‘Iedereen Beroemd’-reporter Wouter Deboot gelooft in onbevangenheid: ‘Durf wildvreemden aan te spreken’
Wouter Deboot (40) doorkruiste als reporter voor Iedereen Beroemd de halve wereld op de fiets. Zijn programma voor Eén Met de wind mee is net afgelopen, maar het gelijknamige boek blijft verkrijgbaar.
“‘Zonder eieren te breken, kun je geen taart bakken’, zei mijn opa Kamiel altijd, waarmee hij bedoelde: je moet af en toe iets moeilijks doen om resultaten te behalen. Hij had zelf een schrijnwerkersbedrijf uitgebouwd en moedigde me al op heel jonge leeftijd aan om grenzen te verleggen, bijvoorbeeld door fiets-ramps te bouwen die net iets hoger waren dan verwacht.
Mijn opa Willy besmette me dan weer met de fietsmicrobe. Hij was ook een volksmens die spontaan met mensen van alle rangen en standen babbelde, net als mijn pa. Zelf was ik niet mensenschuw – in de veilige omgeving van bijvoorbeeld de jeugdbeweging voerde ik zelfs het hoge woord – maar wildvreemden aanspreken vond ik toch een grote stap. Ook tijdens mijn eerste werkjaren in Brussel, waar ik de stempel van ‘West-Vlaams boerke’ kreeg, hield ik me vooral in stilte bezig.
Die schroom legde bij de start van mijn eerste tv-tocht nog een knoop in mijn maag. Maar ik dacht: als ik wil dat mijn job ooit plezant wordt, moet ik net als mijn opa’s onbekenden durven aan te spreken. Ik herinner me nog goed hoe ik dat op dag drie deed bij Geert, een blinde man uit Aalter, die me meteen vertelde hoe ziekte bij hem plots het licht had gedoofd. ‘Je stem is zo rustgevend,’ zei hij, ‘dat ik je instant vertrouw.’ Wat een boost! Ik teer er nu nog op.
Het is belangrijker dan ooit om eraan herinnerd te worden dat de meeste mensen niet zwart-wit zijn en au fond naar hetzelfde streven: een beetje liefde en erkenning.
En dat is maar een van de honderden ontmoetingen met wildvreemden die een zaadje plantten. In Amerika kwam ik bij – ik zweer het u – de grootste Trump-fan ter wereld, maar die gast, die leefde van voedselbonnen, spaarde voor mij het eten uit zijn mond. De Nieuw-Zeelanders gaven me dan weer een les in nederigheid. Vanop hun eiland kijken ze naar onze dolgedraaide wereld, hun voetjes stevig op de grond.
In deze gepolariseerde tijd is het belangrijker dan ooit om eraan herinnerd te worden dat de meeste mensen niet zwart-wit zijn en au fond naar hetzelfde streven: een beetje liefde en erkenning. Maar als ik lezingen geef, merk ik hoe velen in hun bubbel blijven of elkaar enkel digitaal besnuffelen. Terwijl de essentie net zit in real life oogcontact of de stiltes tussen woorden.
Jonge gasten vinden het awkward dat ik mijn ontmoetingen niet voorbereid via iets als Messenger. De eerste twintig seconden zijn inderdaad vaak onwennig en een zeldzame keer blijft dat zo. Omdat ik nu de wind volgde, kon ik me niet voorbereiden, waardoor ik naïef aan een man in een ex-Joegoslavisch dorp vroeg wat daar gebeurd was, niet wetend dat zijn Servische volksgenoten er alle Kroaten uitgemoord hadden. De sfeer was op slag ijskoud. Maar negen op de tien keer rol ik van het ene mooie verhaal in het andere, en vergaar ik vollenbak levenswijsheden. Zoals: hoe minder je jezelf manifesteert, hoe meer mensen je toevertrouwen.
In het beste geval voel ik een tinteling omdat er iets waardevols gedeeld is of er zelfs iets blijvends ontstaat. In 2013, toen ik voor het eerst onderweg een slaapplaats vroeg, monsterden boerin Rita en haar gezin me als een jury. Maar stap voor stap overwonnen ze hun wantrouwen, echt prachtig. We horen elkaar nog vaak en binnenkort gaan mijn vriendin en ik ons tweede kindje aan hen tonen. In die zin hoop ik echt dat mijn tochten anderen inspireren om mijn opa’s raad te volgen. Want ook na deze reis voelde ik: yes, er zijn nog zo veel wijze, vriendelijke mensen; het komt wel goed met de wereld!”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier