Je wil gezond eten en meer sporten, maar je mist motivatie? Zo lukt het wél
Gezond leven, genoeg bewegen, we weten allemaal dat het een goed idee is, maar daarom doen we het nog niet massaal. Coach Heidi Stiegelis denkt een methode te hebben die werkt.
Just do it. Gewoon doen, dus, dat is de slogan die ons sportkledij wil verkopen. Het klinkt eenvoudig. Sport is goed, dus ga sporten. Broccoli is goed voor ons, dus eet het. Alleen, zo lijkt het niet te werken. De wetenschap doet eindeloos onderzoek naar wat we moeten doen om gezond te blijven om fit en fijn oud te worden en jij en ik weten eigenlijk wel wat daarvoor nodig is. Maar we doen het niet, of toch niet genoeg. Als je met deskundigen praat, dan kunnen ze meticuleus uitleggen wat je moet doen om sterk, soepel en fit te blijven, maar waar je de motivatie vindt en hoe je het volhoudt, daar lijkt de sport- en bewegingswetenschap vrij weinig antwoorden op te hebben. Dat vindt ook Heidi Stiegelis, auteur van Je Moet Niks, Mentaal en Fysiek Fit op jouw manier. “Dat is nochtans de crux van het probleem. We leven in een obesogene omgeving. Met andere woorden: een omgeving die niet ingericht is om ons fit en gezond te houden, maar die er net voor zorgt dat we zo weinig mogelijk bewegen. Onze omgeving verleidt ons met bewerkt, vet en suikerrijk voedsel. Dat maakt het voor een individu best moeilijk om gewoontes te veranderen.”
Waar loopt het mis als we onze levensstijl willen verbeteren?
“Ik wil 10 kilo kwijt, de 10 miles kunnen lopen, de Stelvio beklimmen: als we onszelf willen motiveren, dan gaan we er vaak meteen helemaal voor. Het is des mensens. We denken eigenlijk niet op lange termijn, maar willen graag snel een groot resultaat. Daarnaast hebben we het graag comfortabel en vinden we het zeer moeilijk om onze gewoontes en onze automatische piloot te doorbreken. Als we echt willen veranderen, dan moeten we dat doen van binnenuit. Natuurlijk is het fijn om een sport of vorm van beweging te kiezen die je plezierig vindt, maar dat is niet genoeg. Het is volgens mij essentieel dat je je motivatie koppelt aan je zelfwaarde en de waarden die in je leven belangrijk zijn.”
Gezond willen zijn is te vaag, schrijf je.
“Ik merk bij veel klanten dat ze gezondheid eigenlijk niet zo belangrijk vinden. Dat durven ze niet luidop te zeggen natuurlijk, maar daar komt het wel op neer. Dat is ook heel vaag en zo lang er geen problemen zijn, staan ze er niet bij stil. Wat mensen wel belangrijk vinden zijn heel concrete dingen. Fit genoeg blijven om bepaalde dingen die ze graag doen, te blijven doen. Gaan skiën, met de kinderen een beetje voetballen in de tuin, dansen… Niet zo veel gaan wegen dat ze hun favoriete dingen niet meer kunnen doen, niet meer met de kleinkinderen kunnen spelen of zich zo gaan schamen dat ze niet meer buiten willen komen. Daarom dat ik mensen aanraad om uit te zoeken wat ze echt belangrijk vinden, en daar hun doelen op te richten. De vraag die ze zich moeten stellen is: hoe wil ik dat mijn leven eruitziet? Of waar wil ik dat mijn leven over gaat? Niemand droomt er van om drie keer per week naar de fitness te gaan, we dromen er van om een fitte vader of moeder te zijn, om leuke dingen te kunnen doen in de natuur, om sommige dingen te kunnen dragen of om avontuurlijke reizen te kunnen maken. Ik vroeg een man die 130 kilo woog wat hij wou. Het antwoord was: zonder problemen tussen het stuur en het zadel van zijn brommer passen, wat op dat moment niet meer het geval was. Wel, dat is een betere motivatie dan: gezonder zijn, omdat het beter zal werken. ”
Pakken trainers, diëtisten en andere professionelen dat nu dan niet zo aan?
“Niet echt. Vaak denken ze: ik help mensen als ik hun probleem oplos. Ze kijken naar wat er moet gebeuren. Minder koekjes eten, meer sporten. Maar het gaat te weinig over echte gedragsverandering en hoe je de dingen die anders moeten, gaat volhouden. Gewoon weten dat je wat moet afvallen of meer moet bewegen is niet genoeg, je moet het echt voelen. Want alleen dat zal je gedrag effectief veranderen. Elke klant is anders, en heeft zijn eigen persoonlijkheid, leven en prioriteiten. Misschien is voor de ene klant reizen belangrijk, en op restaurant kunnen gaan, maar komt iemand anders uit een achterstandswijk en heeft die financiële problemen. Die twee mensen hebben heel andere noden, en andere mogelijkheden, maar je moet ze wel alletwee kunnen helpen. Als coach leer je mensen dus niet alleen heel concrete dingen, maar ook levensvaardigheden. Ik vergelijk het weleens met autorijden. Je moet dat eerst leren voor je echt in een auto de weg op kunt. Zo is het met gezond leven ook. Je moet weten hoe je in elkaar zit, wat jij als individu belangrijk vindt, wat je intrinsieke drijfveren zijn, maar ook waar je natuurlijke weerstand zit en welke obstakels je zal tegenkomen. “
Een van de basisideeën die jij aanhoudt is dat alles stap voor stap moet gebeuren, en dat zelfs kleine stapjes belangrijk zijn.
“Omdat dat betekent dat je meteen klein successen boekt. Dat voelt goed, zelfs al zijn ze heel klein, en dat verandert iets in onze motivatie. Kleine successen doen ons verlangen naar iets grotere successen, en zo zet je een reeks domino’s in gang. Door met kleine stappen te werken, zorg je er ook voor dat mensen effectief dingen doen. Je levensstijl veranderen gaat niet over kennis, of over zelf ontdekken, maar over wat je doet en hoe je dat ervaart.”
De methode in je boek gaat uit van het Vat van Zelfwaardering, een term die veel mensen zal doen fronsen.
“(lacht) Dat was bij mij ook zo. Het is een idee dat werd uitgewerkt door Gertjan van Zessen, en is gebaseerd op in kleine stappen grote doelen te halen. Het werd ontwikkeld om hardnekkige gedragspatronen te doorbreken, zoals seksverslaving. Ik gebruik het ondertussen al 10 jaar. Het Vat van Zelfwaardering heeft twee modellen: een denk- en een gedragsmodel. Niemand is 100 procent blij of 100 procent ongelukkig met zichzelf, en bij het denkmodel gaat het over de verhouding tussen de dingen waar we tevreden, trots of blij mee zijn aan onszelf, – onze eigenwaarde – en de dingen die we niet fijn vinden of die ons frustreren. Bij het gedragsmodel gaat het over het feit dat tot 95 procent van ons gedrag onbewust en achteloos gebeurt en dat dat gedrag meestal niets bijdraagt aan onze zelfwaarde. We gaan kijken naar de – vaak kleine – gebeurtenissen en situaties die ons gedrag sturen. Een file doet ons zuchten, een complimentje doet ons openbloeien. Door elke dag kleine dingen te doen, kunnen we onszelf een betere richting uitsturen. Kleine succesjes zorgen ervoor dat we onze tevredenheid over onszelf – ons vat van zelfwaardering dus – aangevuld wordt, dus is het een goed idee om die te herkennen of zelfs uit te lokken. Kleine Goede Daden, in de vorm van eenvoudige, haalbare en concrete dingen die je doet, zijn de sleutel tot de methode in mijn boek. Cruciaal daarbij is dat je ze bewust doet en dat je jezelf ervoor beloont. Gewoon in de zon gaan zitten is fijn, ervan genieten is nog beter, maar het wordt een KGD als je aandachtig waarneemt en geniet, en opmerkt dfat het goed is dat je dit doet. Een KDG is niet jezelf een complimentje geven omdat je er leuk uitziet, het is een keer per uur rechtstaan om het zitten te doorbreken. Niet omdat het op je to do lijst staat, maar omdat het je een beter gevoel geeft over jezelf. Dit gaat voor een deel ook over een gevoel van controle over wat je doet, hoe klein ook. Door naar je Vat vol Zelfwaardering te kijken en je KGD goed uit te kiezen, worden verandering en zelfsturing makkelijker en ook iets wat je kunt volhouden.”
Voor wie heb je dit boek geschreven?
“Weet je, van de mensen die hun leven willen veranderen, zal zo’n 20 procent dat helemaal op eigen kracht kunnen. Deze mensen hebben sterke motivatie uit zichzelf. Voor hen dus niet. Zo’n 20 procent zal het aartsmoeilijk vinden om te veranderen, en zal maar zeer moeilijk gemotiveerd geraken. Die mensen gaan zelfs vaak niet naar de dokter, diëtiste of coach. De winst zit hem dus bij de 60 procent mensen die niet in die twee groepen vallen. Mensen die wisselend gemotiveerd zijn, en niet weten hoe ze de verandering moeten aanpakken. Voor die 60 procent schreef ik Je Moet niks.”
Heidi Stiegelis, Je Moet niks, Lannoo, 22,99 euro
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier