Brol kopen maakt niet gelukkig: wat we kunnen leren uit het boek “Less” van Patrick Grant
Naast bedreven lifestylejournalist is Nathalie Le Blanc ook een enthousiaste boekenwurm. De frappante feiten die ze al lezend opmerkt, deelt ze in haar wekelijkse column. Deze week: Less: Stop Buying So Much Rubbish: How Having Fewer, Better Things Can Make Us Happier van Patrick Grant.
Beoordeel een boek niet op zijn omslag. Dat klinkt beter in het Engels, maar je begrijpt wat ik bedoel. Patrick Grant — designer, eigenaar van een kleermakerszaak op Savile Row en jurylid van The Great British Sewing Bee op BBC1 — ziet eruit als een cliché stiff upper lip Brit. Gedistingeerd, strak in het pak, privé geschoold en geen zweem van een Schots accent, ook al komt hij uit Edinburgh. Hij lijkt zo weggelopen uit de raad van bestuur van een werkgeversorganisatie. Sta me dus toe om ietwat verrast te zijn dat hij in zijn boek Less ons huidige economische systeem, dat draait om groei en winstmaximalisatie, met een welgemikte geschiedenisles min of meer met de grond gelijkmaakt. Beter kiezen we voor kwaliteit dan voor kwantiteit, zegt hij.
Millennialang hadden we weinig bezittingen, en wat we bezaten was door vakmensen gemaakt om lang mee te gaan. Neem nu kleding. We hadden er niet veel van, het werd indien nodig hersteld en meerdere keren doorgegeven. De industriële revolutie en het kapitalisme veranderden dat drastisch. ‘In 1970 had de doorsnee Brit 25 kledingstukken en gaf hij 10% van zijn inkomen uit aan kleding’, schrijft Grant. ‘Vandaag is dat amper 3% en hebben we gemiddeld 118 dingen in onze kleerkast. Vijf keer zo veel, voor een derde van de prijs.’
Grant is geen pretbederver, hij weet dat we dingen nodig hebben en zijn liefde voor schoonheid spat van de pagina’s. ‘Er is nog een hoek van de mode waar kunst, creativiteit en vakmanschap elkaar ontmoeten en waar we geweldige kleren vinden die gekoesterde stukken kunnen worden. Maar fashion is vandaag een lelijk woord, geassocieerd met fast, goedkoop, wegwerp, ongeïnspireerd en deprimerend. Ik vind het triest dat zoveel jonge mensen vandaag nog nooit een echt goed kledingstuk gedragen hebben.’ Grant leent zijn criterium voor de spullen waar we ons leven best mee vullen van de legendarische designer William Morris: ‘Haal alleen dingen in huis waarvan je weet dat ze nuttig zijn of die je mooi vindt.’ We dragen amper 27% van de kleren die we kopen, dus als je denkt dat je iets geen honderd keer gaat dragen, koop het dan niet, raadt hij aan.
En het gaat Grant niet alleen om slecht gemaakte polyester hemden, ons enthousiaste consumeren maakt ons niet eens blij. ‘We hebben meer van alles dan we ooit kunnen gebruiken, maar zijn nog nooit zo ontevreden geweest. (…) De gelukkigste mensen die ik ken, zijn gelukkig om wat ze doen, niet om wat ze bezitten.’ Minder maar betere dingen zal de planeet, onze medemens en onszelf ten goede komen, concludeert Grant. Hij pleit daarom ook voor een stevige herwaardering van vakmanschap en goede vakopleidingen, een arbeidsmarkt die handenarbeid opnieuw naar waarde schat en bedrijven die exploitatieve arbeidsvoorwaarden en overproductie vermijden. ‘Nu kijken bedrijven vooral naar hoe ze hun producten goedkoper kunnen maken. We moeten naar een houding die draait rond het verbeteren van producten.’
Grant is niet de eerste die deze boodschap predikt, maar het blijft niet bij woorden. Hij heeft een kledingmerk, Community Clothing, dat niet aan ‘mode’ of solden doet maar goedgemaakte klassiekers brengt. Hij kocht een Britse textielfabriek om zijn gemeenschapskleren te produceren en begon een campagne om de onderbroekenindustrie in Wales een boost te geven. Wij mensen zijn een vreemde diersoort. Eigenlijk weten we allemaal dat het voldoening en de mensen om ons heen zijn die ons geluk brengen. Maar het is moeilijk om ons leven echt zo in te richten dat dit de focus is. Het is fascinerend om iemand dat wel te zien doen.
Less. Stop buying so much rubbish: how having fewer, better things can make us happier, Patrick Grant, uitgeverij Williams Collins.
Lees ook: Leesclubs zitten in de lift: ‘Je weet pas echt wat je van een boek vindt als je erover praat’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier