Steven Laureys maakt zich zorgen over uw slaap: ‘Laten we een voorbeeld nemen aan de luchtvaart’
In zijn nieuwe boek houdt neuroloog Steven Laureys een pleidooi voor slaap. Wij vroegen hem waarom en kropen wat eerder onder de wol.
“Slaap is geen luxe maar een absolute noodzaak. Als arts zie ik veel mensen die er een probleem mee hebben en een mens maakt boeken over wat hij belangrijk vindt. Maar slaap is tot vandaag ook een beetje een mysterie, het fascineert me al lang. Met dit boek wilde ik de geschiedenis van slaaponderzoek schetsen, maar ook tonen waar het onderzoek vandaag staat. En uiteraard ook waarom slapen zo belangrijk is. Wat we zeker weten, is dat je doodgaat als je niet slaapt. Te weinig slaap heeft invloed op ontstekingsreacties en belemmert lichamelijk en geestelijk herstel. Ook ons brein heeft het nodig, want dat verwerkt ’s nachts wat we overdag hebben meegemaakt. Ons eigen onderzoek aan de universiteit van Luik toonde aan dat slaap belangrijk is voor ons geheugen. Eenvoudig gezegd: al slapend bepaalt ons brein wat we moeten onthouden en wat niet, en worden er nieuwe verbindingen gelegd. Daarom ook dat het voor kinderen zo belangrijk is. Maar er is zo veel wat we nog niet weten en het is goed om niet arrogant te zijn. Sommige boeken poneren dat ze alle antwoorden hebben, ik doe dat niet. Als wetenschapper weet je dat onze huidige kennis misschien maar tijdelijke antwoorden geeft en dat er nog veel is dat we nog niet weten.”
Er zijn nog altijd mensen die slaap iets voor zwakkelingen vinden. Maar koketteren met het feit dat je weinig slaapt, is gevaarlijk.
Wat we wel weten, is dat de maatschappij een dubbele houding heeft tegenover slaap. We beseffen dat het belangrijk is, maken ons zorgen als het niet goed lukt, maar tegelijk is weinig slapen nog altijd stoer en verkiezen we vaak andere activiteiten boven slaap.
“Dat merk ik ook op de consultatie. Als ik aan patiënten vraag hoe ze slapen, is het antwoord 8 op de 10 keer: slecht. Er heerst een slaapprobleem en slapen wordt ons ook niet makkelijker gemaakt. Het begon ooit met de gloeilamp, die ervoor zorgde dat het nooit donker hoefde te zijn en er valt vandaag amper te ontsnappen aan lichtvervuiling. Eerst was er de televisie en vandaag verleiden allerlei schermpjes ons om langer wakker te blijven. We maken ons terecht zorgen, want slaaptekort kan ons tot het uiterste drijven, van angst en depressie tot burn-out en zelfmoordpogingen. Het is niet alleen zwaar voor ons eigen lichaam en geest, maar ook voor onze omgeving. Wie te weinig slaapt, is prikkelbaar omdat alles wordt uitvergroot, en dan heb ik het nog niet over de ongelukken die door een gebrek aan alertheid veroorzaakt worden. Veel slaapproblemen, dat betekent in Vlaanderen ook dat er veel slaappillen genomen worden, maar die lossen het probleem vaak niet op, integendeel. Goed slapen begint overdag, met je gewoontes en levensstijl en gezond boerenverstand. Genoeg bewegen, de juiste slaaphygiëne, stressmanagement met zaken als yoga en meditatie, niet te veel koffie, nicotine of alcohol, we weten allemaal ongeveer wat we moeten doen, maar vaak houden we ons daar toch niet aan. Tegelijk zijn er nog altijd mensen die slaap iets voor zwakkelingen vinden. Het is passief, niet productief en dus verloren tijd. Maar de houding ‘kijk eens naar mij, ik heb genoeg aan vier uur slaap’ is gevaarlijk. Het is gedrag dat ik ook in mijn eigen vakgebied vaak zie en waar ik me vroeger zelf schuldig aan maakte. Terwijl ik het belang van slaap onderzocht ben ik op een dag tegen een vangrail geknald omdat ik door acuut slaapgebrek indommelde achter het stuur. Hoe ironisch is dat. Wat mij ook opvalt is hoe weinig ziekenhuizen en zorginstellingen aandacht hebben voor de goede nachtrust van hun patiënten, die vaak heel vroeg wakker gemaakt worden terwijl ze hun herstellende slaap echt nodig hebben. Ik zie ook weleens dat politici ’s nachts doorvergaderen en belangrijke beslissingen nemen terwijl ze slaapgedepriveerd zijn. Dat is gewoon geen goed idee, we moeten van die houding af.
De luchtvaart heeft de goede houding, schrijf je.
“Die sector beseft hoe belangrijk slaap is, heeft gedetailleerde slaap- en rustvoorschriften, leert piloten om vermoeidheid bij zichzelf en bij collega’s te herkennen en voorziet op vliegtuigen een geluidsdichte slaapplaats. Daar kunnen we veel van leren. Misschien moeten we erover denken om dat soort maatregelen ook in te voeren in andere sectoren waar mensen het leven van anderen in handen hebben.”
Nachtraven en ochtendmensen
Er is al heel wat onderzoek gedaan naar het bioritme van tieners en daaruit blijkt dat de vroege start op school een rol speelt bij hun chronische slaapgebrek. Gezien onze bezorgdheid over het welzijn van kinderen en adolescenten lijkt schuiven met de uurroosters van scholen daar een oplossing voor te zijn, maar dat idee vindt geen bijval.
“Het is een neurologische realiteit dat tieners het moeilijk hebben om vroeg op te staan en aandachtig te zijn in de ochtend. Ze hebben nog veel nood aan slaap, maar hebben een ander bioritme. En ja, ze zouden aandachtiger zijn en beter presteren op school als die school later zou beginnen. Maar dat herorganiseren vraagt een inspanning. Scholen, leraars en ouders moeten een andere dagindeling aanvaarden en misschien staan de vakbonden daar ook niet voor open. Ik vind het al belangrijk dat we op z’n minst weten dat tieners niet lui zijn, maar dat hun ochtendlijke slaperigheid door hun biologische klok wordt veroorzaakt.”
Niet alleen tieners zijn ’s morgens niet helemaal alert, ook avondmensen kampen met dat probleem.
“Het is belangrijk dat we beseffen dat verschillende mensen verschillende bioritmes hebben. Er zijn zo’n 40 procent ochtendmensen, 30 procent nachtraven, en dan nog mensen die zich daartussenin situeren. We hebben daar als maatschappij niet voldoende aandacht voor. In ons labo hebben we dat wel. Sommige mensen, vooral IT’ers, komen laat aan maar werken ook laat door. Ook in grote bedrijven zoals Google houdt men daar al rekening mee. Dat is niet evident, de oude structuren hebben een onze size fits all-filosofie en daar verwacht men dat iedereen op hetzelfde moment aan het werk is. Uiteraard is een maatschappij georganiseerd voor de gemiddelden, maar daarnaast kun je ook kijken naar onze individuele behoeftes en hoe we daaraan tegemoet kunnen komen. Onze wereld is doodgewoon niet georganiseerd voor nachtuilen en ik vind dat we dat politiek moeten bespreken. Zowel kinderen, tieners als volwassenen kunnen daar baat bij hebben.”
Onze wereld is doodgewoon niet georganiseerd voor nachtuilen. Ik vind dat we dat politiek moeten bespreken.
Er blijkt ook een complexe link te bestaan tussen depressie en slaap.
“Slaap en depressie beïnvloeden elkaar en de diagnose depressie wordt bijna nooit gesteld als er geen slaapproblemen zijn. Stress en depressie zorgen ervoor dat je slecht slaapt, daardoor verergert je stress en je depressie en kom je in een spiraal terecht. Dat is nog niet algemeen bekend, denk ik. Slaap krijgt te weinig aandacht als het gaat over het behandelen van mentale en andere medische problemen. Er wordt op congressen binnen de neuropsychiatrie nog altijd vooral gepraat over medicijnen. Beweging, slaap en meditatie kunnen een groot effect hebben op ons welzijn, maar komen haast niet of toch veel minder aan bod. Weet je, als arts wil je je patiënten helpen. Als je pillen voorschrijft, doe je dat omdat je denkt dat dat een goed idee is. Maar medicatie heeft altijd neveneffecten en vaak beïnvloedt ze onze slaap. Onze job als arts is dus om medicatie te herleiden tot wat echt nodig is en daarnaast in te zetten op dagelijkse gewoontes. Daarin zijn slaap en stress een belangrijke pijler.”
Wij Belgen staan bekend als pillenslikkers en we zijn binnen Europa koplopers wat betreft het nemen van slaapmedicatie en kalmeermiddelen.
“Klopt, en dat is een ernstig probleem. Ik heb ze vroeger zelf weleens genomen en mijn moeder slikt al kalmeringspillen sinds haar twintigste. Het is zeer moeilijk om ervan af te raken en er zijn zo veel neveneffecten dat we ervoor moeten blijven waarschuwen. Slaappillen zorgen bovendien niet voor herstellende slaap, maar voor een soort anesthesie, een farmacologische coma. We moeten er voorzichtig mee zijn omdat hun effect op ons brein en onze slaap zo veel verandert in de delicate en complexe interactie van onze neurotransmittersoep. Weet je, in onze geneeskunde wordt de patiënt meestal gezien als een passief wezen dat medicijnen krijgt en ingrepen ondergaat. Het is een uitdaging voor de geneeskunde om patiënten bewuster te maken en hen ertoe aan te zetten om aan hun levenshygiëne te werken. Wil dat zeggen dat slaappillen nooit kunnen? Nee, soms is het binnen een duidelijk afgesproken traject wel degelijk een deel van de oplossing. Voor slaapproblemen is er geen toverstok die alles in één keer oplost. Zowel voor slaap als voor andere problemen bieden we onze patiënten vandaag nog te weinig een actieve rol aan.”
Nieuw zijn die andere oplossingen niet. Alcohol, nicotine, veel of zwaar eten, cafeïne, ze hebben een nadelig effect op onze slaap en dus perken we ze best in. Mensen denken dan al snel: ik mag niets leuks meer doen.
“Ik ben geen pastoor die iedereen in het gelid wil, ik pleit niet voor een ascetisch leven. Als vader van vijf kinderen die zich ook laat verleiden door schermpjes en vaak de wereld rond moet reizen, weet ik goed genoeg hoe moeilijk het is om een gezonde routine vol te houden. Maar regelmaat is echt heel goed, dus ik probeer van het leven te genieten mét de nodige aandacht voor het belang van slaap. Neem koffie, onze meest gebruikte slaaponderdrukker. Ik heb het zelf nog altijd nodig ’s morgens, maar drink het niet meer in de namiddag. Bewuster leven lijkt me mogelijk zonder een monnikenbestaan te leiden en seks is trouwens een leuk slaapmutsje. We moeten sowieso investeren in slaap, want dat brengt sowieso altijd op.”
Naar de slaapdokter
Je pleit ook voor een aparte specialiteit van slaapexperts binnen de geneeskunde.
“Absoluut, in heel wat landen bestaan die al. In België zijn de meeste experts in slaaplabo’s longartsen omdat het daar vooral over apneu en c-paptoestellen gaat. Maar slaap zit in onze hersenen, niet in onze longen. Naast slaapapneu zijn de meeste slaapproblemen op een of andere manier gelinkt aan onze psyche of ons brein, en hebben ze ook ernstige mentale gevolgen, dus is het jammer dat we zo weinig neurologen, psychiaters en psychologen zien die zich in slaap specialiseren. Weet je, slaap is zo belangrijk voor ons welzijn dat de aanpak van problemen voldoende expertise en dus een aparte specialiteit vraagt.”
Slaapproblemen zijn subjectief, schrijf je. Als iemand voelt dat er een probleem is, is er een probleem.
“Toen ik in de jaren 90 voor het eerst in slaapklinieken werkte, stoorde de reactie van sommige collega’s me. Patiënten vertelden me hoe verschrikkelijk hun probleem was, hoe moe ze waren, terwijl ik op de berekeningen en hersengolfjes zag dat de efficiëntie van de slaap niet zo slecht was. Maar als iemand zegt niet uitgeslapen te zijn, wie ben ik dan om te zeggen: ‘Je vergist je, je hebt wel goed geslapen.’ We moeten de klachten ernstig nemen en onze patiënten geloven. Problemen gewoon wegwuiven omdat er geen significante pathologie uit het slaaponderzoek komt, is nooit een goed idee. Het belangrijkste is dat de patiënt tevreden is over zijn slaap.”
We zijn bezig met technologie, met AI en de metaverse, maar misschien zijn onze eigen dromen nog boeiender.
Je boek bevat een heel hoofdstuk over dromen, iets waar veel slaapexperts zich ver van af houden.
“Ik vind dromen fascinerend. Hoe raar is het dat we allemaal dromen en er nog niemand een sluitende theorie voor heeft? Toen ik met mijn onderzoek begon in de jaren 90 was het binnen de wetenschap taboe. Het was te moeilijk en te subjectief. De grondleggers van de neuropsychologie, zoals Freud en Jung, hadden er theorieën over, maar daarna kwam de gedragspsychologie met Skinner en Pavlov, die niet het persoonlijke bestudeerden maar enkel wat erin gaat en wat eruit komt. Vandaag wordt er eindelijk interessant onderzoek gedaan naar dromen. Ik heb zelf altijd belangstelling gehad voor lucide dromen, waarin we beseffen dat we dromen en zelf kunnen beïnvloeden wat we ondernemen in onze droom, maar toen ik twintig jaar geleden voorstelde om er onderzoek naar te doen, durfde mijn onderzoeksdirecteur het nog niet aan. Het is natuurlijk makkelijker om naar objectieve hersengolven te kijken. Maar dat iets een subjectieve ervaring is mag ons niet tegenhouden. Ik keek onlangs met mijn zoon naar een documentaire over de Apollo-maanlandingen, waarin JF Kennedy zei: ‘We doen dit net omdat het moeilijk is.’ Een fantastische drijfveer, en ik zie dat wetenschappers rebelser worden en minder aan zelfcensuur doen. Het menselijke bewustzijn onderzoeken blijft een uitdaging, maar we zien wel een reeks mooie onderzoeken. Er is vooruitgang.”
Wakkere dromen
Wat weten we al wel over dromen?
“Te weinig naar mijn zin. We weten niet echt waarom we het doen en hoe het werkt. We dromen vooral tijdens de remslaap, maar ook in andere slaapfases is er een stroom aan gedachten. Ons onderzoek wees uit dat dromen een rol spelen, het lijkt er bijvoorbeeld op dat ze belangrijk zijn bij het leren lezen van gelaatsuitdrukkingen. Wie een nieuwe taal of vaardigheid leert, lijkt meer remslaap nodig te hebben en ook emotioneel zouden dromen belangrijk zijn. Uit onderzoek bij overlevers van de Holocaust bleek dat zij die het best functioneerden ook de beste slaap hadden en niet droomden over wat ze hadden meegemaakt. Weet je, als hard-nosed wetenschapper is ratio de basis van mijn onderzoek, maar ik ben ook gefascineerd door het intuïtieve. Ik werk nu ook in Canada, en zoals ik in m’n boek vertel ga ik hier een wetenschappelijke dialoog aan met de autochtone bevolking van de First Nations en Inuït. In hun culturen is er veel aandacht voor dromen, ze worden gezien als een connectie met de andere wereld, met onze voorouders en de mensen die zijn overleden. Je komt dan op het terrein van religie, filosofie en mystiek en als wetenschapper is dat gevaarlijk, maar ik vind dat geen reden om er geen onderzoek naar te doen. We zijn zo bezig met technologie, met AI en de metaverse, maar misschien zijn onze eigen dromen nog boeiender.”
En dan is er nog de creatieve energie die zowel bij het inslapen als ontwaken kan vrijkomen.
“Slaap is niet zo zwart-wit als we soms denken. Het duurt even voor we progressief inslapen, en het duurt na het ontwaken ook zo’n 20 minuten voor ons brein weer 100 procent alert is. Slaapinertie heet dat. Die twee momenten zorgen voor een specifieke unieke neurologische situatie, en veel mensen rapporteren een soort creatieve energie, waarbij ze ideeën bedenken waar ze in wakkere toestand niet op zouden komen. Innovators zoals Thomas Edison en Salvador Dalí gebruikten dat echt, en ook vandaag zijn er wetenschappers en artiesten die die momenten bewust benutten. Ons brein is echt ongelofelijk, slaap en dromen zijn zo belangrijk voor ons mentaal evenwicht, focus en creativiteit. Daarom dat ik ervoor pleit om er meer aandacht voor te hebben en er goed voor te zorgen.”
Meer lezen: Het no-nonsense slaapboek, dr. Steven Laureys, uitgeverij Borgerhoff & Lamberigts.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier