‘Soms is het voldoende om een steen te verleggen’: Chrostin en Ish Ait Hamou over hun activisme
Christina De Witte (27) – ook bekend onder haar alter ego Chrostin – kaart met haar cartoons moeilijk behapbare maatschappelijke thema’s aan, van mentaal welzijn tot discriminatie, en heeft net haar eerste graphic novel Araya uit. Ish Ait Hamou (36) is tv-persoonlijkheid, maar vandaag vooral schrijver. Met De theorie van de 1 of 2 schreef hij een persoonlijk essay, over afgunst, zelftwijfel en opgroeien in een samenleving met te weinig ruimte voor zijn gemeenschap.
Ga ik kort door de bocht als ik zeg dat in jullie beide nieuwe boeken het thema identiteit centraal staat: het opgroeien tussen twee culturen en wat dat met je doet?
Christina: “Voor mijn generatie is identiteit een heel ding. Ik zie het bij mezelf en bij veel leeftijdsgenoten: onze twintiger jaren zijn volledig gewijd aan het uitzoeken wie we zijn, wat we willen, wat onze plaats is in de maatschappij. Zelf heb ik heel lang geworsteld met mijn dubbele identiteit: mijn vader is Belg, mijn moeder Thais. In het Thais noemen ze dat luk kreung of half-en-half. Ik had lange tijd het gevoel dat ik noch in de ene, noch in de andere wereld echt thuishoorde. Maar vandaag kan ik die dubbelheid omarmen. Dit boek maken is heftig geweest, maar het heeft me wel geholpen om mezelf te vinden. Ik zeg weleens dat Araya een liefdesverklaring is aan mezelf.”
Ish: “Grappig dat je dat zegt. Ik noem De theorie van de 1 of 2 dan weer ‘een liefdesbrief aan mijn Marokkaanse community’. Ik wilde dit essay oorspronkelijk schrijven voor mijn Marokkaanse broers en zussen, als een daad van liefde. Er zijn bepaalde zaken waar wij allemaal mee geworsteld hebben, en die we niet uitspreken. Ik wilde dat nu heel bewust wel doen. Maar al tijdens het schrijven besefte ik: dit is niet alleen voor hen. Het is een heel specifiek verhaal, opgebouwd vanuit mijn ervaringen en mijn herinneringen, maar ook heel universeel. Het is natuurlijk wel autobiografisch, maar ik probeer vervolgens met die anekdotes een groter verhaal te vertellen.”
Christina: “Dat is wat ik in mijn cartoons ook doe: ik vertrek vanuit mijn eigen kleine wereldje, mijn ervaring, mijn gevoel, en daar ga ik mee aan de slag.”
Ish: “Iets kan heel lang een blinde vlek zijn: het gebeurt, maar pas wanneer erover geschreven wordt of wanneer een ‘bekend persoon’ het aankaart vallen de oogkleppen weg. Je creëert bij mensen die het ook hebben meegemaakt een gevoel van… – niet ‘eureka’, dat is te groot, maar toch een soort van herkenning: o ja, dát!”
Christina: “Als schrijver geef je de toon aan. Door dingen te benoemen, breng je de bal aan het rollen.”
Ish: “Exact. Wat opvalt in mijn community is dat we allemaal met discriminatie worden geconfronteerd, maar dat verbergen, vooral voor de mensen die het dichtst bij ons staan. Door mijn verhaal te vertellen, wil ik anderen aanmoedigen om ook hun verhaal te delen. Misschien niet, zoals ik heb gedaan, met duizenden mensen, maar wel met je vrienden, of met je ouders. Ik merk dat mijn essay heel wat in gang heeft gehad en ben daar heel dankbaar voor. Als schrijver hoop je toch altijd dat je lezers er iets aan hebben.”
Ish, je opent je essay met een aangrijpende anekdote. Jij en je vrienden proberen elk weekend binnen te raken in discotheek Carré, waar jullie keer op keer worden geweigerd door de portier. Op een gegeven moment mag jij er wel in. Je vrienden zijn blij voor jou, eindelijk heeft een van jullie de begeerde lidkaart en dat houdt potentieel in voor de groep. Maar de weken erna durf je niet terug te keren, bang dat je lidkaart afgepakt zal worden, je weer afgewezen zult worden. Die lidkaart wordt zo als het ware een metafoor voor de samenleving. Ook vandaag nog, schrijf je, ga je nergens heen zonder je er op voorhand van te verzekeren dat je op de gastenlijst staat.
Christina: “Wow, dat is heftig.”
Ish: “Die afwijzing, die zit in mijn DNA. Hoe rationeel ik ook probeer te zijn, dat gevoel blijft sluimeren. Tijdens mijn jeugd kon ik niet onder woorden brengen wat de afwijzing met mij deed, hoe schaamtevol het was. Mijn vrienden en ik deden ook alsof het de normaalste zaak van de wereld was dat we niet binnen mochten, zo hoefden we er niet over te praten. Ik heb geprobeerd dat gevoel nu wél te verwoorden. Tenzij je die hand die je de toegang weigert zelf op je borst hebt gevoeld, kun je je niet voorstellen hoe dat voelt, daarom wilde ik het delen.”
Christina: “Ik vind het heel belangrijk dat mensen als Ish en ik onze verhalen blijven vertellen, om anderen die dagelijks geconfronteerd worden met discriminatie en onbegrip, maar die niet ons platform hebben een stem te geven.
Wat jij vertelt, geeft me ook hoop, Ish. Je hebt tien jaar meer levenservaring dan ik en bent erin geslaagd om voor jezelf duidelijke grenzen te stellen om jezelf te beschermen. Daar worstel ik nog mee. Ik hoop dat er een punt komt waarop ik kan zeggen: deze bullshit hoef ik niet meer te pikken.”
Christina, jij tekende in het begin van je carrière Chrostin met rondere ogen, zodat ze er meer westers uitzag. In je boek is een groot thema het gevoel van tussen twee werelden te vallen. Bij de club te willen horen, maar niet goed te weten waar je plaats nu eigenlijk is.
Christina: “Dat is normaal hè, iedereen wil ergens bij horen. Dus als je zoals ik in een wereld leeft waarin niemand echt op je lijkt, en de weinige mensen die op je lijken worden onderworpen aan stereotypes waarin je jezelf niet herkent, wordt dat een hele zoektocht. Wat die ogen betreft: zo zag ik mezelf ook écht heel lang, of zo wilde ik mezelf alleszins tonen aan de buitenwereld. Maar dat beeld klopte niet: ik ben niet het ene of het andere, ik ben beide.
Ish: “Ik vraag me af of het niet meespeelde dat je onbewust weet dat ronde ogen meer kans maken in deze wereld? Je bent hier opgegroeid, je hebt dingen meegemaakt en gezien: je snapt dat sommige ‘vormen’ meer kansen krijgen dan andere en hebt je daaraan aangepast.”
Christina: “Zo had ik er nog niet over nagedacht, maar inderdaad, dat zal zeker meegespeeld hebben.”
Ish: “Ik vind het moedig dat je die dynamiek zélf hebt veranderd. Dat je op een dag hebt gezegd: ik ga mijn protagonist vanaf nu zó tekenen. Dat je het heft in eigen handen hebt genomen en gekozen hebt om het anders te doen.”
Was het moeilijk voor jullie om tijdens het schrijven bepaalde gebeurtenissen weer op te rakelen?
Christina: “Zeker! Het is een heel heftig proces geweest. Mijn boek is niet volledig autobiografisch, het is autofictie: het verhaal is verzonnen – zo leeft mijn vader gelukkig nog – maar de gesprekken zijn echt, de anekdotes, de gevoelens… Door aan dit boek te werken werden sommige wonden weer opengereten. Op een gegeven moment moest ik een bepaalde scène met mijn moeder tekenen, en kreeg ik dat eenvoudigweg niet op papier. Want datgene waarmee ik worstelde, was op dat moment ook in mijn echte leven gaande: mijn moeder is in die periode terug naar Thailand verhuisd. Ik heb haar om hulp gevraagd voor dit boek – ik wilde haar beter leren kennen, om zo haar karakter en haar achtergrond beter te kunnen omschrijven – maar ze heeft dat afgeblokt. Ik ben op dat moment opnieuw in therapie gegaan, zo heftig was het. Maar nu het boek klaar is, voel ik een grote opluchting. Het is niet zo dat mijn relatie met mijn moeder plots goed is, maar ik heb wel een soort van ‘vrede’, al is dat een te groot woord, want terwijl ik het vertel, voel ik nog steeds die knoop in mijn maag. Maar aanvaarding misschien?”
Ish: “Aanvaarding van de dingen die je hebt meegemaakt komt gaandeweg, en in mijn geval vaak door erover te schrijven. Schrijven heeft verschillende functies: soms heb je een zot, creatief idee, of wil je gewoon een mooi verhaal vertellen; maar andere keren vertrek je vanuit je persoonlijke demonen. Tijdens het schrijven kan er dan een moment komen waarop je beseft: ik ben hier voor mezelf dingen aan het ontdekken die een enorme impact op me hebben gehad. Door ze te delen kan jouw ervaring ook iets voor anderen betekenen. Maar je moet er wel klaar voor zijn. Tot een paar jaar geleden had ik dit verhaal niet kunnen schrijven, laat staan publiceren, omdat het nog te gevoelig was”
Een beeld zegt soms meer dan duizend woorden, zeggen ze. Christina, jij hebt online een hele community gecreëerd rond je alter ego Chrostin. Je klaagt in je cartoons onrecht aan, van seksisme, over discriminatie, tot nu het geweld in Palestina. Sommige cartoons worden gretig gedeeld, alsof je met je tekeningen woorden geeft aan het onzegbare. Ben je je bewust van dat effect?
Christina: “Als een cartoon aanslaat, is dat omdat hij een universeel gevoel weergeeft. Zoals in het geval van de genocide in Palestina en de machteloosheid die veel mensen ervaren: daar kun je met een comic perfect de vinger op leggen. Wanneer ik onrecht zie, kan ik niet zwijgen, al is het soms zoeken naar de juiste toon. Ik laat het even bezinken, en ga dan vanuit mijn gevoel aan de slag. Hoe voel ik mij – verdrietig, boos, angstig, machteloos – en dat gevoel vertaal ik in een comic.”
Ish: “Ik vind dat Christina iets heel krachtigs in handen heeft. Woorden schieten soms doodgewoon tekort. Met een cartoon vertel je even belangrijke zaken als met een opiniestuk, maar de perceptie is anders.”
Ook jij zwijgt niet op je sociale media wanneer je onrecht ziet, Ish.
Ish: “Nee, maar ik ben wel kalmer geworden. Christina en ik schelen maar tien jaar, maar ik voel een generatieverschil: wanneer je jong bent, ben je fearless. Je loopt over van energie en wilt overal je stempel op drukken. Op mijn zesendertigste ben ik kalmer geworden. Ik besef dat ik niet alles kan veranderen en kies mijn battles. Ik doe wat ik voel dat ik moet doen en kan doen. Heeft het een directe impact, zoveel te beter, maar impact is geen doel op zich meer. Vroeger was het: dit moet nu, nu, nu veranderen. Vandaag besef ik dat het soms voldoende is om een steen te verleggen. Ik zal dan misschien niet zelf de verandering meemaken, maar volgende generaties, mijn kinderen en kleinkinderen, zullen er wel de vruchten van plukken. Dat is ook mooi. Maar Christina en haar generatie, zij hebben echt nog dat vuur. Zelf ben ik wat spaarzamer geworden met mijn vuurtje, ik gebruik het wanneer ik kan, want ernaast heb ik nog drie kids, en het werk, en er moet zoveel gebeuren.” (lacht)
Christina: “Je vuurtje is kleiner geworden. Niks mis mee, want die aanvaarding van de dingen die je niet kunt veranderen, waar jij het over hebt, lijkt me wel heerlijk rustig. (lacht) Wanneer ik ergens kwaad om ben, zoals nu de toestand in Palestina, dan houdt mij dat dag en nacht bezig. Dat is dat vuur dat jij bedoelt, nee Ish? Ik wil niet zomaar zitten toekijken bij wat er gaande is in de wereld, ik wil meedoen aan de revolutie.”
Ish: “Ik verwacht veel van Christina en haar generatie. Ik denk dat zij degenen zijn die echt iets gaan veranderen aan de status quo. Zij zullen voor de verschuivingen zorgen, die wij, de oudere generatie, hebben gestart of verdergezet van eerdere generaties, en die wij graag zien gebeuren. En later zullen mijn kinderen dan weer verder bouwen op de erfenis van deze generatie.”
Christina: “Ik hoop in mijn leven getuige te zijn van een aantal veranderingen, zoals een vrij Palestina. Maar niemand kan dat in zijn eentje veranderen: community is belangrijk, en daarom moeten mensen als jij en ik blijven posten, blijven delen. Alleen zijn we maar losse moertjes, samen zijn we een systeem. Wanneer veel kleine boutjes samen één richting uit draaien, kan het systeem veranderen. Daar moet ik in blijven geloven.”
Wil je meer weten over de mensen die volgens Knack Weekend het verschil maakten in 2023? Lees Changemakers van 2023
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier