“Wat zou u willen doen met de beroemde centrale hal van het Guggenheim Museum?”. Die vraag stelde het Guggenheim Museum aan zowat tweehonderd kunstenaars.
Het Guggenheim Museum in New York gaf aan een tweehonderdtal kunstenaars carte blanche om om het even wat te doen met de spiraalvormige centrale hal. ‘Contemplating the Void’ heet het initiatief, ter ere van de vijftigste verjaardag van het befaamde museum.
De Brusselse architect Julien de Smedt wil niets liever dan een onzichtbaar membraan over de tweede verdieping, dat dienst moet doet als heuse trampoline. Zo ziet de bezoeker het museum in de omgekeerde richting, redeneert hij. Hij realiseerde het ontwerp in samenwerking met het Rotterdamse architectenbureau MVRDV.
Onze noorderbuur Winka Dubbeldam doet de bezoeker eerder klimmen in plaats van springen. Zij ontwierp een constructie van strakke koorden en uitgerekte raspvormen.
Het werk van de tweehonderd kunstenaars hangt in de galerie van het Guggenheim. David van der Leer, assistent-curator van de expositie en toevallig een Nederlander, merkte ook nog op dat hij vooral door het kleurenpalet de culturen van de verschillende kunstenaars kon onderscheiden. “Er is iets anders aan de Belgische en Nederlandse benadering van het concept”, zegt hij. “Belgen en Nederlanders gebruiken voornamelijk wit, grijs en lichtgroen.”
Aïsa Knockaert
‘Contemplating the Void’ nog tot en met 28 april 2010 in het Guggenheim Museum in New York.
