Huisarts Leen Wackenier (37) wijdde zich tot vijf jaar geleden aan Artsen Zonder Grenzen-missies in Afrika. Ze settelde zich in Gent om haar moederdroom waar te maken, maar dat lukte pas toen ze out of the box dacht. Sinds tien weken heeft ze een dochter, Olivia.
“Als klein meisje tekende ik enorme huizen met veel kamers voor al mijn kinderen én de weeskindjes die ik zou opvangen. Het was voor mij evident dat ik ooit een moederkloek zou worden, net als mijn mama, die kinderverpleegster is. Zij kreeg mijn broer al op haar 21ste, waardoor ze nooit op buitenlands avontuur kon terwijl dat zeker in haar zat. Dat zou mij niet overkomen, dus wilde ik eerst mijn bucketlist afwerken: reizen, als arts in Afrika werken, Marleen Temmerman achterna. (lacht)
Tijdens mijn eerste missie in Congo stierf er op een dag een kindje in mijn armen, ondanks het feit dat ik het urenlang met een beademingsballon in leven had proberen te houden. Vreselijk, maar het versterkte mijn motivatie om zo veel mogelijk kinderen te helpen. Een eigen gezin miste ik nog niet, want op missie vorm je één grote familie. Bovendien wilde ik vrij kunnen vertrekken naar nieuwe projecten.
Op mijn 32ste begon mijn biologische klok te tikken en ging ik daten. Helaas viel ik niet op vaderfiguren, maar op bad guys. Ik bleef een happy single, tot drie jaar later uit een bloedtest bleek dat ik nauwelijks nog eicellen had en zo snel mogelijk zwanger moest worden. Mijn wereld stortte in. Anoniem donorschap zag ik niet zitten, maar nooit mama worden kon ik me evenmin voorstellen.
Veel traditionele liefdesrelaties lopen op de klippen, dus ik denk dat een sterke vriendschap een minstens zo stabiele basis vormt voor een kind.
Mijn huisgenoot voelde mijn ontreddering. Mario is een Spaans-Colombiaanse pianist die hier een postgraduaat kwam halen en nu bij Opera Ballet Vlaanderen werkt. Sinds vier jaar woont hij bij mij en zijn we soulmates, zonder de fysieke aantrekking. Hij is zo’n warme en zachtaardige persoon dat ik hem stiekem als de ideale papa voor mijn kinderen zag. Maar hoe awkward zou het geweest zijn om zoiets te vragen aan mijn beste vriend? Tot mijn verrassing stelde Mario na die slechte bloedtest zélf voor om samen ouders te worden. Hij had al lang een kinderwens, maar miste ook de juiste relatie.
We startten een ivf-behandeling, die helaas moeizaam verliep. Elke mislukte poging deed me zoveel verdriet dat we na poging vijf op het punt stonden het op te geven. Dat was buiten mijn fantastische Ghanese poetsvrouw gerekend. Ze wist niet dat we probeerden zwanger te worden, maar had al vaker gezegd: ‘Maar Leen, waarom ben je nu nog niet zwanger?’ Nu voegde ze eraan toe: ‘Mannen zullen komen en gaan, maar je kind blijft altijd je kind.’ Ze heeft zelf drie kinderen met twee verschillende papa’s en dat loopt goed. Ik besefte dat ze gelijk had, zette door en uit de derde ivf-cyclus is Olivia geboren.
De connectie tussen haar en Mario was er meteen en dat ontroert me. Hij vindt een werkdag al bijna te lang om van haar weg te zijn en zit dagelijks met haar aan de piano. Zijn moeder heeft hem destijds verwaarloosd, dus hij is dankbaar dat hij zijn dochter nu met liefde kan overladen. Ook ik voelde me nog nooit zo gelukkig. Mijn moederdroom is eindelijk waargemaakt en dat in een internationaal, muzikaal nest. Binnenkort reizen we met Olivia naar Mario’s familie in Colombia.
Aan de verre toekomst denken we nog niet per se, maar ik heb er vertrouwen in. Veel traditionele liefdesrelaties lopen op de klippen, dus ik denk dat een sterke vriendschap een minstens zo stabiele basis vormt voor een kind. Ik geniet alvast van elk moment met Olivia, onze platonische liefdesbaby.”