Milio van de Kamp ontsnapte uit generatiearmoede: ‘Mijn moeder noemt me nu trots professor’
Vandaag is Milio van de Kamp (31) docent aan de Universiteit van Amsterdam. Over zijn moeilijke weg daarnaartoe schreef hij een boek dat binnenkort verschijnt: ‘Misschien moet je iets lager mikken’, naar advies dat hij door de stereotypen over zijn milieu vaak hoorde van docenten.
āMijn jeugd was een combinatie van stress en schaamte. Dagelijks voelde ik de druk om te voorkomen dat schuldeisers ons uit ons huis zouden zetten en vanaf mijn achtste waren onze gas en elektriciteit afgesloten. Als je je in een ijzige, donkere badkamer moet wassen, geloof je oprecht dat je minder waard bent dan iedereen om je heen.
Mijn moeder had geen diploma, maar beklom voorzichtig de ladder. Tot ze eraf geduwd werd door een complexe hartstoornis. Haar bazen ontsloegen haar vanwege āeen te groot risico op uitvalā. Mijn vader had nooit werk en veroorzaakte thuis ruzies en vechtpartijen. Toen hij me er op mijn achttiende uit gooide, namen mijn vriendin en haar moeder me gelukkig in huis. Zonder sleutelfiguren als zij had ik nooit mijn huidige comfortabele bestaan bereikt.
Bij mijn vriendin kwam wel de realitycheck dat mijn ānormaalā heel disfunctioneel was, gevolgd door de harde vaststelling, tijdens colleges psychologie, dat ik door alle problemen chronisch depressief was. Ik besefte toen dat armoede als een zware steen op je borst ligt en je bij vlagen de adem beneemt.
Als kind maakte het me opstandig, zeker toen ik merkte dat docenten door de stereotypen over mijn milieu lage verwachtingen van mij hadden. Zo was ik op mijn vijftiende naar de slechtste beroepsschool van de stad gestuurd, waar ik de ingeving kreeg dat ik absoluut nooit mijn oudersā leven wilde. Ik klampte me vast aan de enige ontsnappingsroute, het onderwijs, en wilde psycholoog worden. Veel status, dacht ik, en mensen helpen: vet! Ik dokterde het hele traject uit, maar toen ik het aan mijn docente Nederlands toonde, zei die: āMisschien moet je iets lager mikken.ā
Jarenlang voelde ik me minderwaardig en misplaatst, maar nu zie ik hoe belangrijk mijn ervaringen zijn voor de diversiteit van het academische denken.
Milio van de Kamp
Het ironische is dat zulke adviezen bedekt zijn met een deken van goede intenties, maar als zij, de enige universitair die ik kende, zei dat ik iets niet zou kunnen, geloofde ik dat. Ik voelde me verslagen, mijn tunnel naar dat betere leven was dichtgemetseld. Ik gaf een tijdje alles op, tot ik panikeerde omdat ik met mijn beroepsopleiding nooit zou komen waar ik wilde. Ook mijn vriendin drong aan: ik moest net hoger mikken. Het werkte dus als een omgekeerd advies. Met vĆ©Ć©l vallen en opstaan bemachtigde ik uiteindelijk mijn masterdiploma Ć©n een baan als docent Interdisciplinaire Sociale Wetenschap. Mijn moeder noemt me nu trots āprofessorā. (glimlacht)
Ik kan het wel nog raar vinden dat ik deze droomjob heb, in een instituut dat bovendien niet is gemaakt voor mensen zoals ik. Ik kleed me anders, denk anders, heb een andere culturele bagage dan de middenklasse. Jarenlang voelde ik me daardoor minderwaardig en misplaatst, maar nu zie ik in hoe belangrijk mijn ervaringen zijn voor de diversiteit van het academische denken. Daarom ook mijn boek: eindelijk niet geschreven over, maar door ons.
Ik hoop dat het een duwtje geeft aan eerstegeneratiestudenten, zoals ik er jaarlijks tientallen coach in een programma dat ik opstartte. Ook zij werden klein gehouden door schaamte en stress, maar stilaan krijgen ze vertrouwen, ze halen goede cijfers en zetten met kritische essays ons thema op de kaart. Hen mee empoweren vind ik het waardevolst. Dan voelen ze, net als ik, dat die steen van hun borst naar hun oksel verhuist: we dragen hem nog mee, maar hij verstikt ons niet langer.ā
‘Misschien moet je iets lager mikken’ verschijnt bij Atlas Contact.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier