Onderneemster Raïssa Verhaeghe werd geconfronteerd met schildklierkanker: ‘The show must go on, had ik mezelf ingepeperd’
Raïssa Verhaeghe (49) is oprichter van en drijvende kracht achter RAVER, een bedrijf dat modemerken al meer dan tien jaar helpt om zich internationaal op de kaart te zetten. Daarvoor werkte de Brusselse onder meer voor Veronique Branquinho, Ann Demeulemeester en Raf Simons.
“Ik ben een diplomatische rebel. Ik blijf altijd beleefd, maar sla soms advies in de wind om dan precies het omgekeerde te doen. Zo raadde mijn bezorgde moeder me na mijn rechtenstudie af om alleen in Parijs te gaan wonen en werken, maar mijn wens om de wereld te ontdekken was te groot. Toen ik nadien in de mode belandde, hielp het ook echt dat ik mijn plan had leren trekken en wist hoe ik Parijzenaars moest aanpakken.
Maar ik denk niet dat ik een eigenwijs nest ben. Ik luister vaak wél, zeker naar de mensen die ik mijn ‘raad der wijzen’ noem. Ik heb het geluk al jaren omringd te zijn door een handvol dierbaren die levenslessen met mij delen. Een van hen is Lieven, al 32 jaar mijn beste vriend. Elke ochtend bellen we elkaar, soms twee minuten, soms een uur, en we bespreken alles, van ons werk tot de opvoeding van onze kinderen. Lieven is heel gevat en verstandig, en stelde me bijvoorbeeld al gerust door te zeggen dat ik problemen moet compartimenteren. Ook andere ‘wijzen’ maken dat ik er niet alleen voor sta.
Daarom: ik wens iedereen zo’n adviesraad toe. Die kan zelfs je leven redden, daar ben ik het beste bewijs van. Elf jaar geleden had ik aan zo’n ‘wijze’, een dichte vriendin, verteld over een duidelijke verdikking in mijn halsstreek, waarop ze mij verplichtte om naar de dokter te gaan. Gelukkig, want het bleek schildklierkanker, die op dat moment nog goed behandelbaar was. Ik zeg het met gêne, want zo veel anderen genezen niet.
Ik wens iedereen zo’n adviesraad toe. Die kan zelfs je leven redden, daar ben ik het beste bewijs van. Elf jaar geleden verplichtte zo’n ‘wijze’ me om naar de dokter te gaan. Gelukkig, want het bleek schildklierkanker.
Maar bon, het bezorgde me destijds wel de vreemdste mix van gevoelens ooit, want kort na dat doktersbezoek vertrok ik met mijn kind van twee naar de stad Kobe, waar mijn broer op traditionele wijze huwde met een Japanse. Daar stonden ze in hun prachtige kimono’s in dat prachtige land, terwijl ik vanbinnen doodging. Ik moet zeggen: op de foto’s zie je niets aan mij, ik oog zelfs beeldig. (glimlacht)
Dat komt omdat ik mezelf had toegesproken: ‘The show must go on.’ Ik weet niet meer wie me die raad ooit gaf, maar ik herhaal hem vaak. Hij past ook bij mij, want ik zit nooit in een hoekje te huilen. Die rationaliteit is misschien mijn reactie op mijn flamboyante vader, maar in elk geval helpt ze mij om moeilijkheden te plaatsen.
Zo dacht ik kort voor Japan: goed, het is een traag groeiende tumor dus ik kan me gewoon meteen na de reis laten opereren en moet dan dat belangrijke familiemoment niet verpesten. Ook bij mijn recente echtscheiding regelde ik de zaken zo snel en goed mogelijk om mijn zonen van acht en dertien jaar weer een harmonieuze thuis te bieden. Dat hielp om de crisis voor mezelf te relativeren, terwijl ik aan de kinderen kon tonen dat je na tegenslagen telkens weer kunt opstaan.
Het klinkt niet trendy, hè, the show must go on. In de modewereld had het zinnetje soms ook ongezonde gevolgen. Maar zonder drive kom je er niet én het sluit mentaal welzijn niet uit. Integendeel, een positieve ingesteldheid leidt vaak tot veel goeds. Thuis vinden we met ons drieën steeds meer ons evenwicht, en ook professioneel slaag ik erin om moeilijkheden aan te pakken. Mijn ouders blijven bezorgd: ik ben een moeder, zelfstandige, moet veel op reis, maar ik stel hen gerust: we moeten vooruit, en het komt goed.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier