Mag lopen ook gewoon leuk zijn? Een ode aan beweging zonder doel
Redactrice Lotte Philipsen is een stedelijke millennial, maar traint niet voor een marathon. Hoe ze daarin slaagt? ‘Ik heb de code gekraakt. Aanmodderen mag. Perfectionisme werp ik overboord. Een ode aan het lopen zonder doel, zonder discipline en zonder statistieken.’
Zondagavond, 20u15. Loopschoenen aan, sleutels en gsm bij de hand en we kunnen vertrekken. Niet voor een training voor de 10 Miles, niet om een gespierd lichaam te kweken en ook niet om op te scheppen via Strava. Ik heb zelfs geen trackingapp op mijn telefoon staan en met een sporthorloge wil ik nog niet dood gevonden worden. Als ik mijn omgeving mag geloven, is dat niet de gewoonlijke gang van zaken.
In het verleden heb ik geprobeerd start-to-run schema’s te volgen of mijn snelheid te meten, maar dat heb ik intussen helemaal losgelaten. De enige loopselfie die ik rondstuur, is er eentje met vogelstront op m’n hoofd en outfit tijdens een sessie in het park. ‘Sporty Spice meets Sneeuwwitje.’
Discipline is overroepen
Terwijl collega’s en vrienden massaal tips uitwisselen over hoe ze nog verder en sneller kunnen lopen, hou ik me wat afzijdig. Voor je het weet word je meegezogen in het gesprek en krijg je rare blikken. ‘Hoeveel kilometer kun je al lopen?’ Dé vraag die telkens volgt na de bekentenis dat ook ik af en toe met loopschoenen het park in trek. Het antwoord: ‘Geen idee, behoorlijk weinig.’ Vervolgens komen de bemoedigende woorden: ‘Volhouden, je raakt wel aan die vijf kilometer’. ‘Wat is je trainingsschema? Misschien moet je wat vaker gaan?’. Het lijkt voor vrijwel geen enkele gesprekspartner een optie dat ik niet aan het trainen ben om vijf kilometer aan een stuk te kunnen lopen. En toch is het zo. Ik loop zonder discipline, zonder fysiek streefdoel.
Redenen genoeg om te lopen, zelfs zonder loopwedstrijd in de pijplijn. Zitten is het nieuwe roken, sporten is gezond voor lichaam en geest en lopen is een van de meest laagdrempelige sporten. Ergo, iemand met een zittende job kan maar beter in beweging komen en lopen is daarvoor ideaal, want je kunt het quasi altijd en overal doen.
Uitblinken of opgeven?
In deze prestatiegerichte ratrace die men een samenleving noemt – eerder een individu-beleving als je het mij vraagt – is sporten een van de vele to-do’s geworden om af te vinken. Marathons lopen vervoegt het lijstje van sporthypes die mijn sociale media overspoelen. Hyperflexibel worden op yogaretraite, tot padelkoningin gekroond worden, op zondagen de Muur van Geeraardsbergen beklimmen op je stalen ros, een voor-en-na-foto posten van je buikspieren na enkele maanden Reformer Pilates, en ga zo maar door. Het ploeteren moet schijnbaar beloond worden met een strak lijf, een medaille of kudo’s op Strava.
Lees ook: De halve marathon door de ogen van een loophater: ‘Het is de ultieme zelfopgelegde marteling’
Het streven naar die beloningen werkt ofwel motiverend, ofwel schrikt het zo erg af dat mensen hun sportkleding in de kast laten hangen. Als je niet kunt uitblinken, is het dan wel de moeite om het überhaupt te proberen?
Het antwoord is simpelweg: ja.
No pain, no gain? Die leuze voelt als een leugen die door een groot deel van de samenleving in stand wordt gehouden: dat je moet afzien om goed gesport te hebben. Dat het erbij hoort. Dat de endorfines door je lijf zullen razen na een moordende sportsessie. Je zult je nog nooit zo goed gevoeld hebben. Je zult je onoverwinnelijk wanen. En als je traint voor een loopwedstrijd en je haalt je doel, zul je dolgelukkig zijn. Of dat zul je toch op Instagram posten, met een foto van je bezwete hoofd en een medaille rond je nek. Kan goed zijn, maar ik ken mezelf en in kolonne door de Kennedytunnel joggen terwijl er luide popmuziek door boxen schalt: it doesn’t spark joy.
Go with the flow
Welaan, lopen op mijn manier dan maar. Met of zonder muziek of podcast in de oren, gewoon vertrekken en zien wat de dag brengt. Van zodra ik de aandrang voel om te wandelen, geef ik eraan toe. Heerlijk. Je moet al zoveel in het leven. In mijn vrije tijd wil ik mezelf gunnen om aan m’n impulsen toe te geven.
De ene keer gaat het vlot en rijg ik de rondes aaneen, de andere keer ben ik meer naar de herfstkleuren aan het kijken in slakkentempo: allemaal goed. Dankzij deze aanpak beweeg ik veel vaker, aangezien ik niet enkel naar buiten ga in sportplunje wanneer ik écht gemotiveerd ben.
Leve het rempedaal
Die regelmaat blijkt een leuk bijkomstig voordeel te hebben: het is een goede training voor de nervus vagus, de zwervende zenuw die van groot belang is voor het tot rust komen van je zenuwstelsel.
In een artikel van collega’s Aylin Koksal en Fien Van Liedekerke over wat sporten met je mentale welzijn doet, vertelt professor Marie-Anne Vanderhasselt van de UGent over een boeiend experiment rond sport en piekergedachten: ‘Je zou het niet verwachten maar bij piekeraars die slechts af en toe sporten, blijven veel meer negatieve gedachten na de sportsessie hangen’, vertelt ze.
Stresskippen en piekeraars zijn dus meer gebaat bij regelmatig bewegen. De verklaring hiervoor is ons ingebouwde gas- en remsysteem. ‘Als je gaat sporten, activeer je je stresssysteem: je ademt sneller, gaat zweten, je hart klopt ook sneller. Je drukt in feite het spreekwoordelijke “gaspedaal” dus in. Wanneer je klaar bent met sporten, kom je tot rust en druk je je “rempedaal” in. Daar dient de nervus vagus voor: dat is een lange zenuw in het hele lichaam, die je brein verbindt met de rest van je lichaam. Mensen die regelmatig sporten, hebben een getrainde nervus vagus en kunnen sneller op het rempedaal indrukken dan wie niet zo vaak traint.’
Bewegen in plaats van sporten
Frequent de benen strekken en mezelf voortbewegen, al dan niet in een snel tempo, is dus het plan. Alle voordelen, fysiek of mentaal, zijn mooi meegenomen. Ze analyseren hoeft niet.
Lees ook: Hoe loop je een marathon? 7 inzichten van voormalig Olympisch kampioen Olivia Borlée
Het kan ook helpen om te spreken over beweging in plaats van over sport. Uiteraard kun je lopen als sporten beschouwen, maar het is een trucje om er minder weerzin over te voelen. Je kunt het zien als een kind dat (buiten)speelt, puur voor het plezier. Nu weet ik niet wat jonge kinderen denken wanneer ze reis-rond-de-wereld spelen, maar ik hoop dat het niets te maken heeft met de optimalisatie van hun spieren of het behalen van de hoogste scores.
Lopen en kunst kijken
Doorgaans loop ik op dezelfde plek, een stukje prachtig groen in een voor de rest volgebouwde regio, maar ook op verplaatsing werkt deze aanpak perfect. Op vakantie, of zelfs in eigen stad, is het de ideale manier om wat meer van de omgeving te ontdekken zonder fiets, tram of bus. In een lijstje met looproutes op onze website lees ik dat er een parcours van drie kilometer loopt door het beeldenpark van het Middelheimpark en dat er street art te ontdekken valt in mijn eigen buurt. Aangezien ik niks te bewijzen heb en geen specifiek aantal kilometers op m’n teller moet halen, kan ik met een gerust hart naar kunst kijken tijdens m’n loopje. Ik kan zelfs even stilstaan en de kunst van naderbij bewonderen, zonder een trackingapp op pauze te zetten.
Knoop in je oren: elke stap die je wél zet is een goede stap. Je bent niet lui of een mislukkeling als je niet bij de top behoort. Van de ruim acht miljard mensen op aarde zullen er vast nog lotgenoten zijn die hun doorzettingsvermogen niet willen besteden aan kampioen worden in een sportdiscipline. Het is mijn bescheiden mening dat dat ook helemaal niet nodig is. Voel je de drang om te trainen voor een marathon? Ga ervoor. Voel je de drang om zonder druk te lopen? Dat is even goed. Aanmodderen is het perfecte tegengif voor de gejaagdheid van het moderne bestaan.
Tip: let op je houding
Niks moet, alles mag: heerlijk. Het enige waar ik wél over wil waken, is dat ik mijn achillespees of rug niet nog meer de verdoemenis in help met amateuristische jogsessies. Blessures aaneen rijgen is namelijk niet zo bevorderlijk voor het loopplezier. Met wat tips van kinesisten en een loopcoach probeer ik dus een juiste loophouding te automatiseren. De tips zijn makkelijk op te volgen en vereisen geen constante focus: ideaal voor mijn aanmodderfilosofie.
Word je geplaagd door rare pijnscheuten tijdens het lopen? Laat je dan professioneel bijstaan. Lopen zou namelijk geen pijn mogen doen. Druk je zorgverlener gewoon op het hart dat hij, zij of die geen topatleet van je hoeft te maken. Een dure sportuitrusting is helemaal niet nodig, maar degelijke loopschoenen zijn wel een must. Zelfs voor korte plezierloopjes.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier