‘Mijn baby van 8 maanden was depressief’: een blik in de praktijk van kinderpsychiater Binu Singh
Wat als je baby onophoudelijk huilt en ontroostbaar is? Het overkwam Kim met haar tweede kindje Karolien. Hulp kwam er in de vorm van Binu Singh, kinderpsychiater bij dagziekenhuis Kleine K. Lees hier de getuigenissen van zowel dr. Singh als mama Kim. “Het was een verademing dat iemand eindelijk zag hoe slecht het met ons ging.”
De getuigenis van mama Kim
“Ik had weinig verwachtingen toen we zeven jaar geleden op gesprek mochten bij Kleine K. Van kinesist tot homeopaat: niemand had in de maanden vooraf al een verklaring gevonden voor Karoliens extreme gehuil. Om mijn dochter van vier maanden rustig te houden, gaf ik haar een flesje. Toen begon ik te vertellen. Dat mijn zwangerschap erg stresserend was omdat mijn eerste dochter op 26 weken was geboren en dat ik bang was om opnieuw een prematuurtje te krijgen. Dat Karolien op 32 weken ook nog te vroeg arriveerde en meteen allerlei naalden in haar frêle lijfje geprikt kreeg waardoor ik haar 24 uur niet mocht aanraken. Dat onze dochter toch zo flink was geweest en het hevige huilen pas thuis was begonnen. Op het einde van mijn verhaal zei de kinderpsychiater: ‘Ik maak me zorgen. Ik zie dat Karolien je niet aankijkt tijdens het flesje. Ze maakt geen contact.’ Bam. Ik schrok van die opmerking, maar het was een verademing dat iemand eindelijk zag hoe slecht het met ons ging.
Mijn man en ik hadden gehoopt op een diagnose die je met tips of medicatie kon behandelen, maar plots moesten we in het dagziekenhuis allerlei therapieën volgen om te achterhalen wat er met ons kindje scheelde. Omdat we geen idee hadden dat een parcours in de kinderpsychiatrie zo lang zou duren, en ons oudste kind ook nog zorg nodig had, kregen we na een paar weken de toestemming om ambulant verder te gaan.
Dat ik verplicht op rust moest, heeft misschien wel een familiedrama vermeden.
Na een paar maanden verslechterde de situatie en een bezorgde vroedvrouw stuurde ons terug naar Kleine K, waar het hulpverlenend team nu kordaat tegen mij zei: ‘We laten je tien dagen opnemen omdat jij er compleet onderdoor zit. Daarna schakelen we over op dagopnames waarbij je ’s avonds thuis bent bij je gezin.’ Het plan was dat ik alleen fijne dingen met ons kindje zou doen, zonder haar te verzorgen, zodat Karolien zou leren dat mama ook leuk met haar kon spelen. Ik zou op mijn beurt opnieuw van mijn kind leren genieten, want die warme verbinding was ik door alle stress kwijt. Parallel moest mijn man, met onze baby, opnieuw starten op Kleine K om haar huilprobleem aan te pakken.
‘Ik wil helemaal niet stoppen met werken. Ze zijn op hun hoofd gevallen!’ zei ik tegen mijn man. Hoewel ik blij was dat er eindelijk naar ons werd geluisterd, reageerde ik woedend op het plan. Maar dokter Singh was streng: ‘Dit is nodig voor jou en je baby.’ Dat strenge had ik wel graag, want wat uiteindelijk echt geholpen heeft, was dat ik rust kreeg.
In de maanden nadien leerden mijn man en ik dat baby’s al hevige emotionele pijn kunnen hebben. We leerden waarom huilen voor hen de enige manier is om stress uit hun lichaam te krijgen, en hoe je hen kunt helpen door hen te ontvangen in dat huilen. Ook aan heel concrete tips hadden we veel, zoals hoe we Karolien in bed konden leggen zonder dat het ritueel uren duurde.
Intussen is onze dochter een vrolijke achtjarige en tot op vandaag passen we inzichten toe die we op Kleine K opdeden. Mijn man leerde communiceren over zijn gevoelens en ik leerde voor mezelf te zorgen, want als je zelf gestrest bent, kun je je kind niet kalmeren. Dat ik verplicht op rust moest, heeft misschien wel een familiedrama vermeden. Op een bepaald moment schreef dokter Singh ons familiehulp voor, iemand die wekelijks twee uur kwam babysitten. Mijn man en ik moesten dan samen iets leuks doen. Dat was zó simpel en fijn, maar uit onszelf hadden we zoiets nooit geregeld.”
Wat zag Binu Singh?
“Wat is hier nodig? Dat is de eerste vraag die ik mezelf stel bij een nieuw intakegesprek. Toen ik Kim, Kurt en hun dochter ontmoette, zag ik meteen dat een opname nodig was. Hun baby huilde onophoudelijk en Kim was doodop en had het gevoel dat niemand naar hen luisterde. Ik herinner me de eenzaamheid in de ogen van het kindje en Kims opluchting toen ik zei: ‘Dit huilprobleem kennen we en kunnen we behandelen.’ Ze hadden intensieve hulp nodig, maar een opname was moeilijk vol te houden voor dit gezin. De combinatie met werk en de zorg voor een tweede kind was al moeilijk, maar weinig begrip van de omgeving maakte het onhaalbaar. Zelfs de vader was wat sceptisch. Alle baby’s huilen en haar zusje was er toch ook uitgegroeid? Dit alles leidde tot de keuze om het traject bij ons te stoppen en ambulant opgevolgd te worden.
Ik was bezorgd toen ze vertrokken. Ik had een uitgeputte moeder gezien, een moeder-kindrelatie die zorgelijk was en een baby met een heel laag welzijn en forse regulatieproblemen, wat betekent dat het kindje voortdurend hoge stress voelde en die spanningsopbouw in haar lijfje niet naar beneden kreeg – iets waarvoor baby’s sowieso de hulp van een volwassene nodig hebben. Via onze vroedvrouw bleven we gelukkig in contact met het gezin en zo kwamen ze terug toen Karolien acht maanden was. Ze had toen een motorische achterstand waar ook haar vader en grootouders zich zorgen over maakten. Dat moment noemen we in mijn vak een port of entry: je zoekt als hulpverlener een gedeelde bezorgdheid om bij een gezin binnen te komen. Niet het overmatige huilen gaf ons de toegang. Het waren die motorische problemen die de poort openden. Ik vroeg het koppel om opnieuw op gesprek te komen. Ik zag nu een depressieve mama en baby en vroeg hun het vertrouwen om samen op pad te gaan, wat een heel mooi traject is geworden.
Het is mooi om te zien hoe een apathische baby die je niet aankijkt helemaal herstelt in vier maanden.
Tijdens zo’n traject werken we op drie pijlers: we bieden hulp aan het kind, maar we kijken ook naar wat de ouders nodig hebben en hoe de ouder-kindrelatie versterkt kan worden. Kim vertoonde alle tekenen van een postnatale depressie. Ze sprak zelfs suïcidale gedachten uit, dus het was belangrijk dat ze snel intensieve hulp kreeg. Ze werd opgenomen binnen volwassenpsychiatrie en parallel werd Karolien samen met haar papa behandeld op Kleine K. Door Kurt uitdrukkelijk als vader en partner te betrekken bij het herstelproces ging hij helemaal achter zijn vrouw en dochter staan, zodat zij op hem konden steunen en Kim na haar traject ook weer kon aansluiten bij Kleine K. Dat was mooi om te zien, hoewel het voor Kurt niet makkelijk was. Het koppel had ook financiële stress door het wegvallen van Kims loon tijdens haar opname, maar ons team zocht in hun brede sociale netwerk mee naar oplossingen.
Net als alcohol is hoge stress niet goed voor het ongeboren kind. Helaas had Karolien naast een stressvolle geboorte en een verblijf op de afdeling neonatologie ook een stresserende tijd in de baarmoeder gehad. Door al die stress in haar lijfje ging ze overmatig huilen. Haar onbehandelde stressprobleem leidde tot een depressie en die leidde dan weer tot een motorische achterstand. Het sneeuwbaleffect had nog veel groter kunnen worden als we niet hadden ingegrepen.
Psychologische hulp tijdens de zwangerschap had de problemen bij dit gezin kunnen voorkomen en het zou goed zijn als neonatale afdelingen zouden inzien dat hun medische interventies, hoewel levensnoodzakelijk, mogelijk ook traumatisch zijn. Maar zelfs als we trauma en pijn niet kunnen voorkomen, is het wondermooi om te zien dat een apathische, depressieve baby die je niet aankijkt en niet ingaat op uitnodigingen om te zingen of spelen helemaal herstelt in vier maanden. Zonder medicatie, enkel door verschillende therapieën die we aanbieden rond spel, aanraking, relaxatie, het versterken van positieve momenten en verbinding tussen ouder en kind. Dat doet geen enkele volwassene haar na in zo’n korte tijd. Dat is de kracht van vroeginterventie. Een kind als Karolien dat vroeg in het leven ervaart dat je problemen kunt overwinnen samen met je zorggevers, maakt diepe herinneringen aan in het geheugen waarop het bij tegenslag levenslang kan terugvallen.”
Dit is een reeks over baby’s die extreem huilen of andere gedragsproblemen hebben en bij Kleine K belanden, een dagziekenhuis voor de allerjongsten en hun ouders, verbonden aan de afdeling kinderpsychiatrie van het UZ Leuven. Alle ouders die hun verhaal doen, waren radeloos toen ze daar aanklopten. Samen met kinderpsychiater Binu Singh blikken ze terug op de oplossingen die hun leven veranderden.
Meer weten over Binu Singh of een webinar volgen: drbinusingh.com, @dr.binu.singh
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier