Schrijfster Aya Sabi: ‘Wat als je niet goed in je vel zit, zonder ooit iets traumatisch te hebben meegemaakt?
Ze praat rustig en bedachtzaam, maar in Aya Sabi borrelt een vulkaan. Met haar debuutroman Half leven schreef ze het boek dat ze vond ontbreken in de Nederlandstalige literatuur. Het werd een verhaal over vrouwen, hoe ze elkaar afbreken, versterken of zichzelf bevrijden, maar ook over de pijn die moeders onbewust doorgeven aan hun dochters. “Ik wilde taal geven aan trauma.”
Aya Sabi is veel: ze studeert Arabistiek en Islamkunde, schrijft columns voor de krant De Morgen, werkt aan een theaterstuk, publiceerde vijf jaar geleden de verhalenbundel Verkruimeld land en bracht zonet bij uitgeverij Das Mag haar eerste roman uit, Half leven. Over enkele dagen wordt ze zevenentwintig, nog maar. Om de introductie te vervolledigen: Aya Sabi werd geboren in 1995 in Roermond, Nederland, maar verhuisde op haar dertiende naar Genk in België, allemaal omdat haar ouders elders beter onderwijs en meer kansen voor hun kinderen hoopten te vinden dan in hun geboorteland, Marokko.
In de Leuvense koffiebar waar we afspreken voor dit gesprek zat Aya Sabi de voorbije jaren regelmatig aan haar roman te schrijven. Dat ontging ook de uitbaters niet. “Kom jij Aya interviewen? Dan zijn de drankjes van het huis! We vieren mee dat haar boek er eindelijk is.” De schrijfster wordt er verlegen van, kiest een icetea met mango en hibiscus.
Hoe voelt het, je debuutroman na vijf jaar vrijgeven aan de wereld?
Aya Sabi: “Ik heb het gevoel dat ik de voorbije drie weken, sinds het boek uit is, al een heel ander mens ben geworden. Door de lezersreacties en media-aandacht. Ik heb natuurlijk geen vijf jaar non-stop aan dit boek gewerkt, maar al die tijd zat het verhaal alleen bij mij. Vandaag is het van de lezer. Als iemand mij dan mailt dat mijn boek geholpen heeft om vijftien jaar aan onverwerkte gevoelens een plaats te geven, dan ben ik opgelucht. De boodschap komt over. Ik heb het hoogst haalbare bereikt. Wat recensenten ervan vinden, maakt me na zo’n bericht niet meer uit.”
Het idee leeft dat de Marokkaanse vrouw stil en onderdanig is, terwijl ik geen enkele Marokkaanse vrouw ken die zo is. Zeker thuis hebben ze het vaak voor het zeggen.
Aya Sabi
Je boek gaat over universele thema’s zoals herkomst en identiteit, maar het hoofdthema is intergenerationele pijn en trauma’s die van generatie op generatie worden doorgegeven. Vanwaar je fascinatie voor dit onderwerp?
“Het is iets waar mijn vrienden en ik veel over spreken. Misschien heeft het met onze leeftijd te maken, zijn we op een punt in ons leven waarop we veel nadenken over wat ons gevormd heeft, waar onze persoonlijke pijn zit. Het idee leeft vandaag sterk dat je moet weten wie je bent, dat je moet uitzoeken waar je gevoel of gedrag vandaan komt, om het te kunnen aanpakken. Maar wat als je niet goed in je vel zit, zonder ooit echt iets traumatisch te hebben meegemaakt? Ik wilde een boek schrijven over een niet-gekend verhaal. Het gaat over drie generaties vrouwen, een grootmoeder, haar dochter en kleindochter. En hoewel die kleindochter een goed leven heeft als academica, voelt ze een leegte en verkramping in haar lijf door wat haar moeder en grootmoeder hebben meegemaakt. Het boeide mij dat wetenschappers kunnen aantonen dat pijn zich in je DNA vastzet en zo generaties lang kan blijven zingen. Dat heeft ook een mooie keerzijde. Door bewustwording en heling kun je die pijn bewust doorbreken en zo bevrijd je niet alleen jezelf maar ook de mensen rondom je.”
We leren in je boek drie vrouwen kennen en hoewel ze moeder, dochter en kleindochter zijn, weten ze weinig van elkaar, vooral omdat de grootmoeder weigert te praten over iets wat haar als jong meisje overkomen is. Automatisch begon ik als lezer een verlangen te voelen naar mijn eigen onvertelde familieverhalen.
“Ik wilde spelen met dat gevoel. Als lezer kruip je in de drie hoofden en daarmee zit je in een bevoorrechte positie, maar in het echte leven heb je zelden zo’n intieme inkijk in de levens van de mensen die heel dicht bij jou staan. Moeder-dochterrelaties zijn bovendien extra mysterieus, omdat er zoveel liefde zit, maar ze ook zo complex en explosief kunnen zijn. Er zitten veel onontgonnen en onzichtbare lagen in die relatie die we niet in vraag stellen, daarom komen we er ook zo moeilijk van los. Maar uiteindelijk is de vraag in het boek ook: doet het ertoe om al die lagen te kennen? Je kunt het ook zien als een oefening in het opbrengen van empathie en respect voor de verhalen die we niet kennen. Er is nu die tendens van over alles te moeten praten, maar ik vind dat we niet alles van een ander moeten weten. Elk leven is uniek. Ieder van ons draagt een heel verhaal mee. We doen allemaal maar onze best.”
Eeuwige pleaser
De kleindochter uit je boek woont in Nederland en schrijft essays, terwijl haar grootmoeder ongeletterd is en leeft in het Marokko van de jaren vijftig. Ook jij hebt Marokkaanse grootouders, terwijl je zelf een Belgische schrijver bent met Nederlandse en Marokkaanse roots. Wilde je het met Half leven ook hebben over de spreidstand en rouw die veel migrantenfamilies meedragen als ze uit hun moederland vertrekken?
“In het boek zit alles en tegelijk niets van mezelf, maar het verhaal van mijn personages is niet autobiografisch. Ik ken het verhaal van mijn oma zelfs niet, hoewel ze mijn beste vriendin was. Dat heb ik lang jammer gevonden. Waarom vertelde ze niet meer over haar leven? Aan de andere kant wist ik ook: ze wilde niet dat ik haar verhaal kende. Door pijnlijke vragen te stellen had ik mezelf alleen maar opgedrongen. Om mezelf te troosten heb ik dan maar een boek geschreven over een grootmoeder wier verhaal ik helemaal kon verzinnen. Ik wil niet te veel verklappen, maar het boek gaat onder meer over de uithuwelijking van een heel jong meisje en hoe mijn personage ontsnapt aan het brute geweld dat haar overkomt. Door te vertrekken uit Marokko, verliest deze vrouw haar taal en orale geschiedenis en belandt ze in een land met vreemde klanken en woorden, waar ook de huizen en de mensen anders zijn. Als ze ook nog haar gezondheid verliest, blijft er steeds minder van haar over. Vandaar ook de titel: een half leven. Dat minderwaardige gevoel dat veel migranten meedragen, om uiteenlopende redenen, is een complex en gelaagd onderwerp. Ik heb een heel boek nodig gehad om taal te proberen geven aan trauma.”
Praten over precieze gebeurtenissen uit mijn leven die mijn pijn veroorzaakt hebben, doe ik liever niet. Ik vind dat iedereen recht heeft op geheimen.
Aya Sabi
Is je culturele achtergrond jouw grootste pijn?
“Ik worstel met perfectionisme, ben heel streng voor mezelf, draag de zwaarte van de wereld op mijn schouders en ben een eeuwige pleaser. (lacht) Ik ben een vrouw alleen en vind het heel akelig om de hele tijd in mijn eigen hoofd te zitten. Ik volg hier therapie voor en dat helpt me om mezelf te bevrijden van de verwachtingen van de wereld. Maar praten over precieze gebeurtenissen uit mijn leven die mijn pijn veroorzaakt hebben, doe ik liever niet. Ik vind dat iedereen recht heeft op geheimen. Ik vind ook niet dat je altijd de oorzaak moet kennen van wat je voelt. Het risico bestaat dat je jezelf gaat identificeren met een situatie of diagnose die je gaat sturen in het leven. Dat je voortdurend denkt: ik reageer nu eenmaal zo omdat ik dit heb meegemaakt. Ik ben bijvoorbeeld het oudste kind van drie meisjes in een moslimgezin. Wil ik daarom altijd voor iedereen goeddoen en mezelf bewijzen? Op zich doet dat er niet toe. Waarmee ik uiteraard niet aan victim blaming wil doen, praten is essentieel voor je helingsproces. Maar de volgende stap is voor mij belangrijker: hoe ga je hiermee verder en bevrijd je jezelf?”
Heb je het antwoord op die vraag al gevonden?
“Dat is de belangrijkste vraag voor elk mens, denk ik. Het antwoord is voor iedereen anders. Mijn therapeute zegt dat ik alles overanalyseer en veel te goed weet te verwoorden. Dat is tegelijk mijn probleem. Ik leef altijd vanuit dat hoofd. Dus zoek ik nu manieren om minder te denken en meer in mijn lichaam te zitten. Ik probeerde al paardentherapie en zelfhypnosevideo’s op YouTube. (lacht) Ik ben ook in de ban van de spirituele schrijver Eckhart Tolle en het non-dualisme, dat erop neerkomt dat de dingen gebeuren zoals ze gebeuren en alles één energie is. Sowieso denk ik dat een mens eerst rock bottom moet gaan voor je kunt helen. Maar ik praat eigenlijk liever over de inhoud van mijn boek.”
Je boek begint in het Marokko van de jaren vijftig, net voor de onafhankelijkheidsstrijd. Heb je veel research moeten doen naar hoe de Marokkaanse samenleving toen in elkaar zat?
“Ik wist natuurlijk dat Marokko lang onder Frans-Spaanse bezetting was, tot de onafhankelijkheid in 1956. Maar ik wilde wel research doen naar de rol van de Marokkaanse vrouwen in de onafhankelijkheidsstrijd, want zelfs in Marokko is over hen weinig geweten. Daardoor zijn bepaalde stereotiepe beelden over vrouwen gaan leven. Dat de Marokkaanse vrouw stil en onderdanig is, bijvoorbeeld. Terwijl ik geen enkele Marokkaanse vrouw ken die zo is. Zeker thuis hebben zij het vaak voor het zeggen. Mijn hoofdpersonage Fatna houdt de Marokkaanse verzetsstrijders in leven door haar kooktalent, dat zich vertaalde in heerlijke gerechten. Hoewel ze gescheiden en ongeletterd is en dus op het eerste gezicht een betekenisloze, verspilde vrouw, speelt ze als kokkin toch een belangrijke rol in de geschiedschrijving. Uiteraard zijn het patriarchaat en bepaalde culturele tradities giftig naar vrouwen toe, zeker in de jaren vijftig. Ook Fatna maakt daardoor iets schokkends mee, waardoor ze een schuldgevoel meedraagt dat zich vastzet in haar lijf. Maar dat betekent nog niet dat vrouwen hun situatie passief en stilzwijgend aanvaarden. Binnen het patriarchaat leeft een sterk matriarchaal systeem. Ik wilde met mijn boek ook het beeld van de Marokkaanse vrouw nuanceren.”
Als iemand mij dan mailt dat mijn boek geholpen heeft om vijftien jaar aan onverwerkte gevoelens een plaats te geven, dan ben ik opgelucht. Wat recensenten ervan vinden, maakt me na zo’n bericht niet meer uit
aya sabi
Vrouwenclub
Heb je zelf veel Marokkaanse vrouwen in je leven naar wie je opkijkt?
“Zeker, ik zit in een clubje met andere Belgische vrouwen met Marokkaanse achtergrond. Oorspronkelijk was het idee dat we samen boeken zouden lezen en daar rond de brunchtafel over zouden praten, maar in de praktijk zijn het gewoon gezellige theekransjes waar heel intieme gesprekken plaatsvinden. In dat groepje zitten onder meer een journaliste, advocate, doctoraatsstudente en sociologe. Allemaal vrouwen naar wie ik opkijk, niet alleen om hun carrière, ook om wie ze zijn als mens. Allemaal zijn ze heel zacht, welbespraakt en fijnzinnig. Onze gesprekken geven mij veel vertrouwen en troost. Die steun vind ik ook wel bij mijn Belgische witte vriendinnen, maar in dit clubje is alles wat we bespreken toch net iets herkenbaarder.”
Troost is ook waarom literatuur zo heilzaam kan werken. Door de omzwachteling van taal voelt een lezer zichzelf geformuleerd. Wanneer had jij dit talent van jezelf door?
“Ik ben mijn eerste gedichtjes beginnen te schrijven op mijn dertiende, toen mijn ouders verhuisden van Roermond naar Genk. In Nederland zat ik op een gekleurde school waar ik veel vrienden had. Als de schoolbel ging, bleven we nog een halfuur napraten in de klas. In Genk was ik meer een buitenbeentje. Ik was niet eenzaam, wel veel alleen. Pas door die stilte in mezelf te voelen, begon ik te schrijven. Ik ging schrijflessen volgen aan de kunstacademie en de eerste keer dat ik geld verdiende met mijn woorden was toen ik veertig euro kreeg om een eigen gedicht voor te dragen. Ik was toen achttien jaar. Zo ging de bal aan het rollen en werd ik voor andere dingen gevraagd, zoals columns schrijven voor VRT NWS. In 2017 verscheen mijn verhalenbundel Verkruimeld land, het jaar daarna mocht ik mee op een schrijversresidentie van deBuren naar Parijs. Ik studeerde toen biomedische wetenschappen, maar door de andere deelnemers die ik in Parijs ontmoette, ging ik twijfelen aan mijn studiekeuze. Ik veranderde naar Arabistiek en Islamkunde, terwijl ik ook rustig aan Half leven begon te schrijven. Dit was het boek dat altijd al in mijn hoofd zat. In mijn columns voor de krant analyseer ik de samenleving, maar fictie is het meest mijn ding. Het te pakken krijgen van een gevoel door taal, en dat met anderen mogen delen, is bijzonder fijn. Woonde ik nog altijd in Nederland, met zoveel drukte en afleiding rond me, dan had ik allicht nooit de drang gevoeld om te beginnen schrijven en zat ik misschien nog altijd cellen en proteïnes te bestuderen.”
Half leven, Das Mag, 23,99 euro.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier