‘Het is nog altijd niet goedkoop, maar via de coöperatie bouw ik tenminste iets op’: deze 3 getuigen kozen voor een alternatieve woonvorm
![collectief wonen](https://img.static-rmg.be/a/view/q75/w962/h503/f50.00,50.00/7026886/copy-of-header-web-3-cases-5-jpg.jpg)
Onze vastgoedmarkt is verzadigd met dure woonopties, terwijl de vraag naar budgetvriendelijkere, kwalitatieve woningen toeneemt. Lara, Luka en Veerle zochten naar alternatieven. Krijgen ze waar voor hun geld? En wordt ‘anders gaan wonen’ de toekomst?
Wooncoöperaties, Community Land Trust of colivingconcepten: deze vormen van collectief wonen zijn niet nieuw, maar lijken wel aan populariteit te winnen. Wat houdt elke formule juist in, en wat zijn de voor- en nadelen? Drie ervaringsdeskundigen getuigen.
Lara Struyven (21) is treinconducteur in opleiding. Ze huurt een kamer in het full service, bemeubelde colivingconcept Sheltr, dat net een nieuw adres opende op de Meir in Antwerpen.
‘Dat samenleven gebeurde eigenlijk toevallig. Toen een ex-collega een roomie zocht om haar duplex en dure huur mee te delen, greep ik die kans aan. Mijn ouders wilden immers niet dat ik meteen alleen zou gaan wonen. Misschien vonden ze me nog te jong. Toen ons contract afliep omdat de eigenaar toch liever verhuurde aan een koppel, ben ik op zoek gegaan naar een andere coliving.
Zelfs mijn bed wordt om de twee weken met schone lakens opgemaakt
Sheltr kwam via een Facebook-groep op mijn pad. Toen ik het pand bezocht, was ik meteen verkocht. Want hoe cool is het om te kunnen zeggen dat je op de Meir woont? (lacht) De huurprijs vond ik heel aantrekkelijk. Voor 925 euro per maand heb ik een bemeubelde standaardkamer met eigen badkamer op een volledig ingerichte verdieping. Er is een uitgeruste keuken, een cinemazaal, een coworkingruimte, een overdekt terras met uitzicht op de stad, zelfs een fitnesskamer.
Ik moet me geen zorgen maken over extra kosten zoals water, elektriciteit of verwarming. Noch over verzekeringen, internet- en Netflix-abonnementen, de poetshulp of wasmiddel voor de vaat- of wasmachine. Alles is inbegrepen. Zelfs mijn bed wordt om de twee weken met schone lakens opgemaakt. Die dag is het altijd extra leuk om thuis te komen.
Eens ik mijn interesse kenbaar had gemaakt, ging ik op gesprek bij Emma, de communitymanager van het gebouw. Ze wilde mijn leeftijd weten, mijn interesses, wat mij aantrok aan het concept en of ik werk had. Het is een standaardprocedure, zodat de juiste mix van mensen kan worden samengesteld. Toen ik hier introk, deed ik dat zoals al mijn huisgenoten met slechts een koffer met kleren en een paar kleine spullen. Een deken, een nachtkastje, een lamp. Ik had geen verhuiswagen nodig want alles is er al. Een enorm voordeel!
De leefgroep waarin ik terechtkwam is heel divers. We wonen met zestien op de tweede verdieping van een gerenoveerd bankgebouw. Vier Belgen, een Nederlander, een Chileen, een Braziliaan, een Italiaan, een Amerikaan en een Letlander. We spreken vooral Engels. Ik betrap mezelf er nu soms op dat ik in het Engels begin tegen mijn vrienden.
Ik ben de jongste in de groep. De oudste bewoner is 57, de meerderheid is rond de dertig. Er zijn er die in retail werken, in musea, in ngo’s of als architect. Iedereen heeft een ander verhaal. Maar ik beschouw ze als mijn grote broers en zussen. Dus ja, ik ervaar hier zeker een thuisgevoel, ook al heb ik mijn kamer niet zelf kunnen inrichten of mijn huisgenoten kunnen kiezen.
Als ik thuiskom, ga ik altijd eerst in de keuken kijken of er iemand is om een babbeltje te doen. We kijken samen naar films en series en op zondag gaan we naar de markt. Als ik wat tijd alleen wil, zonder ik me af in mijn kamer. Wil ik vrienden uitnodigen of een feestje geven, dan laat ik dat in de whatsappgroep weten. Er wordt heel open over alles gecommuniceerd, ook over frustraties. Dat is belangrijk.
Coliving is op dit moment de woonvorm die bij me past. Het laat me ook toe te sparen. Want over vijf jaar zie ik mezelf in een hogere functie en in een woning die ik zelf bezit. Wie weet heb ik dan ook een lief en denken we tegen dan al aan een gezin.’
Praktisch
Sheltr telt drie volledig bemeubelde locaties in Antwerpen, een vierde opent later dit jaar. Je kunt er als werkende single of koppel – géén studenten – een kamer huren voor een periode van 3, 6 of 12 maanden en verlengen tot maximaal 3 jaar. De huur start bij 750 euro per maand, naargelang de kamer en locatie die je kiest. In Brussel is er het gelijkaardige Cohabs, waar je vanaf 650 euro kunt toetreden. Colocs is dan weer vooral actief in Gent en Leuven met kamers vanaf 400 euro. sheltr.be – cohabs.com – colochousing.com
Lees ook: Gezellig en goedkoop: waarom samenhuizen niet enkel interessant is voor studenten
Luka De Bruyckere (34) ontmoette haar vriend Stijn Demuynck (36) in een deelhuis van Wooncoop. Nu wonen ze samen in een tweeslaapkamerappartement van die woningcoöperatie. Daar koop je geen woning, maar verwerf je woonrecht.
‘In de zomer van 2019 trok ik in een van de eerste Wooncoop-huizen: een grote dokterswoning aan het Gentse Sint-Pietersstation. Ik was 29, single en deelde een huurappartement. Kopen was financieel moeilijk en alleen wonen leek me wat eenzaam. In het deelhuis hadden alle zeven bewoners hun eigen kamer. De keuken, leefruimte, kelder, tuin en drie badkamers deelden we. Mijn vrienden dachten soms dat ik nog op kot zat, maar zo ervaarde ik het niet.
Gelijktijdig met mij kwam Stijn in dat Wooncoop-huis wonen en al snel werden we een koppel. Toen we na een paar jaar samen iets wilden kopen, botste ik op dezelfde bezwaren als de vorige keer: voor ons budget vonden we geen afgewerkte woning en we wilden het gemeenschapsgevoel niet helemaal kwijt. Op dat moment presenteerde Wooncoop zijn nieuwe project Bellefleur met een twintigtal appartementen, maar ook gedeelde ruimtes en een gemeenschappelijke tuin. (Architectenbureau Havana won met dat project zelfs de Gentse architectuurprijs, red.)
De Wooncoop-aandelen die Stijn en ik hadden gekocht voor onze kamers in het deelhuis, konden we gebruiken voor een appartement in Bellefleur. Die woonmobiliteit vind ik een heel groot voordeel. Wooncoop neemt je ook veel zorgen uit handen doordat ze instaan voor alles wat bouwtechnisch, financieel, administratief en juridisch is. Al heeft het ook een keerzijde. Want zij nemen ook de beslissingen, zoals de materiaalkeuzes. Ik vind het bijvoorbeeld heel spijtig dat ons gebouw geen fietsenberging kreeg. Maar daar moet je je overheen zetten.
Mijn vrienden dachten soms dat ik nog op kot zat.
Mijn vrienden vinden het een ingewikkeld financieel model, maar dat valt best mee. Je kunt bij Wooncoop zowel kopen als huren. Ze werken zonder subsidies, maar via coöperanten. Als inleg koop je aandelen voor minstens dertig procent van de waarde van je woning. Daarbovenop betaal je een maandelijkse som, die is opgebouwd uit twee delen. Met één deel bouw je verder aandelen op (vergelijkbaar met een afbetaling bij de bank) en het andere is gewoon huur waarvoor je niks in ruil krijgt.
Wooncoop biedt ook een optie voor familie of vrienden die je financieel willen steunen. Zij kunnen aandelen kopen die meetellen als jouw inleg. Belangrijk: zij schenken het geld niet weg, maar blijven zelf eigenaar van die aandelen waarop ze – op termijn – ook rendement hebben, want Wooncoop beoogt dat de aandelen meestijgen met de vastgoedindex.
Echt goedkoop is dit appartement niet, maar het is een veel betere formule dan huren, want als je huurt, bouw je helemaal niks op. Ik hou ook van het collectieve aspect: we vergaderen maandelijks, delen de tuin, gaan samen wandelen of organiseren een spelletjesavond. Waarschijnlijk blijven we hier nog wel even wonen, al hangt dat ook af van hoe het leven loopt. Als we kinderen zouden krijgen, wordt dit appartement wat te krap en Stijn droomt als drummer soms van een repetitiekot in de tuin.’
Praktisch
Wooncoop is de grootste woningcoöperatie van Vlaanderen met 135 bewoners verdeeld over 77 wooneenheden in 12 projecten. In april openen er nog twee grote projecten in Sint-Niklaas en Antwerpen. Nog eens negen projecten zijn in ontwikkeling. Voor een appartement met twee slaapkamers in Wooncoop Bellefleur van 68 m2 (met toegang tot 64 m2 gedeelde ruimte en een gezamenlijke tuin van 200 m2) moet je minstens voor 97.511 euro Wooncoop-aandelen inbrengen, van jezelf of van vrienden en familie. Als je vooral je aandelenportefeuille wilt opbouwen, is de maandelijkse kost 1434 euro. Dat zakt naar 1099 euro als je evenveel huur betaalt als aan aandelenopbouw doet. wooncoop.be
Veerle Tytgat (44) is freelance textielontwerper en woont sinds december in de allereerste Community Land Trust (CLT) van Vlaanderen. Bij dat model koop je enkel het huis, niet de grond.
‘Een huis kopen is niet voor mij, dacht ik altijd. Ik ben freelancer, heb geen grote financiële buffer en ook geen rijke ouders. Bovendien is het als alleenstaande extra lastig. Toch bleef het idee door mijn hoofd spoken. Ik woonde in een fijn en betaalbaar appartement, maar voelde me als huurder best kwetsbaar. Als mijn huurbaas het pand zou verkopen, moest ik eruit. En wat met de stijgende huurprijzen? Ook mijn leeftijd speelde mee: als ik iets wilde kopen, moest ik het nu doen. Over tien jaar zou niemand me nog een lening willen geven.
Tijdens corona stootte ik al googelend op CLT Gent. Wie aanspraak wil maken op zo’n appartement moet aan verschillende voorwaarden voldoen: zo is er een inkomensgrens waar je onder moet blijven, al is die, zeker voor een alleenstaande, niet ontzettend laag. Ik vind dat ik best een oké loon heb. Daarnaast moet je lid worden van de vzw en de infosessies volgen, zodat je weet waaraan je begint.
Dat het me toch gelukt is om iets te kopen, geeft me een gelukzalig gevoel.
CLT wordt ondersteund door Stad Gent, die de grond heeft geschonken aan de vzw. Als bewoner betaal je wel erfpacht op de grond, maar dat bedrag is verwaarloosbaar. Voor mijn appartement van zeventig vierkante meter met tuin betaal ik maandelijks negentien euro.
Dat het me toch gelukt is om iets te kopen, geeft me een gelukzalig gevoel. Die opluchting en dankbaarheid voel je ook bij andere bewoners in het project, onder wie ook zestigers of gezinnen met een migratieachtergrond die net als ik dachten dat een koopwoning buiten hun bereik lag. Dat zorgt voor een heel positieve sfeer hier. Iedereen kent elkaar, want sinds een jaar vergaderen we elke maand. Er is een gemeenschappelijke ruimte en een gedeelde tuin. Hoewel ik niet op zoek was naar een cohousing, bevalt deze lightversie me heel goed.
De nadelen van dit concept zijn voor mij beperkt. Zo zou ik zelf nooit kiezen voor een tegelvloer of keukenkastdeurtjes in witte melamine, maar dat weegt voor mij niet op tegen het feit dat ik me niks moest aantrekken van het bouwproces. Banken staan nogal weigerachtig tegenover dit nieuwe model. Daarom leende ik, net als alle andere bewoners, via het Vlaams Woningfonds. We gingen ook allemaal naar dezelfde notaris, die het dossier goed kende.
Voor mij was een nieuwbouw wat onwennig, omdat ik altijd in oude charmante huizen had gewoond. Maar ik besef dat ik niet beter kan zitten. Het is een perfect geïsoleerd appartement met vloerverwarming waar ik de komende jaren geen onderhoud aan zal hebben. Ik zie het als een wit canvas waar ik zelf mee aan de slag kan. Zo wil ik in mijn tuintje nog een atelierruimte maken. Op het braakliggende terrein tegenover het gebouw leggen ze een groot park aan. Ik ben heel blij dat ik hier geland ben.’
Praktisch
Bij CLT (Community Land Trust) wordt de grond losgekoppeld van de bouw. Bewoners kopen dus niet de grond, maar enkel hun woning, en dat aan de bouwkost. De aankoopprijs ligt daarom 20 à 25% onder de marktwaarde. Omdat CLT buiten de speculatie wil blijven, moeten bewoners hun appartement via hen verkopen als ze ooit verhuizen. De waarde stijgt wel mee met de vastgoedindex. cltgent.be
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier