‘Troostbaby’ Line kwam ter wereld om het gezin te helen: ‘Ik ben maar een plan B’
Op 10 mei 2001 gebeurt het ondenkbare: Elise is tien jaar wanneer ze verongelukt voor de ogen van haar mama en zus. Anderhalf jaar na Elises dood wordt haar zusje Line geboren, de ‘troostbaby’ die het gezin weer moet helen. Dit is Lines verhaal.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Twee zusjes en hun mama fietsen naar huis na een schooldag, maar op een gevaarlijk oversteekpunt loopt het mis. De boekentas van Clara, dan zeven jaar, valt van Elises fiets. Mama Christel schreeuwt nog dat ze aan de overkant moet blijven staan, maar Elise, die de tas snel probeert op te rapen, wordt gegrepen door een auto. De impact van de klap is enorm. Een dag later bezwijkt ze aan haar verwondingen. Elise, een lief, opgewekt kind, is uit het leven geplukt. Het verdriet is immens. De wereld van haar gezin, familie en vrienden staat op zijn kop. En dat is vandaag nog altijd een beetje het geval, want het rouwen duurt eeuwig.
De andere oever
“Ik zie ons daar nog stappen, achter haar lijkwagen”, vertelt Kristof, de papa van Elise. “Het was zo onwerkelijk. Dit kan toch niet, dit mag toch niet. De periode na haar dood was stil. Er klonk enkel gesnik in het huis, maanden aan een stuk. Het deed zo’n pijn.” Vier maanden later doorbrak hij zelf die stilte, aan Elises graf: “Ik wou opnieuw een kind. Voor mezelf en mijn vrouw, maar vooral voor Clara. Zij was nog maar zeven jaar en was niet alleen haar zus kwijt, maar ook haar grote voorbeeld. Het idee dat ze er heel haar leven alleen voor zou staan, zonder broer of zus, kon ik niet plaatsen. Ik had het gevoel dat we nieuw leven nodig hadden om door te kunnen gaan, voor zover dat mogelijk was. Ik kaartte het aan bij mijn vrouw. Hoe het zelfs nog maar in me opkwam haar zoiets te vragen, vroeg ze. Ze wilde geen nieuw kind, ze wilde Elise terug. Maar de maanden daarna spraken we nog vaak over die optie en het versterkte onze band. Ze vertrouwde me, en na een paar maanden besloten we dat het de juiste keuze zou zijn voor ons gezin. We zouden het een kans geven.”
Uus Knops, psychiater en rouwexpert, licht het rouwproces toe: “Iemand die rouwt bevindt zich als het ware in een boot op een rivier. Aan de ene kant is er een verlies-gerichte oever, aan de andere kant een herstel-gerichte oever. Rouwen betekent heen en weer varen tussen deze oevers. Dat zijn de universele aspecten, maar hoe we varen en wat we op onze oevers doen, dat is de unieke invulling, want elk rouwproces is uniek. Sommigen bevinden zich iets langer aan de ene oever dan anderen, dat verschilt van persoon tot persoon en van de context. Met dit beeld in je hoofd is het heel begrijpelijk dat binnen een gezin verschillende rouwtrajecten worden afgelegd. Iedereen die rouwt heeft immers zijn eigen unieke persoonlijkheid en bovendien een unieke band met een unieke persoon die op een unieke manier gestorven is. Het is waardevol dat mensen rondom rouwenden bekend zijn met dit principe. Zo kunnen ze helpen op de hersteloever, door bijvoorbeeld iemand uit te nodigen om eens te gaan wandelen, of op de verliesoever, door nog eens samen herinneringen op te halen. Op elke oever kan de omgeving iets betekenen.”
Zo min mogelijk last
Elises jongere zus, Clara, was zeven toen ze alles zag gebeuren. Zij maakte een ander rouwproces door: “Ik huilde nooit in het openbaar, enkel in mijn kamer of op het toilet. Ik wilde mama en papa niet nog meer verdriet bezorgen, en probeerde zo min mogelijk tot last te zijn. Als kind kon ik het makkelijker van mij afzetten, alsof ik sneller de switch kon maken. Een sterk rouwproces voelde ik in die periode minder, maar na een tijd nam ik de verantwoordelijkheid voor het ongeval op mij. Want het was mijn boekentas die van haar fiets was gevallen. Pas later in mijn leven is het rouwen echt gestart, omdat het schuldgevoel zo bleef overheersen. Vooral tijdens mijn puberteit ben ik beginnen te rebelleren. Waarschijnlijk een gevolg van opgekropte rouw in samenspel met mijn koppigheid.”
Therapeut en rouwexpert Marleen Vertommen bevestigt Clara’s gevoelens: “Haar schuldgevoelens en de sterke loyaliteit naar haar rouwende ouders toe zijn heel herkenbaar. Het rouwproces dat je doormaakt hangt samen met heel veel factoren. Hoe oud je bent, welke plek je inneemt in het gezin… Het verliezen van een grote zus maakt dat de kinderrij verstoord is. Kinderen rouwen hierbij vaak door in herstel te gaan en zijn daar heel elastisch in. Ze voelen hun eigen verdriet en dat van hun omgeving, maar kunnen snel schakelen in hun gedachten. Vaak zien we een heviger rouwproces tijdens de puberteit. In die levensfase komen jongeren in een identiteitszoektocht terecht waarbij sommigen zich afzetten tegen hun thuishaven. Dan krijgt het rouwen soms een andere dimensie en kan het opnieuw sterk inslaan.”
Het schuldgevoel voelt Clara nog steeds. De tranen rollen over haar wangen wanneer ze vertelt hoeveel pijn ze nog voelt: “Ik blijf met die ‘als’-vraag zitten. Mama had gevraagd om mijn boekentas op mijn rug te dragen of onder de snelbinder van Elise te stoppen. Dat spookt nog altijd door mijn hoofd. Als ik een andere beslissing had genomen, was het ongeluk nooit gebeurd. Maar dan was mijn zus Line er niet geweest. Dat is moeilijk te vatten, die tegenstrijdige gevoelens. Ik mis Elise nog steeds enorm, maar ik ben ook heel blij dat mijn ouders de keuze gemaakt hebben voor een nieuw kind. Zonder Line zouden we nu een verscheurd gezin zijn dat nooit de kracht had gevonden om door te gaan.”
Nieuw leven
“We wisten dat een natuurlijke zwangerschap niet mogelijk was”, vertelt Christel. “Enkele jaren voor het ongeluk was een van mijn eierstokken verwijderd en werd ik gesteriliseerd.” Uiteindelijk bleek een nieuwe zwangerschap mogelijk dankzij een vruchtbaarheidsbehandeling: “Gevoelens van blijdschap voelde ik toen niet. Mijn gedachten waren bij Elise. Toch besloot ik om door te gaan met de ivf-procedure, omdat ik mijn man volledig vertrouwde. We gingen naar een fertiliteitspsycholoog van het UZ Leuven. Die twijfelde aan mijn mentale toestand, maar gaf uiteindelijk groen licht voor de procedure. Ik was er volgens hem niet klaar voor, maar ik was al 37 jaar. Wachten zou enkel voor problemen zorgen. Dus zijn we met het proces gestart. Op de dag van de eerste herdenkingsmis voor Elise, had ik mijn eerste follikelpunctie. Dat was ontzettend verwarrend.”
Marleen Vertommen begeleidt gezinnen die opnieuw kiezen voor een zwangerschap na de dood van een kind: “Wachten tot het rouwproces voorbij is om dan pas opnieuw een kind te krijgen, gaat niet. Een rouwproces gaat niet zomaar over. Rouwen om het verlies van je kind doe je levenslang, net zoals je levenslang de liefde voor dat kind zult blijven voelen. Toch betekent rouwen niet dat je psychologisch niet sterk genoeg bent om een vernieuwde kinderwens toe te laten en opnieuw zwanger te worden. Wel is het van belang om als ouders stil te staan bij wat rouwen met je doet, en dat best nog voor de zwangerschap. Er bestaat geen lijn in de beslissingen die daarbij worden gemaakt. Het is allemaal complexer en genuanceerder dan in termen als ‘juist’ of ‘fout’ te denken, maar we moeten wel heel waakzaam zijn zodra een rouwproces mogelijk gecompliceerd wordt en kantelt naar een depressie. Op dat moment is het uiteraard aan te raden om plannen voor een zwangerschap uit te stellen. Als iemands veerkracht totaal is aangetast en het nieuwe kind niet erkend kan worden, uiten we steeds onze bezorgdheid.”
De baby die lacht
“De zwangerschap zelf was anders dan de vorige twee”, vertelt Christel. “Het voelde niet alsof ik zwanger was en ik deed niets anders dan huilen, negen maanden lang. Ik keek ook niet echt uit naar de geboorte, maar bij het eerste huid-op-huidcontact met Line voelde ik weer íéts. Misschien was het gewoon een moedergevoel, maar het voelde aan als hoop. Er was weer iemand in mijn leven, een lieve baby die altijd naar me lachte. Het was alsof Line voelde hoe moeilijk wij het hadden, en zo veel mogelijk liefde en vreugde terug in het gezin probeerde te brengen. De tijd verstreek en door haar komst voelde het alsof we minder tijd hadden om te rouwen. Maar het verdriet, dat bleef.”
“Opnieuw zwanger zijn tijdens een rouwproces, is ontzettend moedig”, stelt Marleen Vertommen. “Het is heel normaal bij een zwangerschap als deze dat de moeder zich moeilijk kan hechten aan het gebeuren in haar buik. Die afstandelijke houding beschermt haar tegen mogelijke nieuwe pijn en verlies. Haar roze wolk is doorprikt en het gevoel een veilig en zorgeloos leven te leiden, is beschadigd. Het gevolg is dat de bindingsangst toeneemt, want hoe minder hechting, hoe minder pijn als het fout loopt, denk je. Dit is een normaal beschermingsmechanisme. Maar het betekent niet dat er onherroepelijke schade is aangericht. De veilige hechting van de moeder met haar kind kan nog steeds hersteld worden.”
De vreugde en liefde die de komst van de baby uiteindelijk met zich meebrengt, heeft alles te maken met de natuurlijke levensenergie en de veerkracht die ook een deel kunnen zijn van het rouwproces, vertelt Vertommen. “Na een mooie gebeurtenis zoals de geboorte van een kind, ontstaat er weer hoop en energie om ook dat opnieuw aan te kunnen. Je kunt zo’n situatie vergelijken met een soort complexe tango: er is de constante afwisseling tussen emoties, van verdriet naar vreugde en weer terug.’
Wat als?
“Elise is nooit naar de middelbare school gegaan. Nooit heeft ze haar rijbewijs gehaald. Nooit is ze op kot kunnen gaan. Ze is zelfs nooit verliefd geweest.” Line heeft het moeilijk om haar gevoelens onder woorden te brengen. “Ik heb al die kansen wel gekregen. Daar ben ik heel dankbaar voor, maar het zorgt ook voor schuldgevoel. Het was de bedoeling dat Elise al die dingen zou doen. Ik ben maar een plan B. In ‘normale’ omstandigheden zou ik hier niet eens moeten zijn.” Ze heeft zich altijd al een vervanger gevoeld, vertelt ze. “Ook al kan ik haar niet vervangen, ik voel al heel mijn leven de vergelijking. En dat ik in bepaalde aspecten op haar lijk, maakt het niet makkelijker. Daarom herken ik mezelf niet in de term ‘regenboogbaby’. Dat concept verwijst naar een kind dat geboren is na de dood van een baby, of na een miskraam. Maar ik ben geboren na de dood van een meisje dat bijna elf jaar op deze wereld heeft rondgehuppeld.”
‘Bij het eerste huid-op-huidcontact met Line voelde ik weer íéts. Misschien was het hoop?’ Mama Christel
In bijna elk aspect van haar leven wordt Elise betrokken, soms subtiel, soms opvallend, vertelt Line. “De muziek van haar afscheidsviering werd op mijn geboorteviering opnieuw gespeeld. Op mijn geboortekaartje werd ze betrokken bij de tekst. Op mijn communiefeesten kwam ze voor in een speech die zorgde voor een emotioneel moment. En als ik trouw, ben ik er zeker van dat er ook dan tranen zullen vloeien voor Elise. Ik zeg niet dat ik dat niet wil. Het moet juist. Ik ben haar mijn leven verschuldigd, en ze moet herinnerd worden. Maar elke keer popt die ‘als’-vraag in me op. Het besef dat ik hier niet had moeten zijn. Dat spookt door mijn hoofd, dag in, dag uit.”
De gevoelens die Line heeft, verbazen Marleen Vertommen niet: “Als een kind er komt na een gestorven kind, zal er altijd een link tussen beide blijven. De ‘als’-vragen die daarbij gesteld worden, maken deel uit van Lines leven. Belangrijk in zo’n situatie is dat de inhoud van de term ‘troostbaby’ niet vernauwd wordt tot een functie. Line is er niet alleen gekomen om het gezin te troosten. Ook al troostte ze hen in haar eerste levensjaren, ze is veel meer dan dat, een gelijkwaardige persoon. Het verwarrende gevoel van Line op het moment dat ze de leeftijd van haar overleden zus overschrijdt, is heel herkenbaar en normaal.”
Miskend verdriet
Voor haar verdriet om Elise voelt Line weinig begrip: “Ook ik rouw om haar. Ook ik heb het soms moeilijk omdat ik haar mis. Dat klinkt misschien raar, want hoe kan ik nu rouwen? Hoe kan ik haar nu missen? Ik heb haar nooit bij leven gekend. Nooit gevoeld. Nooit dezelfde lucht als zij ingeademd. Weinig mensen begrijpen het, alsof ze niet beseffen dat ook ik mijn grote zus kwijt ben. Ik heb haar inderdaad nooit mogen ontmoeten, maar dat betekent niet dat ik haar niet ken.”
De vorm van rouwen die Line voelt, noemt Marleen Vertommen stil of miskend verdriet. “Mensen kunnen zich moeilijk voorstellen dat je kunt rouwen om iemand die je nooit hebt gekend. Je rouwt om wat bestaat en zeker om wat bestaan heeft. In dit gezin is Elise na haar overlijden blijven bestaan doordat ze herinnerd wordt en betrokken bij het verdere leven. Daardoor kan Line ook een band van grote betekenis met haar voelen en kan Elise ook voor haar de rol vervullen van grote zus. De hechting die Line met Elise voelt, is de liefde die ze voelt voor haar zus. Die gevoelens zorgen ervoor dat ook zij rouwt. Het rouwproces is natuurlijk anders wanneer je de gestorven persoon hebt gekend, maar dat betekent niet dat Line niet kan rouwen.”
“Ik heb Line altijd beschouwd als een soort heilige”, vertelt Line. “Als ik het moeilijk heb, vlucht ik soms naar haar graf. Ik voel me er veilig, want op geen enkele plek is ze zo dicht bij me als daar. Ik heb ook altijd spirituele gevoelens rond haar ervaren. Soms denk ik dat ze naast me zit of wandelt, als een steunpilaar. Ze geeft me het gevoel dat ze in elke windvlaag met me mee waait en zorgt dat het allemaal wel goed komt. En als er eens iets niet loopt zoals het hoort, dan is het om mij een les te leren. Elise zal altijd mijn wijze grote zus zijn.”
Meer informatie rond rouwen vind je op verbindinginverlies.be
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier