De Nederlander Piet Boon (67) startte in 1983 een aannemersbedrijf dat mettertijd transformeerde tot een ontwerpstudio. Studio Piet Boon verwierf internationale faam met huizen, interieurs en producten. In Amsterdam opende zopas het Rosewood Hotel en in Antwerpen een studio voor Range Rover: voor beide tekende het team van Boon het interieur.
Timmeren met vrienden
‘Ik weet niet hoe het is om voor een baas te werken. In mijn jeugd was ik een enfant terrible, ik werd van school gestuurd. Luisteren naar de directieven van anderen kan ik niet zo goed. Toen ik afstudeerde, ben ik meteen zelf een bedrijf gestart. Ik wist niet hoe om te gaan met personeel, ik nam enkel mensen aan van wie ik wist dat ze bij me pasten. Dat was leuk: samen met vrienden lekker timmeren. Maar veel bracht het niet op.’
Geen manager
‘Pas toen ik mensen aanwierf die beter waren in iets dan ik, begonnen we te groeien. In financiën ben ik bijvoorbeeld niet sterk, dat ligt me niet. En ik kan wel goed delegeren, maar een échte manager ben ik niet. Omdat het voor een werkgever belangrijk is je personeel een luisterend oor te bieden, en ik daar de tijd niet voor heb, haal ik de juiste mensen aan boord. We hebben intussen zo’n 70 medewerkers. Ik ben blij dat ik die niet allemaal hoef te leiden.’
Ondertussen ben ik genezen van teelbalkanker, maar dat slechte nieuws dat je kreeg, dat vergeet je nooit. Als ik een pijntje voel, denk ik: het is er weer.
Oog voor detail
‘We tekenen alles uit, zelfs waar de toiletrolhouder moet komen. Als je dat niet precies aangeeft, hangt de timmerman hem misschien ergens op waar je er moeilijk bij kunt. Als mensen door een huis lopen, hebben ze geen idee hoeveel werk erin is gekropen. Hoe minder je bij de details stilstaat, hoe hoger het prijskaartje later zal worden, omdat je fouten moet corrigeren.’
Hypochonder
‘Als de dokter zegt dat je teelbalkanker hebt, schrik je je natuurlijk helemaal rot. Ik had net twee jonge kinderen. Daar kwam nog bij dat ons bedrijf bloeide en mijn werkagenda overvol zat. Bijgevolg duwde ik die kanker weg. Ik had het geluk dat de radiotherapie haar werk deed en ik me niet ziek voelde. Tussen de drukke activiteiten door ging ik naar het ziekenhuis om me te laten bestralen. Maar dat slechte nieuws dat je kreeg, dat vergeet je nooit. Als ik een pijntje voel, denk ik wel even: het is er weer. Ik ben er toch een beetje een hypochonder door geworden.’
Wachten is goud
‘Morgen waait het, zeg ik vaak. Het mag vandaag gezeik zijn, morgen is het wellicht weer weg. Mensen in mijn omgeving die snel in paniek raken, raad ik aan om even af te wachten. Soms lost het zich vanzelf op. Ik heb mezelf ook afgeleerd om meteen op rottige e-mails te reageren. Ik wacht tot de boosheid is gekoeld en de dag erop stuur ik een positief, begripvol berichtje terug.’
Hard werken is leuk. Ik heb al te vaak gezien dat mensen die stoppen ongelukkig of ziek worden.
Volg je hart
‘Ik heb weinig aanleg voor verdriet. Op moeilijke momenten moet je gewoon doorgaan. Als bedrijf hebben we ook crisisjaren meegemaakt. Je moet dan je hart blijven volgen en ondanks alles voor kwaliteit blijven gaan. We zijn altijd high-end geweest. Als het zakelijk minder ging, dacht ik weleens: moeten we ook niet goedkopere dingen gaan maken? Ik ben nu blij dat we die stap nooit hebben gezet. Pas nu, nu we een sterk merk zijn, zouden we ons aan zo’n project durven te wagen. Als je de interieurlijnen ziet die Vincent Van Duysen voor Zara Home heeft gemaakt: prachtig!’
Ex als steunpilaar
‘Na de scheiding was het logisch dat ik met mijn ex-vrouw zou blijven samenwerken. Voor het bedrijf was het noodzakelijk dat Karin bleef. Zij is een heel belangrijke steunpilaar. Onze relatie is nu ook beter. Ik geef haar meer respect voor wat ze doet. Toen we nog getrouwd waren, beschouwde ik dat te veel als vanzelfsprekend. Zij durft nog altijd alles tegen me te zeggen en dat is goed: met enkel jaknikkers kom je er niet. Ik denk dat we allebei gelukkiger zijn nu. Voor onze kinderen is het ook fijn om te zien dat we nog goed met elkaar omgaan.’
Drie keer sporten
‘Ook al heb ik er de leeftijd voor, aan stoppen denk ik nog lang niet. Zolang ik fit blijf, zie ik daar geen reden toe. Hard werken is leuk en ik heb jonge mensen rond mij die me inspireren en zoveel handiger en sneller zijn met digitale media. Ik heb al te vaak gezien dat mensen die stoppen met werken ongelukkig of ziek worden. Ik probeer goed voor mezelf te zorgen. Ik sport drie keer in de week. Mijn personal trainer laat me geregeld vreselijke oefeningen doen. (lacht) En ik let erop dat ik op tijd naar bed ga. Ik word voortdurend uitgenodigd voor feestjes, maar ik ga zelden. Thuis is het ook gezellig.’
Lees ook: Brits topontwerper Jay Osgerby: ‘Goed design is onverwoestbaar’