Ruth Goossens
Ruth Goossens: ‘Ik ben een werkende moeder en wil me daar niet schuldig over voelen’
‘Dat we elk jaar opnieuw hemel en aarde moeten bewegen om de zomervakantie goed gepland te krijgen, zijn we normaal gaan vinden,’ zegt Knack Weekend-hoofdredactrice Ruth Goossens.
Het schooljaar loopt op zijn einde en mijn dochter is daar heel opgetogen over. Haar vriendinnen zal ze missen, de lessen en het studeren veel minder. Ik gun het haar van harte, maar zelf vind ik de zomervakantie niet zo leuk: behalve tijdens onze reis naar Italië, zal ik mijn dochter amper zien. Ik ben een voltijds werkende moeder en een co-ouder: dat maakt van de zomervakantie een hel. Als mijn dochter bij haar papa is, mis ik haar, zeker wanneer ze voor langere tijd op vakantie is. En tijdens de weken dat ze bij me is, ren ik me rot om alles goed geregeld te krijgen. Niet zelden moeten de grootouders bijspringen.
Ik ben blijkbaar niet de enige die sukkelt met de zomer: volgens een recent onderzoek van de Gezinsbond ervaren zeven op de tien ouders stress rond de vakantieopvang. Vakantiekampen die al volgeboekt zijn voor het jaar goed en wel begonnen is, ellenlange wachtlijsten, overbevolkte speelpleinen, krappe openingsuren, een stevig prijskaartje en een matige kwaliteit van de opvang zorgen voor de grootste frustraties. Dat we elk jaar opnieuw hemel en aarde moeten bewegen om de zomervakantie goed gepland te krijgen, zijn we normaal gaan vinden. De overheid lijkt er niet wakker van te liggen.
Ik ben een voltijds werkende moeder en ik wil me daar niet schuldig over voelen
Nochtans zijn de hindernissen overduidelijk: het aantal vakantiedagen van werknemers stemt niet overeen met de lengte van de schoolvakanties, de prijs van de kinderopvang loopt snel op tot een volledig maandloon, zeker als je meerdere kinderen hebt, en zowel voor de allerkleinsten als voor de twaalf- tot veertienjarigen zijn er vrijwel geen voorzieningen. Nu we met zijn allen langer moeten gaan werken, kunnen we ook almaar minder een beroep doen op hulpvaardige grootouders. Een overheid die van de gelijkheid van mannen en vrouwen een speerpunt maakt, zou hier dringend iets aan moeten doen. Want volgens de studie van de Gezinsbond zijn het voornamelijk de moeders die met de vakantiesores belast worden.
Hoe doen ze het in de rest van Europa? Heel erg verschillend, zo blijkt. In Nederland, Engeland of Duitsland hebben ze slechts zes weken vakantie; in Italië, Griekenland en Malta doen ze drie maanden de boeken toe. In sommige landen start het zomerreces al eind mei (Finland), in andere landen eindigt het pas half september (Bulgarije). Wat de meeste landen wel gemeen hebben, is dat de opvang voor kinderen barslecht is geregeld. Volgens de Europese Commissie, die 33 landen vergeleek, zijn zowat overal in Europa de mogelijkheden beperkt. Alleen de Scandinavische landen hebben een duidelijk plan. In Denemarken, Zweden en Noorwegen zijn de gemeenten verplicht om in professionele kinderopvang te voorzien. Vaak doen ze dat in samenwerking met de scholen. Misschien kan het Scandinavische model de Vlaamse regering inspireren. Die beloofde twee jaar geleden al om de vakantieopvang te verbeteren, maar het decreet ‘Opvang & Vrije Tijd van Schoolkinderen’ is er nog altijd niet.
De zomervakantie zou de leukste tijd van het jaar moeten zijn. Voor kinderen én voor ouders. Een periode waarin je kunt genieten en de batterijen kunt opladen, zonder dat je je schuldig hoeft te voelen dat je buitenshuis werkt.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier