niet de mens. Luiaards zijn doelbewust en gefocust, maar altijd ontspannen. Ze slapen tien tot achttien uur per dag, bewegen in een gezapig tempo van een schamele twee meter per minuut en toch overleven ze. In De Morgen zegt ze over haar succesboek: ‘Ik zeg niet dat je nooit nog een poot moet uitsteken, wel dat je ook volgens eigen vermogen en tempo kunt werken.’ Haar advies: slow down, sleep in, slack off. Een motto dat eerder al door succesauteur Tom Hodgkinson (van o.a. Lof der Luiheid en Luie ouders hebben gelijk) gepromoot werd: het kan ook allemaal wat meer chill en meer op je eigen ritme. Ze zetten zich hiermee af tegen wat Johan Braeckman onze plus est en vous-mentaliteit noemt, van altijd maar beter, sneller, meer. Je agenda moet van ’s morgens tot bedtijd gevuld zijn, professioneel en privé. En als dat niet zo is, voelen we ons schuldig. Hoe komt het dat we eenmaal volwassen het talent verliezen om uren op onze rug in het gras naar de wolken te liggen kijken? ‘Zitten niksen, niet productief zijn, dat hoort volgens veel mensen niet’, vertelt Braeckman. ‘In onze maatschappij wordt alles bekeken vanuit een economische logica. Hoe goed je bent in je job, meten we af aan het aantal uren dat je werkt. We appreciëren het wanneer iemand betrouwbaar is en zijn werk goed doet: dat is logisch. Maar de gedachte dat het dan ook éxtra goed is om overuren te kloppen en in het weekend door te werken, is niet langer logisch. We hebben ons laten opdringen dat tijd altijd nuttig ingevuld moet worden. Zowel op het werk als in onze vrije tijd moet alles wat we doen een doel hebben. Maar wat voor veel mensen het toppunt van tijdverlies is, kan toch intrinsiek waardevol zijn. Op een mooie zomerdag in het gras naar de krekels liggen luisteren: dat kan een zeer rijke ervaring zijn die je de rest van je leven bijblijft.’
Maar een goeie luiaard zijn: het is niet iedereen gegeven. Wat voor de een natuurlijk komt, is voor de ander een moeilijke klus. ‘Veel mensen zijn als een Duracell-konijntje dat maar blijft gaan, ze zijn ervan overtuigd dat ze geen nood hebben aan luieren’, vertelt Elke Van Hoof. ‘Als je heel je leven hebt gehoord dat het nooit goed genoeg is, is het logisch dat je geen uitknop hebt. Maar af en toe op stop duwen is een overlevingsinstinct. Ons lichaam is niet gebouwd om continu bezig te zijn. Als je nooit tot rust komt, ga je andere, negatieve manieren zoeken om tot ontspanning te komen, zoals vluchten in alcohol.’ Gelukkig kun je leren luieren. Elke Van Hoof: ‘Begin met te ontdekken welke zaken voor jou werken: wegdromen tijdens een podcast, luieren in de hangmat, wat voor je uit staren in de tuin… Plan vervolgens heel bewust die luie momenten in. Begin met een kwartier, want als je niet gewend bent om niets te doen, kan het confronterend zijn om jezelf tegen te komen in je gedachten. Organiseer ook in je vrije tijd eens een luierweekend. Dat wil niet zeggen dat je helemaal niets doet, maar plan je activiteiten in functie van herstel.’ Elke Van Hoof blokkeert in haar werkagenda luiermomenten: ‘Mijn werknemers weten dat die momenten heilig zijn voor mij, omdat ik merk dat ze zowel de kwaliteit van mijn werk als de manier waarop ik met andere mensen omga ten goede komen.’
Ik was de eerste die in slaap viel tijdens de werkuren. Zonder schaamte. Ik wil die cultuur van werken en luieren heel bewust aanmoedigen in mijn bedrijf. Want het werkt écht.
Elke Van Hoof
Waaier van mogelijkheden
Hetzelfde geluid horen we bij Els (54), die een paar jaar geleden deeltijds ging werken om meer tijd voor zichzelf te hebben, en merkt dat ze eigenlijk helemaal niets bijzonders doet in die vrije uurtjes: ‘Soms vraag ik me af wat ik zoal doe op een vrije dag. Niet veel, blijkt wanneer ik ’s avonds in mijn hoofd de voorbije dag overloop, maar ik voel me wel helemaal opgeladen en zit vol ideeën en plannen. Ideeën die geen kans krijgen wanneer ik verdrink in het werk. Financieel valt het tegen, maar het is de opoffering waard. Ik ben gewoon geen fijn mens als ik alleen maar werk, en daar kan geen geld tegenop. Af en toe moet ik voor een bepaald project toch voltijds, of zelfs meer dan voltijds werken. Dan voel ik dat dat niet goed voor me is: ik krijg een knoop in mijn maag, slaap slecht, en ben thuis niet te genieten.’
Het is meteen nog een voordeel aan luieren: door meer tijd voor jezelf te nemen kom je tot inzichten over jezelf, het leven dat je leidt en het leven dat je wilt leiden. Johan Braeckman nam een paar jaar geleden een sabbatjaar en kan dat iedereen aanbevelen: ‘De tijd en de vrijheid hebben om je dagen in te vullen zoals je het zelf wilt, is een zegen voor je gezondheid en je mentale weerbaarheid, maar het geeft ook een nieuw perspectief op de dingen. Vandaar dat veel mensen tijdens hun vakantie tot het inzicht komen dat ze de dingen anders willen aanpakken, omdat ze dan even aan dat keurslijf van hun job ontsnappen en de tijd nemen om te luieren, zonder schuldgevoel. Jammer genoeg verdampen die inzichten vaak ook weer even snel als ze gekomen zijn.’ Professor Braeckman werkt ook bewust deeltijds, zodat er meer tijd overblijft voor andere dingen die hij belangrijk vindt, zoals lezen en schrijven. ‘Mijn plezier in het lesgeven verdwijnt wanneer ik te veel lesgeef. De sleur sluipt erin, en studenten voelen dat. Kiezen om vaker niet te werken, heeft in de eerste plaats niet zozeer te maken met luiheid, maar gaat vooral over de zin en de richting die je aan je leven wilt geven. Er is geen enkel excuus om niet af en toe na te denken of je nog wel op het juiste pad zit. Wat zijn je prioriteiten in het leven? Is dat een dikke bankrekening? Meer tijd met je kinderen of je vrienden? Vrije tijd om een taal te leren of meer te lezen? Wil je echt zelf carrière maken of doe je het enkel omdat het van je verwacht wordt? We krijgen in dit leven een waaier van mogelijkheden, het is belangrijk dat je achterhaalt welke van die verschillende wegen jij wilt volgen.’
Pandemie als stopknop
Je kiest er niet altijd zelf voor om de stopknop even in te drukken, soms doet het leven dat voor je, door een ontslag, een ziekte, of zoals onlangs door een pandemie. Katrien (38) zag tijdens de coronacrisis een grote opdracht wegvallen. Tijdelijke werkloosheid en meer tijd om na te denken brachten haar tot het inzicht dat ze vooral veel tijd stak in het waarmaken van andermans dromen. Dat wil ze niet meer: ‘Ik wil geen werkweken van zeven dagen op zeven meer kloppen ‘in opdracht van’. Vanaf nu wil ik meer tijd maken voor mijn eigen projecten, en op een andere manier gaan werken, niet meer als freelancer, maar meer als ondernemer mijn eigen ideeën uitwerken. Bovendien mogen mijn dromen niet meer enkel in de werksfeer liggen, maar wil ik ook in mijn privéleven meer tijd steken. Dit jaar heb ik voor het eerst een kerstvakantie van twee weken genomen, en zoveel tijd doorbrengen met mijn man en dochter deed deugd.’
Tijdens de (semi)lockdowns viel het sociale leven stil. Gedwongen thuiswerk en tijdelijke werkloosheid creëerden extra vrije tijd om te wandelen, te lezen, te luieren. We moesten niet langer druk-druk zijn en veel mensen gaven aan daar enorm van te genieten. Johan Braeckman hoopt dat corona veel mensen een spiegel heeft voorgehouden: ‘Mensen hebben de laatste maanden veel tijd doorgebracht met hun partner en kinderen en beseffen dat ze die verwaarloosd hebben. Of ze hebben het plezier ontdekt van lezen, koken, een spel spelen, puzzelen… en zien nu in hoeveel voldoening het geeft om de tijd te nemen voor dingen. Zullen we die positieve effecten kunnen vasthouden? Dat weet ik niet. Maar het sociale experiment dat corona op een manier toch is, duurt nu al bijna een jaar. Als we er nu nog geen lessen uit kunnen trekken en inzien hoe het anders kan, zal het nooit lukken.’
Ook Elke Van Hoof ziet een enorme opportuniteit: ‘We hebben nu allemaal de pen in onze hand om ons leven te gaan herschrijven, ook de manier waarop we in het werkleven en in ons leven thuis staan. Hoe meer mensen die pen opnemen, hoe meer we zullen komen tot een nieuwe manier van werken. De bedrijven moeten dan wel mee, ook de micromanagementbedrijven die voor corona tegen flexibele werktijden waren. In veel bedrijven bestond de angst dat werknemers niet zouden werken als de controle wegviel: misschien liggen ze wel allemaal in hun hangmat? Wel, laat ze af en toe in die hangmat liggen, als ze daarna uitgerust en met een fris hoofd weer aan het werk gaan. De resultaten zijn er: ondertussen zijn ze er in de meeste bedrijven wel achter dat werknemers vrijheid geven hun werk ten goede komt. Misschien moeten we nog een stap verder gaan en vanaf nu elke vrijdag de ‘beste luie werknemer van de week’ vieren zodat het ingeburgerd raakt dat luiheid een troef is, zolang dat samengaat met goed werk. Want een pleidooi voor meer luiheid is geen pleidooi voor half werk. Maar een werknemer die ondanks meerdere dutjes zichzelf toch heeft onderscheiden: dat is een topwerknemer.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier