Multitalent Baloji gaat naar de Oscars met zijn langspeeldebuut Augure: ‘Als je geen eigen visie hebt, ben je verloren’
Baloji maakt al meer dan twintig jaar internationaal furore. Als muzikant, maar ook als creative consultant en artdirector in de modewereld. Nu is zijn in Cannes en Angoulême bekroonde debuutfilm Augure ook de Belgische inzending voor de Oscars. “Had ik zelf niet zo hard in het verhaal geloofd, dan was deze film nooit gemaakt.”
Hij schopte het van vroegtijdig schoolverlater uit Luik tot de podia van Glastonbury en Coachella, regisseerde videoclips en kortfilms en acteerde onder meer in Rundskop en Binti. Modenamen als Miuccia Prada, Virgil Abloh, Jacquemus en Burberry deden een beroep op zijn creatief talent.
Maar het ultieme bewijs van zijn veelzijdigheid levert Baloji dit najaar met zijn eerste langspeelfilm Augure. De prent werd zopas geselecteerd als Belgische inzending voor de Oscars die op 10 maart 2024 opnieuw uitgereikt worden, en demonstreert volop ’s mans kunnen. De Belgisch-Congolese alleskunstenaar is immers niet alleen de regisseur en scenarist van de prent, maar was ook artdirector en leverde, samen met Elke Hoste, de kostuums. Bovendien nam Baloji vier gloednieuwe albums op bij Augure, een voor ieder hoofdpersonage. En voor hij dat kwartet midden maart voorstelt in de Ancienne Belgique in Brussel, cureert hij in het Antwerpse ModeMuseum Baloji Augurism., aangekondigd als een totaalervaring die je in zijn creatieve universum onderdompelt.
Augure, opgenomen in zijn geboortestad Lubumbashi en Kinshasa, draait rond vier personages die elk door hun omgeving als tovenaar of heks beschouwd worden. Zijn fascinatie voor dergelijk bijgeloof en outcasts is geen toeval, vertelt Baloji in zijn thuisstad Gent: “Augure is geen autobiografische film, maar wel geïnspireerd door het gewicht van mijn naam vroeger. In het Swahili betekende die oorspronkelijk ‘man van de wetenschap’, maar met de kolonisatie van Congo en de komst van het christendom evolueerde dat naar ‘tovenaar’, maar dan in kwaadaardige zin. Als kind had ik een hekel aan mijn naam – in Congolese middens lokte hij commentaar, vieze blikken en zelfs angst uit.”
Hoe ben je als muzikant bij het medium film beland?
“Al bij Starflam (de muziekgroep waar hij sinds de jaren 90 deel van uitmaakte, red.) was ik nooit tevreden over de clips die we maakten. Ik regisseerde de regisseurs, dus ging ik als soloartiest maar zelf clips maken. Later volgden enkele kortfilms en regiewerk voor onder meer LVMH en begon ik aan Augure te werken. Mijn gebrek aan technische kennis compenseerde ik door als setassistent voor filmmakers als Michaël R. Roskam en de broers Dardenne te werken, en door het observeren van cameraman Nicolas Karakatsanis, die ook autodidact is. Ondertussen vind ik het een voordeel dat ik geen filmopleiding heb gevolgd. Omdat ik een totaal andere achtergrond heb, wedijver ik met niemand en denk ik vrijer dan veel anderen. Bovendien heb ik geleerd om mijn instinct te volgen. Dat is een troef wanneer je met een producent, acteurs en technici werkt. Als je geen eigen visie hebt en te veel naar andere meningen luistert, ben je verloren als filmmaker.”
Augure won de New Voice-prijs op het jongste Filmfestival van Cannes, en in Angoulême die voor beste regie. Wat betekent die lovende ontvangst van de film voor je?
“Geselecteerd en bekroond worden op belangrijke festivals helpt uiteraard om verdelers te vinden voor de film. Maar zulke prijzen bepalen ook de manier waarop mensen naar je werk kijken, zeker in mijn geval. Als muzikant die filmmaker wordt, een rapper van Congolese afkomst dan nog, krijg je al gauw met hokjesdenken en vooroordelen te maken. Filmcommissies namen me al helemaal niet serieus. Ja, acteren, dat werd van iemand als ik geaccepteerd, maar regisseren? Had ik zelf niet zo hard in het verhaal geloofd, dan was Augure nooit gemaakt.”
Ook de modewereld doet regelmatig een beroep op je visueel talent. Vreemd genoeg pak je daar zelf niet mee uit.
“Ik weet dat het ongewoon is in socialemediatijden, maar mijn ervaring is dat modeprofessionals zelden te koop lopen met wat ze doen of naar bekendheid hengelen. De meesten staan met hun voeten op de grond en doen gewoon hun werk – een houding die ik heb overgenomen.”
Besefte je al vroeg dat je een creatieve duizendpoot was?
“Helemaal niet. Mijn eerste liefde was poëzie, want ik schreef al gedichten toen ik twaalf was. Het is een ondergewaardeerde kunstvorm omdat hij moeilijk verkoopt, maar tegelijk prachtig – één zin kan een zaadje in je hoofd planten en uiteindelijk je kijk op de wereld veranderen. Van de poëzie kwam ik op mijn zestiende haast vanzelf bij muziek uit, en daarvoor tekende ik al kostuums. Maar op mijn zestiende zag ik mijn talent niet. Alhoewel mijn vader me al op mijn derde van Congo naar België had meegenomen, had ik op dat moment geen verblijfsvergunning meer. Daardoor was ik hier drie jaar illegaal en zat ik wekenlang in een gesloten centrum van de Dienst Vreemdelingenzaken. Dankzij mijn toenmalige vriendin is het ondanks een uitwijzingsbevel allemaal goed gekomen, maar geloof me, toen ik op Zaventem op een repatriëringsvlucht wachtte, geloofde niemand in me – ook ikzelf niet.”
Je werk wordt vaak een hommage aan Congo genoemd, of een terugkeer naar je roots. Terecht?
“Ik voel me niet meer of minder Congolees dan dat ik me Belg of wereldburger voel. In mijn muziek en ander werk combineer ik dus allerlei invloeden. Ook in Augure, want daarin zit een carnavalsfeest met outfits die zowel op de Mardi Gras in New Orleans en de Gilles van Binche als Congolese tradities geïnspireerd zijn. Veel scènes zijn ook beïnvloed door surrealistische schilders als Magritte. Het is dus niet omdat ik een plaat of een film opneem in Congo dat het resultaat het land ook weerspiegelt, integendeel. Ik injecteer invloeden uit de hele wereld, wat maakt dat ik mezelf nooit een ambassadeur van Congo zou noemen.”
Hoe beleef je die reizen naar Congo zelf?
“Toen ik er vijftien jaar geleden mijn biologische moeder ging opzoeken, vond ik het vooral verwarrend om daar te zijn. Alles herinnerde me eraan dat ik geen Congolees van Congo ben, maar van de diaspora. De manier waarop je praat en de wereld ziet, waar je belang aan hecht of je zorgen over maakt: uiteraard is dat anders wanneer je hier bent opgegroeid en niet op een plek waar het minimuminkomen rond de tweehonderd euro ligt. Ondertussen heb ik wel aanvaard dat ik anders ben – dat betekent niet dat ik geen Congolees ben of niet van het land hou.”
In Cannes werd je vergezeld door je dochter Bebel, die nu veertien is. Wat wil je haar meegeven in het leven?
“Het is een cliché, maar het belangrijkste is dat ze zich geliefd weet. Of je wel of niet liefde voelt van je naasten, bepaalt enorm hoe je jezelf en je relaties met anderen vormgeeft. Dat zeg ik uit ervaring, want ik ben geboren uit een onenightstand van mijn vader in Congo. Hier in België groeide ik dus niet met mijn biologische moeder op, maar met mijn stiefmoeder. Bovendien ging mijn vader ervandoor toen ik twaalf was. Maar mijn gevoel daarbij is dubbel. Uiteraard had ik graag meer liefde gevoeld. Maar dat gemis heeft me ook geholpen. Dat ik niet snel opgeef bijvoorbeeld, komt doordat ik vroeger toch niets te verliezen had.”
Hoe begin je aan het vaderschap als je zelf niet het beste voorbeeld hebt gehad?
“Mijn vader was zo afwezig in mijn kindertijd dat ik geen voorbeeld had. Maar dat is ergens ook mijn geluk. Mannen denken vaak dat ze in het voetspoor van hun vader moeten lopen, of ze gebruiken hem als excuus voor hun eigen gedrag: ze zijn zo opgevoed of hebben thuis nooit anders geweten. Een comfortabele slachtofferrol, maar ook een illusie. Iedereen kan zichzelf heropvoeden en zijn eigen beslissingen nemen. Gelukkig maar, want hoe meer ik me in het feminisme verdiep, hoe meer ik besef dat ook mannen het slachtoffer zijn van de patriarchale structuur.”
Augure is in oktober in competitie te zien op Film Fest Gent en draait in de bioscoop vanaf 15 november. Baloji Augurism. loopt in het MoMu van 21 oktober tot 14 april 2024. filmfestival.be, imaginefilm.be, momu.be
Fotoassistent: Roel Van Tittelboom — Productieassistenten: Francis Boesmans en Joshua Basubi — Haar en make-up: Elke Binnemans voor Sisley — Model: Baloji — Coördinatie: Ellen De Wolf
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier