Ann Claes (60) is samen met haar broer CEO van de Claes Retail Group, die je kent van JBC, Mayerline en CKS. Twee van haar vier kinderen werken vandaag ook in het bedrijf dat in 2025 zijn 50ste verjaardag viert.
Familiezaak
‘Elk vak heeft iets boeiends. Mijn vader was beroepswielrenner; ik was tien toen hij zijn eerste kledingwinkel opende. Het is fijn met familie in de zaak, zei hij. Vandaag run ik samen met mijn broer het bedrijf. Als mijn vader een andere sector had gekozen, zou ik daar ook mijn draai gevonden hebben. Maar kleding is boeiend, omdat het constant verandert.’
Duidelijke afspraken
‘Je offert iets op als je met familie samenwerkt. Mijn vader was streng, wat pittig was. Het was moeilijk om werk en familie te scheiden en daar leed het vader-dochtergevoel onder. Ik zie mijn broer elke dag, dus in het weekend hebben we niet de behoefte om af te spreken. Met hem lukt het gelukkig wel om van een zakelijke discussie over te schakelen naar wat er met de kinderen aan de hand is. Ik heb ook geleerd uit mijn ervaring, nu twee van mijn kinderen in de zaak gestapt zijn. Op het werk ben ik hun leidinggevende, daarbuiten gewoon mama. Mijn broer en ik hebben duidelijke afspraken en eentje is dat we onze eigen kinderen niet te veel sturen. Dat doet de ander, omdat het anders moeilijk is om alles uit elkaar te houden.’
Als een collega iets zegt wat hard binnenkomt, kan dat blijven hangen. Maar als het van familie komt, ebt het sneller weg. Je vergeeft makkelijker als je elkaar graag ziet.
Open en direct
‘Je vergeeft elkaar makkelijker als je elkaar graag ziet. Dat is een voordeel van met familie werken. Als een collega iets zegt wat hard binnenkomt, kan dat blijven hangen. Maar als het van familie komt, ebt het sneller weg. Dat wil wel niet zeggen dat ik voorzichtiger ben met collega’s dan met familie. Er is maar één Ann, ik ben open en direct met iedereen. Soms probeer ik voorzichtiger te zijn, en dan krijg ik de reactie: “Zeg nu gewoon wat je wilt zeggen, dat is duidelijker.”’ (lacht)
Weg studiedroom
‘Let op wat je zegt, een opmerking kan iemands leven veranderen. Openheid is goed, maar wees je bewust van de impact van wat je zegt. Als tiener droomde ik van een studie Grieks-Latijn, maar toen ik op een dag in de klas een fout maakte, sneerde de leerkracht: ‘En wat ga jij studeren?’ Ik was zeventien en die ene zin veegde mijn studiedroom weg.’
Geen machines
‘Het is eenzaam aan de top. Een cliché, maar het klopt. Als je een bedrijf leidt, moet je luisteren, en positief en constructief zijn. Mijn broer is een cadeau, maar behalve hij is er niemand bij wie ik mijn hart kan uitstorten. Een coach helpt omdat die praktisch advies kan geven. Wat ik geleerd heb, is dat je niet alles in vijf minuten kunt oplossen. Moeilijk, want ik ben ongeduldig. Maar sommige dingen en sommige gesprekken vragen tijd. Mensen zijn geen machines, ze zijn een vat vol emoties.’
Echte partners
‘Steek geen energie in dingen die je niet kunt veranderen. Dat leerde ik in Azië. Samenwerken met mensen met een andere cultuur vraagt begrip, je moet willen zien hoe mensen denken. In China vond ik dat in het begin moeilijk, omdat ze daar op een andere manier communiceren. Geen gezichtsverlies leiden is er cruciaal, iets wat ik met mijn rechttoe rechtaan stijl niet meteen begreep. Wij hadden eisen op het vlak van productie en personeelsrechten, onze Chinese partners hechten belang aan loyaliteit en langetermijncontracten. Als je dat weet, kun je daar je energie in steken, onderhandelen en word je echt partners. We werken ondertussen al achttien jaar met één bedrijf samen en onlangs had de eigenaar zelfs zijn zoon mee.’
Je moet mensen fouten laten maken. Ik wijs hen tien keer op de drempel, maar de elfde keer laat ik hen struikelen. Ze zullen niet te hard vallen en veel leren.
Kansen geven
‘Mensen moeten soms struikelen. Jongeren kansen geven is belangrijk, ook omdat de wereld snel verandert en zij ons helpen om bij te blijven. Maar als ik zie dat iemand een fout gaat maken, kijk ik eerst hoe hoog de drempel is. Zal de impact van de fout groot zijn en gaat het over veel geld, dan grijp ik in. Maar ik laat mensen ook fouten maken. Ik wijs hen tien keer op de drempel, maar de elfde keer laat ik hen struikelen. Ze zullen niet te hard vallen en veel leren.’
Geen rem
‘Evenwicht is voor iedereen anders. Ik heb het nog niet gevonden, ik werk te veel. Toen mijn vier kinderen klein waren, dwongen ze me om er te zijn en kwam er bijna vanzelf een evenwicht. Nu zijn het jongvolwassenen die in zes maanden tijd allemaal het nest verlieten en staat er geen rem meer op hoeveel ik werk. Ik stel mensen niet graag teleur, dus heb ik het moeilijk met nee zeggen. Die balans moet beter, ik moet tenslotte nog een paar jaar mee.’
Geen handleiding
‘Dat ik fijne kinderen heb, is het mooiste compliment dat er is. Ze kwamen niet met een handleiding, dus je zoekt en probeert, bent streng en laat los, en denkt regelmatig dat het niet goed komt. Er gebeuren ernstige dingen, het kan op veel manieren fout gaan, en mijn kinderen waren zeker geen engeltjes. Maar als ze zonder te veel kleerscheuren hun puberteit doorkomen, weet je: alles valt in de plooi. ‘