Gezellig en goedkoop: waarom samenhuizen niet enkel interessant is voor studenten
Om de stijgende huurprijzen te drukken, kiezen sommige volwassenen ervoor om een woonst te delen met huisgenoten. Dat is niet alleen goedkoper, het blijkt ook erg gezellig. āMijn huisgenoten zijn mijn vrienden geworden.ā
Jonatan Snyders
Jonatan Snyders (34) woont al vier jaar in een cohousing in hartje Antwerpen, samen met vier andere huisgenoten. Het is een formule die voor hem werkt: in de toekomst wil hij ook zijn kinderen in een cohousingproject grootbrengen.
Jonatan kwam in zijn huidige cohousing terecht door een oproep in een Facebookgroep. Vier jaar woont hij intussen samen met zijn huisgenoten. āVeel twijfels had ik niet voor ik hier introk. Dit is al mijn derde cohousingproject, en tot nu toe is dat altijd erg vlot gelopen. In mijn eentje iets kopen of huren zegt me sowieso niet veel. Het kost handenvol geld, maar ik behoud ook graag mijn vrijheid, en ik wilde me niet aan een eigendom binden. Dat ik elke maand niet veel geld weggooi aan een torenhoge huur of aan een stevige lening, is mooi meegenomen.ā
Aan zijn cohousingavonturen van de afgelopen jaren heeft hij behoorlijk wat vriendschappen overgehouden. āIk verhuisde destijds van Brussel naar Antwerpen en kende nog niemand in deze stad. Het was een pak moeilijker geweest om hier een netwerk van vrienden op te bouwen als ik mijn huisgenoten niet had gehad. Tegelijk vinden we het ook belangrijk dat iedereen zijn eigen ding kan blijven doen: we verwachten niet van elkaar dat we elke avond samen eten, en ploffen ās avonds niet met zijn vijven in de zetel om naar een film te kijken. Dat gebeurt natuurlijk wel af en toe, maar onze autonomie vinden we ook erg belangrijk.ā
Daarin schuilt meteen de grootste uitdaging van samenleven met huisgenoten, zegt Jonatan. āNet omdat je zoveel ruimtes deelt, gebeurt het weleens dat je thuiskomt van het werk en dat een van je huisgenoten vrienden op bezoek heeft, terwijl je eigenlijk rustig in de zetel wilde liggen. En feestjes organiseer je ook het best allemaal samen, of helemaal niet. Flexibiliteit is dus wel belangrijk. Het laatste wat we willen is elkaar strenge regels opleggen over wat wel en niet mag.ā
āOok in de toekomst zie ik mezelf in soortgelijke cohousingprojecten wonen. Dat hele idee van samenleven in een aparte woning met enkel je partner en kinderen, dat zegt me niet zoveel. Mijn partner en ik denken erover om in de toekomst aan kinderen te beginnen. Die willen we ook het liefst in een cohousing grootbrengen. Ik vind dat de meest natuurlijke manier om kinderen op te voeden. Want het is zoals ze zeggen: it takes a village. Ik zou zelf met plezier voor andere kinderen zorgen, als dat betekent dat er ook momenten zijn waarop anderen die van mij in het oog houden.ā
Natasja Simon
Natasja Simon (28) woont samen met twee huisgenoten, ook twintigers, in een appartement in Leuven. Ze geven er regelmatig feestjes, en houden zich ver van strakke huisregels. āJe probeert wel een beetje rekening te houden met elkaar.ā
Maar daarvan zou ik niet gelukkiger worden: ik leef nu eenmaal graag in de stad, en alleen is dat onbetaalbaar. Nog een vooroordeel waar ik op bots, is dat mensen denken dat het vervelend of vuil is om met huisgenoten samen te wonen. Maar ik ben een erg sociaal persoon en ik vind het fijn om ās avonds niet thuis te moeten komen in een leeg appartement.ā
Enkele weken geleden trok er een nieuwe huisgenoot bij Natasja in, nadat de vorige was vertrokken. āBij het zoeken naar een nieuwe huisgenoot kijken we in de eerste plaats naar iemand die spontaan en sociaal isā, zegt ze. āWij geven regelmatig feestjes op ons appartement, dus iemand die daar absoluut geen plezier aan beleeft, zou zich hier niet thuis voelen. Die persoonlijke klik is heel belangrijk. Je leeft uiteindelijk met zijn drieĆ«n op een kleine plaats samen: we geven onze huissleutels niet aan de eerste de beste persoon.ā
Alle ruimtes in hun appartement zijn gemeenschappelijk, enkel de slaapkamer is privĆ©. āJe echt terugtrekken in huis is dus niet zo evident. Maar dat zorgt ook voor een grote verbondenheid. Ja, ik durf echt wel te zeggen dat mijn huidige huisgenoten mijn vrienden zijn geworden. Onlangs organiseerden we hier nog een feestje waarop we alle drie onze vrienden hadden uitgenodigd. Het is heel leuk om te zien hoe onze netwerken na een tijd door elkaar beginnen te lopen.ā
Verdraagzaamheid is misschien wel hĆ©t sleutelwoord om het samenleven met huisgenoten te doen slagen, zegt Natasja. āEr zal altijd wel iets zijn waar je je aan stoort, en je huisgenoten zullen zich ongetwijfeld af en toe ergeren aan iets wat jij doet. Dat is normaal. Wij hebben geen strakke huisregels, zoals geen mensen mee naar huis nemen na acht uur, of stil zijn na tien uur; maar je probeert wel een beetje rekening te houden met elkaar. Daar kom je al heel ver mee.ā
Grete Flies
De voorbije jaren deelde ze al een woonst met een huisgenoot, dus toen Grete Flies (40) onlangs besloot om te verhuizen, kwam het niet in haar op om alleen iets te kopen of te huren. In plaats daarvan stapte ze in een samenhuisproject met twee andere huisgenoten, Simona (53) en Paul (62), in Hingene. āAls we ergens mee zitten, zeggen we dat meteen tegen elkaar.ā
āNatuurlijk heeft het financiĆ«le aspect meegespeeld om voor een samenhuisproject te kiezenā, zegt Grete. āToen ik op zoek ging naar een nieuwe plek om te wonen, zag ik mezelf geen zevenhonderd euro uitgeven aan het huren van een appartement. Zo veel is wonen me niet waard. En bovendien: waarom zouden singles zich allemaal in een aparte woning moeten opsluiten, als het zoveel praktischer en gezelliger is om samen te leven met iemand anders? Ik houd wel van een zeker comfort en kwaliteit, dus geen studentenkot of hippiecommune voor mij. Maar de woning die we nu met zijn drieĆ«n huren is gloednieuw: het is hier mooi en in orde.ā
Grete kwam terecht bij twee huisgenoten ā allebei vijftigplussers ā die ze nog nooit had ontmoet, maar met wie het wel klikte. Ze delen onder andere een woonkamer en een keuken, maar hebben ook elk een aparte woonunit. āGaan samenwonen met twee mensen die je helemaal niet kent, is natuurlijk wel spannendā, vertelt Grete. āMaar eigenlijk loopt dat wel los. Beste vrienden hoeven we niet te worden, maar in de korte tijd dat we samenwonen hebben we toch al enkele diepgaande gesprekken gehad. We zorgen in zekere mate voor elkaar. Wat ik bijvoorbeeld erg aangenaam vind, is dat er af en toe iemand boodschappen doet of kookt voor de anderen. Of dat een van je huisgenoten de vuilzakken heeft buitengezet, als je dat zelf was vergeten.ā
Echt veel huisregels hadden ze op voorhand ook niet vastgelegd. āHet spreekt voor zich dat je je eigen rommel opruimt. Maar doordat je met volwassenen samenleeft, bots je ook gewoon niet op studentikoze toestanden waarbij de keuken plots volledig overhoop ligt.ā Nog een van hun stokpaardjes is communicatie. āAls we ergens mee zitten, zeggen we dat meteen, zelfs al is het lastig of onaangenaam. Gelukkig leef ik samen met twee mensen die zich durven uit te spreken, en ben ik zelf ook nogal direct.ā
Het was overigens geen bewuste keuze om met twee vijftigplussers samen te leven, zegt Grete. āEr is nog een vierde plek vrij en die kan evengoed worden ingenomen door een twintiger. Die zou ook welkom zijn. Op zich speelt het leeftijdsverschil in onze band ook niet echt een rol. Het enige waar we weleens op botsen, zijn alle gewoontes die we ons in ons volwassen leven al eigen hebben gemaakt. Wij hebben hier bijvoorbeeld een gemeenschappelijke wasmachine, en over hĆ³Ć© die was precies gedaan moet worden, hadden we allemaal een ander idee. (lacht) Dat soort kleinigheden moet je dan gewoon proberen te relativeren.ā
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier