Studie UGent: ‘Vlaamse media framen sexting te veel als afwijkend gedrag’
Een onderzoek van de Universiteit Gent toont aan dat sexting door de Vlaamse printmedia bestempeld wordt als deviant gedrag, afwijkend van de norm. Bovendien zijn de voorstellingen in de media stereotiep en gendergerelateerd: meisjes krijgen een slachtofferrol toegewezen, terwijl jongens als agressieve jagers omschreven worden. ‘De resultaten wijzen erop dat er nood is aan een meer divers en actiever begrijpen van het fenomeen sexting’, aldus de onderzoekers.
Vandaag de dag is sexting, het versturen van sms’jes met seksueel getinte foto’s en boodschappen, steeds meer ingeburgerd in de jongerencultuur. Zo kopte De Standaard midden 2016, na een bevraging van 3.300 jongeren, dat acht procent van de twaalf- tot achttienjarigen al eens een foto heeft verstuurd van zichzelf in bloot bovenlijf, helemaal naakt of in zwemkledij. (Een recent onderzoek van Apestaartjaren toont aan dat in 2018 twaalf procent van de jongeren tussen 12 en 18 jaar wel eens aan ‘sexting’ doet, nvdr.)
Experimenteren met seksualiteit kan niet meer van de digitale omgeving losgekoppeld worden.
Experimenteren met seksualiteit kan niet meer van de digitale omgeving losgekoppeld worden. Die evolutie leidde al verschillende keren tot hoog oplaaiende publieke debatten over jeugd, seksualiteit en sociale media.
Een applicatie die in soortgelijke artikelen frequent vermeld wordt, is ‘Snapchat’, een jongerenapp die begin dit jaar op maar liefst achttien procent meer actieve gebruikers mocht rekenen. Met Snapchat beschik je over de mogelijkheid om foto’s en filmpjes te sturen naar andere gebruikers, die daarna voorgoed ‘verdwijnen’. Een vaak gehanteerd medium voor sexting.
Vlaams onderzoek
Het onderzoek van communicatiewetenschappers Burcu Korkmazer, Sander De Ridder en Sofie Van Bauwel van de UGent focust op de Vlaamse printmedia. De academici analyseerden alle relevante artikelen van Vlaamse printmedia over sexting tussen 1 januari 2009 en 31 december 2016.
De bevindingen tonen dat de Vlaamse printmedia sexting negatief belichten.
De bevindingen tonen dat de Vlaamse printmedia sexting negatief belichten. Het fenomeen wordt sterk gelinkt aan verscheidene risico’s, zoals het ongewenst uitwisselen van berichten, cyberpesten en criminaliteit. Toch waren er ook enkele artikelen die sexting eerder als normaal weergaven, maar daarbij plaatsten de onderzoekers een kanttekening: ook in positieve artikelen werd sterk de nadruk gelegd op het risico verbonden aan sexting.
Nog onrustwekkender is de verdeling in twee kampen: jongens en meisjes die aan sexting doen, worden op een heel andere manier in beeld gebracht. De Vlaamse kranten portretteren meisjes vaak als losbandige, maar onbezonnen slachtoffers. Jongens daarentegen worden afgebeeld als seksuele, agressieve jagers. Zo ontstaat een eenzijdige visie – en mogelijk een vooroordeel – wanneer er zich een nieuwe, vervelende sexting-situatie voordoet.
Genderstereotypen
‘Zowel de “victimisatie” (opdringen van een slachtofferrol, red.) als de criminalisering van beide geslachten is problematisch’, stellen de onderzoekers. Meisjes zijn dan sneller machteloos, naĆÆef en zwak. ‘Sexting kan daarentegen een manier zijn voor meisjes om hun seksuele identiteit te ontwikkelen. In plaats van jonge meisjes als passieve slachtoffers te portretteren, kunnen we hen beter ondersteunen. Dit door het stigma dat rond sexting heerst te doorprikken en het bewustzijn rond de positieve mogelijkheden te verhogen.’
Op de jongens wordt al snel een criminele stempel gedrukt. De criminalisering van de jongens kan gekaderd worden binnen de patriarchale norm van heteroseksualiteit. Hoewel dit niet werd bestudeerd in dit onderzoek, kan deze tendens geĆÆnterpreteerd worden als een druk op jongens om (te) assertief te zijn, waardoor ze tegen elkaar opboksen en er ongepast gedrag uitgelokt kan worden.
Andere seksuele voorkeuren worden zelden vermeld in de geschreven pers.
Tot slot belichtten Vlaamse printmedia, aldus nog het onderzoek, te weinig dat sexting niet altijd tussen een jongen en een meisje hoeft te gebeuren. Andere seksuele voorkeuren worden zelden vermeld in de geschreven pers. In plaats van alleen de intolerantie te benadrukken, roepen de onderzoekers bovendien op om ook de consensuele sexting te belichten, waarbij beide partners toestemmen. Sexting gebeurt immers vaak ook probleemloos en met wederzijdse instemming.
Het besluit van Korkmazer, De Ridder en Van Bauwel is daarom resoluut: ‘Het huidige discours is niet alleen stereotiep en sterk gegenderd, maar laat ook weinig ruimte om te engageren voor een meer diverse en actievere invulling van het fenomeen sexting.’
Fleur De Backer
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier